Einde van het jaar en dus is het weer tijd om de balans op te maken. Opduvel is noodgedwongen een paar maanden uit de roulatie geweest, maar is natuurlijk niet gestopt met luisteren. Hieronder tref je de persoonlijke jaarlijst aan, met zoals ieder jaar de opmerking dat het om een momentopname gaat. Door de gedwongen stop zijn niet alle twintig albums uit de jaarlijst op deze site gerecenseerd.

Net buiten de eerste twintig, maar het vermelden zeker waard zijn de albums van High on Fire, YOB, Toundra, Sylvie Courvoisier Trio, Sons of Kemet, Laurie Anderson & Kronos Quartet, Donder, Jasna Jovicevic Sextet, Remote Viewing, Angles 3, Mads La Cour’s Almugi, Sleep, The Robadors Quartet, Ernst Schneider/Gonçalo Almeida en Thy Catafalque.

The Book Beri’ah van John Zorn betreft elf cd’s van verschillende uitvoerenden en doet als boxset niet mee, anders had die er wel ingestaan. Volstaan wordt met een bijzondere vermelding.

Vanaf januari 2019 gaat Opduvel weer van start. Hopelijk tot dan!

1. Susana Santos Silva – All The Rivers, Live at Panteão Nacional

Een van de meest interessante trompettisten in de Europese jazz- en improvisatiescene is de Portugese Susana Santos Silva. Dit album is een duet tussen haar en het gebouw waarin zij haar geïmproviseerde spel speelt. Het Panteão Nacional, een monumentale kerk in Lissabon, doet met zijn robuuste akoestiek met veel galm en andere hindernissen dienst als tegenwicht voor het trompetspel en vervult daardoor een essentiële muzikale functie. Santos Silva toont haar grote klasse door de melodische en dynamische variëteit die zij aanbrengt in haar spel en door haar vermogen te luisteren naar de weerklank van het Panteão Nacional, om daar vervolgens gebruik van te maken in haar improvisatie. 

2. MoE / Marhaug – Capsaicin

Het Noorse trio MoE werkt samen met de eveneens uit Noorwegen afkomstige noisepionier Lasse Marhaug op een album dat is genoemd naar het bestanddeel dat een chilipeper zijn brandende sensatie geeft. Dit is geen muziek voor de teergevoeligen onder ons. In 78 minuten, opgesplitst in vier delen maar als een geheel te beluisteren, wordt met bas, gitaar, drums en elektronica een experimentele bak lawaai over de luisteraar uitgestort die vele kanten van noise belicht. Bevalt bij iedere beluistering beter. 

3. Mette Rasmussen / Tashi Dorji – Mette Rasmussen / Tashi Dorji

Altsaxofoniste Mette Rasmussen, gitarist Tashi Dorji en drummer/percussionist Tyler Damon brachten vorig jaar To The Animal Kingdom uit, een album met krachtige en opwindende freejazz. Op het album dat Rasmussen en Dorji dit jaar als duo het licht lieten zien, doen zij het nog eens dunnetjes over en trekken soms zelfs nog feller van leer. Twee vrije muzikanten die noise niet schuwen en al improviserend zich een weg banen over robuuste en dwarse muzikale paden.

4. The Ex – 27 Passports

Na bijna veertig jaar is The Ex nog altijd springlevend. Sterke troef is nog steeds het hoekige maar ook dansbare drum- en percussiespel van Katherina Bornefeld. Daarnaast is de manier waarop Terrie Hessels, Andy Moor en Arnold de Boer hun gitaarspel verweven een waar genot om naar te luisteren. Die gitaren mogen soms schots en scheef en kriskras door elkaar hun opzwepende werk doen, waarbij freejazz referentiepunt is maar nooit de overhand krijgt. De muziek van The Ex kent songstructuren waarbinnen ruimte is voor instrumentale uitspattingen, zodat de spontaniteit blijft bewaard.

5. Howrah – Self-Serving Strategies

Debuut van een Amsterdamse gitaarband met leden uit Zoppo, Space Siren en Slow Worries. Self-Serving Strategies is een heerlijke, songgerichte plaat waarop de gitaren regelmatig dwarsliggen en mogen schuren. Howrah is wars van valse pretenties, pathos of machismo, maar rijgt wel de gitaarpareltjes aaneen. 

6. Sly & The Family Drone – Live at Cafe Oto

Op een broeierige zomeravond gaf dit Engelse noisegezelschap een dampend concert, en dat kan bijna letterlijk worden genomen, want wie naar Live at Cafe Oto luistert, kan niet anders dan concluderen dan dat trommelvliezen scheurden en de zweetdampen opstegen van de lijven die  getuige waren van de harde elektronische noise van de groep. Band en publiek zwepen elkaar op – een strikte scheiding lijkt er niet te zijn – en als in het tweede deel een aantal vrienden met blaasinstrumenten op komt draven, neemt de intensiteit nog verder toe. Muziek om met je hele lijf te ondergaan.

7. Idles – Joy as an Act of Resistance

De tegen noiserock aanschurende post-punk van het Engelse Idles overrompelt opnieuw op het tweede album, waarop de muziek iets genuanceerder overkomt zonder aan venijn in te boeten. In combinatie met de sociaal kritische teksten levert dat een dijk van een plaat op die de adrenaline tot bijna ziekmakende proporties opstuwt. Ontroeren doet de band echter ook, als zanger Joe Talbot in ‘June’ het verlies van zijn kind bezingt.

8. Isolation Berlin – Vergifte Dich

Weltschmerz verpakt in prachtige songs met invloeden uit indierock en post-punk. De wereld waaruit zanger Tobias Bamborschke zijn tekstuele inspiratie haalt, is gitzwart. Hij geeft een stem aan vertwijfeling, uitzichtloosheid, depressie en waanzin. Dat gebeurt op zo’n treffende wijze, dat muziek en tekst uiteindelijk niet somber stemmen. 

9. DNMF – Smelter

Dead Neanderthals (drums, sax) en Machinefabriek (elektronica) werkten al eerder samen als DNMF, maar Smelter overtreft het debuut. Het is een lange, duistere trip met een ontzagwekkende climax, waarna een lange uitloop volgt. Overweldigende kracht en verstilde pracht maken een even onuitwisbare indruk.

10. Heads. – Collider

Het tweede album van Heads., standplaats Berlijn. De muziek is een mengeling van noiserock, sludge, artrock, post-punk, alternatieve rock en grunge. De sound is zwaar, het tempo is over het algemeen vrij langzaam en de zanglijnen zijn vaak traag. Op Collider worden de muzikale kenmerken gegoten in sterke songs die ook voldoende van elkaar zijn te onderscheiden.

11. Simon Šerc – Bora Scura

In de Sloveense Vipava vallei waait gemiddeld 42 per jaar een sterke en koude wind, Bora genaamd. Kunstenaar Simon Šerc maakte veldopnamen van de Bora en laat de geluiden die dat oplevert onbewerkt horen op zijn album. Het zijn dus slechts de wind, de geluiden die door de wind worden veroorzaakt en een paar andere omgevingsgeluiden die de muziek vormen. Dat klinkt fascinerend en regelmatig ook adembenemend. 

12. The Necks – Body

Het Australische trio The Necks staat voor minimale muzikaliteit; meestal bestaan de albums uit één lange track, vaak klokkend tegen of zelfs over een uur, waarin, vertrekkend vanuit een klein basisidee, al improviserend langzaam accenten worden verschoven en het stuk traag evolueert tot iets geheel anders dan dat basisidee. Dat lijkt ook het geval op Body, maar net voor de vijfentwintigminutengrens wordt de samengebalde energie losgelaten en maakt de ingehouden spanning plaats voor uptempo post-rock. Een gewaagde move die bijzonder goed uitpakt. Na meer dan dertig jaar vindt het drietal nog altijd nieuwe wegen. 

13. Canshaker Pi – Naughty Naughty Violence

Anderhalf jaar na het schitterende debuut komt Canshaker Pi met de opvolger. Naughty Naughty Violence bewijst dat we hier niet met een band te maken hebben die met het debuut piekt en vervolgens de neerwaartse lijn inzet. Hoe de band het doet, is een raadsel, maar de geweldige nineties indierocksongs worden schijnbaar achteloos uit de mouw geschud. Zo klinkt het althans. Inmiddels hebben twee leden de band verlaten. Vervangers zijn al gevonden. Benieuwd hoe dat gaat klinken.

14. The Thing – Again

Net als op de vorige albums, vindt het Scandinavische drietal op het nieuwe album een fraai midden tussen jazz, freejazz en rock. Toch is Again anders, want de stukken zijn meer uitgesponnen en de vrije kant van de muziek komt meer naar voren. De manier waarop het trio samen met gast Joe McPhee de Frank Lowe-compositie ‘Decision in Paradise’ uit elkaar trekt en de restanten op eigen wijze aan elkaar plakt, is ronduit indrukwekkend.

15. Wart Biter – Wart Biter

Drie muzikanten uit verschillende bands treffen elkaar “to make an unholy drone noise”.  En reken maar dat saxofonist Colin Webster (Kodian Trio, Sex Swing), drummer Thomas Fuglesang (Gum Takes Tooth, Luminous Bodies) en synthspeler Mat Rowlands (Alien Sex Fiend) weten hoe een verslavende bak herrie te maken. Dat doen ze dus ook, met drone, noiserock en vrije improvisatie.

16. Daughters – You Won’t Get What You Want

Compromisloze noiserock/industrial/punk die geen spaan heel laat van de luisteraar, al is er her en der een (relatief) rustpunt te ontwaren. Brutaal, angstaanjagend, meedogenloos en onontkoombaar. Héérlijk.

17. Stefan Schultze – System Tribe

Solo-album van de Duitse pianist Stefan Schultze, die een diversiteit aan muzikale en fysieke mogelijkheden van het instrument onderzoekt. Hij speelt met dynamiek, melodie, ritme, textuur en emotie. In slottrack ‘Fade’, wordt op prachtige wijze minimalisme bedreven, met een grote rol voor stilte en met een spannend resultaat.

18. Parquet Courts – Wide Awake!

Ten opzichte van het vorige album Human Performance maakt het Amerikaanse kwartet Parquet Courts op Wide Awake! een veelzijdiger en energieker indruk. Niet dat er iets mis was met de voorganger, maar op de nieuwe plaat wordt de allemaal nog iets pakkender, puntiger en gedrevener neergezet. Er is plaats voor indierock, pop, punk, funk en een enkele keer zelfs een beetje dub/reggae.

19. Tonus – Texture Point

Gitarist Dirk Serries blijft een van de meest interessante muzikanten om te volgen. Van de controle van de ambient maakte hij de oversteek naar vrije improvisatie en in zijn nieuwe project Tonus komt zijn hang naar minimalisme naar voren. Van dat project verschenen dit jaar tegelijkertijd drie albums van drie verschillende samenstellingen. De triobezetting met Serries op akoestische gitaar, Martina Verhoeven op piano en Benedict Taylor op altviool is licht favoriet.

20. Hundred Year Old Man – Breaching


Post-metal, sludge, doom, hardcore en ambient: dat zijn de voornaamste ingrediënten waaruit de muziek van Hundred Year Old Man is samengesteld. Het ambientgedeelte is donker en op zichzelf staand ook zeer de moeite waard. De riffs zijn meedogenloos, de emoties echt en de sferische passages dienen om de onvermijdelijke climaxen nog harder naar voren te laten komen.