Gizeh, 2018
Na een uitstekende single (Black Fire) en een al even uitstekende ep (Rei) brengt Hundred Year Old Man zijn eerste volledige album uit op Gizeh Records. De verwachtingen zijn hooggespannen en die worden moeiteloos ingelost door het sextet uit Leeds. Mocht er nog twijfel bestaan of de muziek in een grotere portie overeind blijft, of dat de ambientinvloeden niet aan de stootkracht in de weg staan, dan worden die twijfels vakkundig uit de weg geruimd.
Breaching telt acht tracks en die nemen bij elkaar een klein uur in beslag. Het best laat het album zich van voor naar achter, als een geheel beluisteren, want dan komt de muziek het best tot zijn recht. De riffs zijn meedogenloos, de emoties echt en de sferische passages dienen om de onvermijdelijke climaxen nog harder naar voren te laten komen.
Post-metal, sludge, doom, hardcore en ambient: dat zijn de voornaamste ingrediënten waaruit de muziek van Hundred Year Old Man is samengesteld. Het ambientgedeelte is donker en op zichzelf staand ook zeer de moeite waard. De titeltrack opent dreigend, met feedback en drones van scheurende gitaren, waarover schreeuwlelijk Paul Broughton zijn gal begint te spuwen. Verderop is ‘Clearing The Salients’ nog een sferisch stuk, donker en dreigend.
‘Black Fire’ kennen we al als single. Op het album maakt het machtige stuk niet minder indruk, niet in de laatste plaats door de loodzware sound, geladen met emotie en keihard binnenkomend. Hundred Year Old Man bouwt zijn muziek goed op, weet te doseren en gaat veel verder dan het louter herhalen van riffs. Daardoor blijven de songs, hoe lang die ook zijn, boeien. De schreeuw van Broughton wordt afgewisseld met passages met gesproken woord en ook dat pakt goed uit.
De band gunt de luisteraar ademruimte, zodat die niet murw gebeukt achterblijft. Maar als er gebeukt wordt, gebeurt dat vol passie en overgave. ‘The Forest’ doet dat in een wat hoger tempo dan ‘Black Fire’ en het stuk neigt ook wat meer naar post-metal dan naar doom. Na twee minuten wordt serieus gas teruggenomen, duikt een fluisterstem op en even later wordt er gesproken. Muzikaal wordt spanning opgebouwd en zorgen keyboards voor een fraaie omlijsting. Langzaam neemt de intensiteit toe en komen emoties van wanhoop bovendrijven.
Het echte sloopwerk wordt verricht door ‘Long Wall’ en ‘Disconnect’, die zonder onderbreking achter elkaar staan en zoveel woede en radeloosheid bevatten dat het bijna te veel wordt. Bijna, want de manier waarop bijvoorbeeld in ‘Long Wall’ een tandje wordt bijgeschakeld door de sound voller te maken, is puur genieten. ‘Disconnect’ was in de demo-versie al te vinden op Black Fire en vindt hier zijn definitieve vorm. Na zo’n vijf minuten denk je even op adem te kunnen komen, maar daarna volgt een zinderend slot, gespeeld in een iets hoger tempo, waar leed en kwelling vanaf druipen.
Na zoveel overdonderende pracht is het rustpuntje ‘Cease’ wel even nodig. Want er volgt nog een laatste mokerslag, het tien minuten in beslag nemende slotakkoord ‘Ascension’, dat nog rustig begint maar gaandeweg aan kracht wint. Mooi is de heldere gitaar die halverwege wordt ingezet om de rauwe emotie een extra impuls te geven. Aan het einde wordt de muziek afgebouwd, uitgezonderd de vocalen van Broughton, die met urgentie zijn boodschap blijft schreeuwen. Zo eindigt dit op alle fronten overtuigende en verpletterende album.