Hominid Sounds, 2018
Drie muzikanten uit verschillende bands treffen elkaar “to make an unholy drone noise”. Zo wordt Wart Biter geïntroduceerd op de bandcamp-pagina van Hominid Sounds, het label waarop het resultaat van het samenkomen is uitgebracht (op cassette). De omschrijving is zo gek nog niet, want saxofonist Colin Webster, drummer Thomas Fuglesang en synthspeler Mat Rowlands weten hoe een verslavende bak herrie te maken. Er is echter meer op Wart Biter te vinden dan alleen dat.
Colin Webster hoeft op dit blog nauwelijks nog introductie. De eigenwijze Londense saxofonist is onder andere te vinden in Kodian Trio (vrije improvisatie, freejazz) en Sex Swing (noiserock). Beide genres zijn terug te horen bij het trio waar het hier om gaat. Drummer van dienst Fuglesang speelt in het met elektronica experimenterende duo Gum Takes Tooth en de gestoorde rockband Luminous Bodies en synthman Rowlands is te vinden in Alien Sex Fiend, een al sinds 1982 bestaand deathrock/gothic/post-punk/industrial/noiserock-gezelschap.
Het moge duidelijk zijn: het kan vele kanten op als je deze drie muzikanten bij elkaar zet. Toch is Wart Biter geen album met een ratjetoe aan stijlen geworden. Uiteraard zijn de invloeden van de bands waaruit de leden van het trio afkomstig zijn, aanwezig in de muziek van Wart Biter, maar noiserock en vrije improvisatie vormen de hoofdmoot op het behoorlijk coherente album.
Waar het tio niet consistent in is, is de lengte van de tracks. Zo duurt de gierende binnenkomer ‘Soft Opening’ slechts negenendertig seconden, waar het daaropvolgende ‘Stow Faker’ maar liefst elfenhalve minuut in beslag neemt. Dat is het nummer dat de toon zet met een dwingend pulserende, droney synth-baslijn, enkele ijle syntheffecten, trage drumslagen, ruisende cimbalen en sputterende baritonsax. Het stuk bouwt tergend langzaam en op spannende wijze op en komt pas echt op gang als Webster zijn baritonsax overblaast en heerlijk laat gieren, al dan niet vergezeld door Rowlands’ hoge synthklanken. Er wordt ook weer wat gas teruggenomen, om daarna een nog hardere en overdonderende kopstoot uit te delen.
Nog zo’n lange track is ‘Bagging Area’, openende met de basklanken van de synth en een redelijk conventioneel spelende Webster. Zodra Fuglesang zijn ritmisch rollende drumspel introduceert, is het drietal vertrokken voor een tien minuten durende trip. Drums en synth zijn verantwoordelijk voor de verslavende groove en Webster heeft vrij spel. Hij past perfect in het plaatje door niet al notenvretend te soleren, maar door zijn lange tonen te bezwangeren met vibrato en andere effecten. Fuglesang speelt zonder snare en Rowlands baslijn klinkt als een drone maar is toch ritmisch. Gestaag wordt de intensiteit verhoogd en toegewerkt naar een denderende climax.
In ‘Blackhorse Grind’ wordt gekozen voor ingehouden spanning. Het nummer blijft lang hangen in de aftastende, abstracte fase. De pulserende lage synthklanken dreunen in je oren, maar gaan deze keer niet vergezeld van voortstuwende drums. Fuglesang roffelt regelmatig op zijn toms maar speelt geen ritmisch patroon. Websters lange tonen klinken vibrerend maar beheerst. Uiteindelijk wordt toch een ritme gespeeld door Rowlands, maar zachtjes, ingehouden. Webster fluistert bijna op zijn sax en Rowlands plaatst strategisch effecten. De spanning is sterk voelbaar en wordt nergens losgelaten. Op het laatst lijkt even naar een apotheose te worden toegewerkt, maar het gebeurt niet.
Dan zijn er nog een paar minder tijdrovende tracks aanwezig op Wart Biter. Het korte ‘Bitter War’ is snel, agressief, noisy en punky. Een slag in het gezicht. In het voortstampende ‘Messier 54’ wordt weer gekozen voor een dwingende groove van drums en synth. De baritonsax is voorzien van galm en klinkt wat verder naar achteren, waardoor het zware spel van Fuglesang en Rowlands sterk naar voren komt. Nog een heerlijk noiserock-track is ‘Monetizing The Eschaton’, traag en onontkoombaar groovend. Afgesloten wordt met het ultrakorte en chaotische ‘Brew It Rat’ (eenenveertig seconden).
De stevige geïmproviseerde muziek van Wart Biter mist zijn uitwerking niet. Zonder al te concreet te worden (de muziek houdt iets abstracts) weet het drietal een verschroeiende portie noiserock te produceren, ongepolijst en zwaar verslavend.