Clean Feed, 2018
De Portugese trompettiste Susana Santos Silva is een met enige regelmaat in ons land spelende muzikante. Zij studeerde in het verleden aan de hogeschool Codarts in Rotterdam en onlangs trad zij op in het Bimhuis in Amsterdam met haar kwintet Life And Other Transient Storms. De trompettiste maakte lange tijd deel uit van het Orquestra Jazz de Matosinhos. Zij is ook te vinden in kleinere gezelschappen, zoals het LAMA Trio (met bassist Gonçalo Almeida en drummer Greg Smith). Met de Zweedse bassist Torbjörn Zetterberg maakte zij de cd’s Almost Tomorrow (2013) en If Nothing Else (2015) en met de Sloveense pianiste Kaja Draksler This Love (2016).
All The Rivers, Live At Panteão Nacional wordt gepresenteerd als solo-album van Santos Silva. Zij is ook de enige muzikante van vlees en bloed die te horen is op de plaat. Toch is niet echt sprake van een soloplaat, want het betreft hier een duet tussen de trompettiste en het Panteão Nacional, een kerk in Lissabon waarvan de bouw is begonnen in de zeventiende eeuw maar die pas is voltooid in de twintigste eeuw. Het monumentale gebouw doet met zijn robuuste akoestiek met veel galm en andere hindernissen dienst als tegenwicht voor het trompetspel en vervult daardoor een essentiële muzikale functie.
Santos Silva speelt een ruim eenenveertig minuten durende improvisatie die niet voorspelbaar is, maar waar wel een duidelijk idee achter schuilt. Het lijkt alsof de Portugese alle obstakels en alle hoeken, gaten en kieren van het gebouw onderzoekt met haar trompetspel. Het gebouw weerkaatst dat spel, geeft Santos Silva haar eigen spel terug en daarop reageert zij weer. Zodoende ontstaat een duet van een vrij bewegende en een statische speler.
Santos Silva is geen improvisator die het moet hebben van onconventioneel trompetspel of toegevoegde hulpmiddelen, al speelt zij op dit album ook tin whistle en bellen. Haar trompettoon is helder, heeft soms een rafelrandje, maar neemt geen echte tegendraadse vormen aan. Santos Silva zal zich ook thuis voelen in traditionele jazz, maar toch is zij regelmatig te vinden in meer avant-gardistisch ingesteld gezelschap. Het experiment van de trompettiste zit in de muzikale setting, het samen met anderen improviseren, of zoals hier door het verkennen van de mogelijkheden van het gebouw waarin en waarmee zij speelt.
‘All The Rivers’ is een lang stuk zonder climaxen, dat echter ook niet is opgebouwd uit achter elkaar geplakte gedeelten. Het is echt één lange improvisatie, waarin overigens wel met korte stiltes wordt gespeeld die onderdeel uitmaken van de muziek. De trompettiste krijgt de voluit geblazen, ronde tonen als echo terug, terwijl het gedempte spel veel minder respons krijgt van de kerk. Santos Silva speelt met die mogelijkheden, steeds van dynamiek wisselend en de resonantie van het gebouw peilend. Een enkele keer produceert de trompettiste een grommend geluid of gaat zij over op staccato klanken.
De beheersing voert echter de boventoon en dat is ook waar Santos Silva grote indruk mee maakt. Haar spel is bedachtzaam en de gespeelde lijnen zijn vaak vrij kort, zodat de weerkaatsing door het gebouw de ruimte krijgt om door te klinken. Dat gebouw reageert weer heel anders zodra de muzikante de tin whistle bespeelt of met bellen in de weer is. Waar de volle trompetklank een gloedvolle echo oplevert, wordt de dunne hoge klank van de fluit met veel minder overtuiging teruggekaatst. Ook als Santos Silva de bellen laat klinken, komt de echo minder duidelijk naar voren.
Maar de nadruk ligt natuurlijk op het trompetspel. Santos Silva toont haar grote klasse door de melodische en dynamische variëteit die zij aanbrengt in haar spel en door haar vermogen te luisteren naar de weerklank van het Panteão Nacional, om daar vervolgens gebruik van te maken in haar improvisatie. Resultaat is een ronduit imponerend en welluidend album.