Excelsior, 2018
Anderhalf jaar na het schitterende debuut komt Canshaker Pi met de opvolger. Aan goede liedjes geen gebrek, kennelijk. Is dat zo? Ja dus. Naughty Naughty Violence bewijst dat we hier niet met een band te maken hebben die met het debuut piekt en vervolgens de neerwaartse lijn inzet. Hoe de band dat doet, is een raadsel, maar de geweldige nineties indierocksongs worden schijnbaar achteloos uit de mouw geschud. Zo klinkt het althans.
De afgelopen anderhalf jaar was het Amsterdamse kwartet veelvuldig te vinden in het Nederlandse clubcircuit en op festivals, waar steevast een uitstekende indruk werd achtergelaten. De optredens waren energiek en de bandleden op een aanstekelijke manier enthousiast. Een paar nieuwe nummers werden alvast ingepast in de setlist en dat zal ertoe hebben bijgedragen dat de band elk optreden fris oogde en alles gaf.
Logisch gevolg is het nieuwe album. Net als Canshaker Pi is Naughty Naughty Violence een plaat waarop de jaren negentig nooit ver weg zijn en waarop bewezen wordt dat rafelrandjes en scherpe kantjes niet weggeslepen dienen te worden maar dienen te worden gekoesterd. Ook op de nieuwe plaat is de invloed van Pavement aanwezig, maar zonder dat opzichtig leentjebuur wordt gespeeld. Canshaker Pi vist simpelweg in dezelfde vijver, die kennelijk nog lang niet leeg is.
De plaat opent opvallend met een elektronische beat, maar de Amsterdammers maken daarna snel duidelijk dat zij niet van zins zijn af te wijken van het indie/slackerrockpad. ‘Pressure From Above’ is een fris rocknummer dat de lijn van de eerste plaat doortrekt. Daar is in dit geval helemaal niets mis mee. Canshaker Pi klinkt energieker dan Pavement en neemt in het gitaargeraas geen gas terug. De bandleden mogen een paar koortjes zingen, maar de hoofdmoot van de vocalen is voor Willem Smit, wiens stem een aangenaam ruw randje heeft.
Naughty Naughty Violence is een tegendraadse en stekelige gitaarplaat, waarbij het liedje toch steeds overeind blijft. Zo kent ‘Tonsil’ een hoekig ritme, terwijl de melodie toch lekker catchy is. Het allermooist zijn echter de dissonant langs elkaar schurende gitaren. Als het kort kan, houdt Canshaker Pi het kort, getuige ‘Sooner/Later’ en ‘But Why’, die slechts een dikke minuut nodig hebben om hun noisy punt te maken. Om lekkere rammelriffs zit de band ook niet verlegen, zo wordt bijvoorbeeld bewezen met ‘Smurf’. Een enkele keer is Sonic Youth niet ver weg, zoals in de melodie van ‘If Kelly Doesn’t, Then Who Will?’, dat een lang intro kent met een mooi drumpatroon.
Een dik half jaar geleden stond Canshaker Pi in Doornroosje in Nijmegen in het voorprogramma van Parquet Courts. De gitaarlick in ‘No Sack, No Way’, een van de sterkste songs op het album, lijkt op die Amerikaanse band (luister bijvoorbeeld naar ‘Berlin Got Blurry’ van de laatste Parquet Courts-plaat), maar ook hier zonder dat het ook maar riekt naar epigonisme. De twee melodieën die door elkaar worden gezongen, mengen prachtig. En het houdt niet op met de prachtsongs, want ook ‘Put A Record Out’, dat harder en energieker is dan de voorgaande song en er tegen het einde nog een schep bovenop doet, is er zo een, uiteraard met een hoofdrol voor schurende en jengelende gitaren.
De band brengt de muziek in wat rustiger vaarwater met ‘Legless’, nog een hoogtepunt met zijn lange, simpele maar zeer doeltreffende intro, ingehouden vocalen en tinkelende Pavement-gitaren. Het gas gaat er weer op in ‘The Indie Academy’, een toonbeeld van hoe een uptempo indierocksong hoort te klinken: ongepolijst, melodieus en dynamisch. ‘Half Book’ gaat op dezelfde voet verder, voordat de band met afsluiter ‘Beautiful World’ laat zien ook in staat te zijn spanning op te bouwen om naar een climax toe te werken.
Het debuut van Canshaker Pi was een fantastische indierockplaat, maar wat is Naughty Naughty Violence dan? Nou, gewoon nog beter.