FMR, 2021
Als we het over innovatie van het vioolspel hebben, dan komt al gauw de naam van Mia Zabelka naar voren. De Oostenrijkse is een klassiek geschoolde violiste, improvisator en componiste. Zij speelt zowel akoestische als elektrische viool en gebruikt elektronische effecten en ook haar stem als instrument. Zabelka gebruikt geluid als een fysiek fenomeen, zoekt grenzen op in experimentele performances en zet vraagtekens bij gevestigde begrippen. De waardering voor haar inspanningen in haar thuisland bleek eerder dit jaar, toen zij de Oostenrijkse kunstprijs van het ministerie van Kunst en Cultuur won in de categorie Muziek, en dat terwijl zij een behoorlijk radicale muzikant is die het maken van noise niet schuwt.
Een goed voorbeeld van Zabelka’s open geest en experimenteerlust is het onlangs verschenen The Quantum Violin. Daarop werkt de violist met de Canadese multi-instrumentalist, improvisator, componist, arrangeur en producer Glen Hall. Dat hij net zo’n innovator en compromisloze muzikant is als Zabelka, blijkt uit zijn muzikale doel: ‘to go where there is no map.’ Het is dan ook niet vreemd dat hij thuis is in verschillende muzikale disciplines. Momenteel ligt zijn focus op het gebruik van computers, gespecialiseerde software en artificiële intelligentie, gecombineerd met zijn houten blaasinstrumenten, in een proces van het samenbrengen van ongelijksoortige geluiden, timbres en texturen, zowel in compositie als in een real time-uitvoering.
De blaasinstrumenten laat Hall achterwege op The Quantum Violin. Op dat album is hij verantwoordelijk voor de Quantum Oscillator, Omax, CataRT, experimenten en de mix, waar Zabelka verantwoordelijk is voor viool, stem, noise, elektronica, experimenten en ‘alien objects’. Daarnaast is in een stuk de stem van Kenji Siratori te horen. De muziek is tijdens de coronatijd ontstaan en dus opgenomen in zowel Oostenrijk als Canada. De viool van Zabelka vormt het centrum van een kwantumgeluidsstelsel, waarbij veel innovatieve methoden worden toegepast, waarbij het gebruik van kunstmatige intelligentiesoftware (OMax) door IRCAM het meeste opzien baart.
Bij het gebruik van elektronische middelen is net als bij akoestische muziek de vraag: hoe klinkt het? Daar komt in dit geval de vraag bij of het ook voor niet technisch onderlegde luisteraars de moeite waard is om naar de muziek te luisteren. Het is per slot van rekening de luisteraar die de ervaring van het muzikale experiment ondergaat met zijn/haar oren, brein en gevoel. Te veel focus op het experiment kan de gevoelswaarde drukken, waardoor het risico bestaat dat de muziek weliswaar interessant kan zijn maar ook kil en klinisch overkomt. In die val trappen Zabelka en Hall niet. The Quantum Violin telt veertien stukken muziek met een behoorlijk grote gevoelswaarde, waarbij het technische en innoverende aspect ervoor zorgen dat de muziek veel diepgang heeft.
De elektronische geluiden klinken spannend futuristisch in ‘The Quantum Violin #1’. De ambient-texturen en de dynamische effecten dragen bij aan de spanning. Het vioolspel van Zabelka, dat op drie verschillende manieren is bewerkt, ligt niet op de elektronische klanken, maar is daarin ingebed, om van daaruit luid en vervormd naar voren te komen. Veel opener klinkt het tweede stuk, waarin de viool al strijkend en krassend wordt gebruikt en ijle en noisy tonen worden geproduceerd. De elektronica klinkt zoekend, alsof een passende respons gevonden moet worden op het nerveuze vioolspel van Zabelka. In ‘The Quantum Violin #3’ wordt een geprepareerde piano ingebracht, waarmee net als met de clean klinkende viool wordt geïmproviseerd.
De artificiële intelligentie van OMax wordt als een vijfvoudig contrapunt ingezet in het vierde deel. Het programma luistert naar de viool en respondeert na een minuut, als de verschillende ‘spelers’ een voor een mee gaan doen in getransponeerde tempi en toonhoogten. Het vioolspel is experimenteel en uitdagend en samen met de inbreng van de artificiële intelligentie ontstaat een druk en opwindend stuk muziek. De OMax wordt op een heel andere manier gebruikt in ‘The Quantum Violin #5’. Reagerend op het vioolspel wordt een ruimtelijk effect gecreëerd. De klanken zijn vooral hoog en de muziek klinkt onheilspellend. Dezelfde manier van werken is te horen in het negende en tiende deel, waarbij in het negende deel de experimentele vocalen van Zabelka een prominente rol vervullen, terwijl in het tiende deel krassend, schrapend en schurend vioolspel wordt geëtaleerd.
In het zesde en zevende stuk wordt gebruik gemaakt van een vocoder, waarmee veel klanken worden gemanipuleerd, zij het niet zodanig dat slechts een vocoder-stuk overblijft. Opnieuw zoeken Zabelka en Hall het in hoge tonen in een ijle atmosfeer, zonder ambient-textuur maar met nadruk op klankkleuren, speelse interventie en dynamiek. De Japanse cyberpunk-auteur en visueel- en geluidskunstenaar Kenji Siratori is te horen in ‘The Quantum Violin #8’. Met Hall heeft hij een connectie doordat beiden de cut-up techniek van William Buroughs gebruiken in hun werk. Siratori leest een tekst voor die wordt gecombineerd met het door een vocoder gehaalde geïmproviseerde spel van Zabelka. De structuur van zowel de tekst als de muziek is non-lineair.
In het eerste gedeelte van ‘The Quantum Violin #11’ wordt enige rust gevonden, al is het een gespannen rust. Ruisklanken vormen een aangename ondergrond voor lange klanken. Soms wordt die ruis onderbroken. Zabelka maakt met hortend en stotend en snel spel een einde aan de rustgevende natuur van het werk. Ruis is er ook in het twaalfde stuk, waarin de factor noise een grote rol speelt. De viool neemt een confronterende houding aan en krijgt weerwoord van elektronische tonen. Het is het heftigste stuk op het album maar ook een van de meest intrigerende. Ook het dertiende deel is er een waarin noise een hoofdrol speelt, nu in de vorm van een oscillerende drone. Het vioolspel is aanvallend en wordt beantwoord door tonen afkomstig van de geluidsspectra van de viool. De intensiteit neemt alsmaar toe.
In schril contrast met ‘#12′ en ’13’ staat het slotstuk ‘The Quantum Violin #14′. Het is een ambientstuk dat is gebaseerd op Zabelka’s geluidsinstallatie ‘For Pauline Oliveros’, dat geherstructureerd is door Hall. Het is ook een sonische samenvatting van The Quantum Violin, bezien vanuit een ander perspectief. Zo lijkt het althans. Het is een stemmig einde van een album waarop ontzettend veel gebeurt, zoveel dat het je hersenen doet kraken en het je doet duizelen van de muzikale ideeën en klankenrijkdom. Het is niet de makkelijkste kost, maar het intrigeert van begin tot eind.