Moving Furniture/Tartarus, 2018
DNMF is de samenwerking tussen het experimentele duo Dead Neanderthals (René Aquarius en Otto Kokke) en elektronicapionier Machinefabriek (Rutger Zuydervelt). Dat die colllaboratie een vruchtbare is, bewees het drietal al in 2014 met de titelloze debuut-lp. De heren hebben elkaar vaker getroffen, want Zuydervelt is te horen op Endless Voids van Dead Neanderthals en in januari van dit jaar verzorgde Zuydervelt de soundtrack van de documentaire The Red Soul, in samenwerking met de Russische saxofonist Ilia Belorukov en Dead Neanderthals-drummer René Aquarius.
Nu is er de tweede plaat van DNMF, getiteld Smelter. Net als DNMF is het album uitgebracht op Moving Furniture Records, deze keer op lp én cd (en op cassette bij Tartarus Records). Het trio weet opnieuw te bekoren en als geheel is Smelter zelfs indrukwekkender dan de twee stukken die op DNMF zijn te vinden. De drie muzikanten zijn niet geïnteresseerd in het afzonderlijke, maar produceren één lang muziekstuk waarin de verschillende instrumentale stemmen opgaan in het geheel, een geheel dat verrassend veelzijdig uitpakt.
Dat de muziek als een eenheid klinkt, neemt niet weg dat die muziek gedetailleerd is. DNMF kiest niet voor een constante drone, maar wisselt van stemming, van textuur, van klankkleur en van dynamiek. Dat gebeurt op organische wijze, hoewel enkele overgangen groot zijn. Het trio blijft steeds gefocust en weet de aandacht negenendertig minuten lang moeiteloos vast te houden. Het stuk is een enerverende maar soms ook beklemmende luisterervaring.
Want ‘Smelter’ is een duistere trip. De zachte en lichte tonen aan het begin gaan al gauw vergezeld van een dreigende ondergrond, zware klanken die weinig goeds voorspellen. Na een kleine twee minuten wordt de poort naar de hel opengedaan. Aquarius slaat hard en zwaar een traag ritme op zijn drumkit. Een ronkende drone vormt de basis voor een stuk drone/doom metal dat er stevig inhakt. De intensiteit neemt toe als naar een hogere toonsoort wordt overgeschakeld, wat een aantal keren gebeurt. Het aantal lagen neemt toe, zodat een orkestrale klank ontstaat die gaandeweg behoorlijk brute vormen aanneemt.
Na twaalf minuten desintegreert de massieve muur van geluid en uit de restanten ontstaat een sereen stuk met mooie lange klanken, waarachter echter een donker gevaar schuilgaat. De spanning bouwt op, maar waar duidt die onheilstijding op? Laag wordt op laag gestapeld en uiteindelijk volgt de ontlading. Die brengt echter geen verlossing, want het stuk gaat met nieuwe, logge doomstappen verder, waarbij het geluid zowaar nog voller, orkestraler en zelfs majestueus klinkt, met overdonderend effect. De grens tussen orkestrale klanken en noise is een dunne, zo blijkt. Het is er in ieder geval een die door DNMF met gemak wordt overschreden.
De climax is een imposante, maar het mooiste moet nog komen. Met nog een kwartier op de klok wordt de intensiteit losgelaten en volgt een lange uitloop. De explosie is geweest maar ijlt langdurig na. Langzaam maar zeker ontstaat een prachtig, bijna plechtig en verstild slot. De zware drone blijft nog een tijd naronken, als een vuur dat na de strijd geleidelijk uitdooft. In de restanten van de uitbarsting ontstaan nieuwe klanken en begint een koor zachtjes te zingen. Op de plek van het slagveld heerst nu rust, maar de uiteindelijk wegstervende klanken blijven herinneringen aan de gewelddadigheden oproepen.
Dan is het stil. En Opduvel is er ook stil van. Deze komt even aan. ‘Smelter’ is een luistertrip waarin overweldigende kracht en verstilde pracht een even onuitwisbare indruk maken. Vooral de manier waarop via een gigantische climax naar een berustend einde wordt toegewerkt, is ontzagwekkend. Deze schijf is gedoemd om heel vaak rondjes te draaien.