Multikulti Project, 2018
In de laatste maand van 2017 werd op dit blog aandacht besteed aan het Poolse platenlabel Multikulti Records. Op dat label is vorig jaar de Spontaneous Music Tribune Series gestart, genoemd naar een Pools blog over vrije improvisatie. Inmiddels is de serie aan de zesde uitgave toe en opnieuw betreft het muzikanten afkomstig van het Iberisch Schiereiland, Portugal deze keer. Met de titelloze cd van het trio Rajada zet het label de reeks sterke uitgaven voort.
Jazztrio’s bestaande uit sax, drums en cello zijn niet erg dik gezaaid. Meestal neemt een contrabassist plaats naast de saxofonist en de slagwerker. Clusone 3 (Michael Moore sax, Han Bennink drums en Ernst Reijseger cello) is een goed voorbeeld van een trio dat liet horen hoe goed een cello in een improviserend trio past. Recente voorbeelden zijn Ballister (met Fred Lonberg-Holm op cello), waarvan vorig jaar het schitterende Slag verscheen, en het Rodrigo Amado Motion Trio, waarvan eind 2016 het al even prachtige Desire & Freedom uitkwam. Cellist in dat laatste trio is Miguel Mira en hem vinden we terug in Rajada.
De andere twee muzikanten van Rajada zijn saxofonist Pedro Sousa en drummer/percussionist Afonso Simões. Laatstgenoemde was/is te vinden in de bands Curia, Space Collective 3 en Gala Drop en het duo Fish & Sheep. De slagwerker voelt zich thuis in gezelschappen van muzikaal verschillende pluimage en gaat het gebruik van elektronica niet uit de weg, iets wat op Rajada achterwege blijft. Met gitarist Manuel Mota vormde Simões ook een duo en daarvan verscheen in 2016 de cassette Live at Gordy’s I, II. Sousa vormde duo’s met organist David Maranha en bassist Hernani Faustino en een duo met slagwerker Gabriel Ferrandini, met wie hij ook in trioverband was te horen met als derde muzikant Johan Berthling en Thurston Moore. Ook Sousa is met elektronica niet onbekend, getuige zijn albums met Heu{s-k}ach (I Know What Tomorrow Will Bring, 2011) en Gigantiq (Rooms Over Views, 2017)
Op Rajada zijn twee lange improvisaties te horen van ruim tweeëntwintig minuten (‘Atazana’) en ruim zesendertig minuten (‘Desata’). Het trio zet in op pure vrije improvisatie, zonder poespas maar met gebruikmaking van de speeltechnieken die de muzikanten in hun bagage hebben. Dat betekent dat er vrijwel geen beperkingen zijn; onderweg is alles toegestaan en van de muzikale vrijheid wordt gretig gebruik gemaakt. Die gretigheid komt naar voren in de speelvreugde, ideeënrijkdom en muzikale uitvoering.
In vergelijking met Ballister en Rodrigo Amado Motion Trio, is Rajada ergens in het midden tussen die trio’s te vinden. De Portugezen komen een paar keer in de buurt van de kracht van Ballister, maar niet helemaal, en de beheersing van Amado’s trio vinden we ook terug, maar in iets mindere mate dan dat trio laat horen. Het muzikale resultaat is er niet minder om, want Rajada maakt overduidelijk zijn eigen muziek, zonder bewust referentiekader, al wordt in de liner notes de invloed van Evan Parker op Sousa aangehaald.
De rol van Mira’s cello is in dit trio is essentieel. Het instrument geeft de muziek een lichtere klankkleur dan het geval is als een contrabas of basgitaar wordt gebruikt en daarnaast fungeert de cello net als een bas als tegenwicht voor het saxofoonspel van Sousa. De muziek van Rajada draait niet om het leggen van een groove, daarvoor is het spel van zowel Mira als Simões te vrij. Sowieso is geen van de drie muzikanten op zoek naar repeterende patronen en als zich er een aandient, wordt binnen niet al te lange tijd een andere richting ingeslagen.
De triobezetting en het spelen van lange improvisaties biedt de muzikanten mogelijkheden om hun eigen spel te spelen, individueel te zoeken, maar ook om elkaar spontaan te vinden, om muzikale ideeën uit te wisselen. Sousa is een saxofonist die het spel van zowel korte frases als langere notenreeksen goed beheerst. Zijn spel heeft soms rust, maar kan ook venijnig zijn en zijn toon is aan verandering onderhevig, want gevoelvolle klanken en robuust spel wisselen elkaar af. Simões is een onvermoeibare drummer die het leggen van een fundament niet als eerste prioriteit ziet maar die wel constant in de weer is om het zaakje gaande te houden, waardoor hij toch als katalysator fungeert.
Rajada laat een trio horen dat op vele muzikale vlakken van wanten weet. Het levert een avontuurlijk album op waarop op innovatieve wijze wordt geïmproviseerd en spanning wordt gecreëerd door drie gelijkwaardige muzikanten. Het gebeurt op bijna achteloze wijze, alsof Sousa, Mira en Simões al jaren dagelijks in elkaars gezelschap verkeren. Overgangen lijken geen enkele moeite te kosten en nemen en geven van ruimte gaan als vanzelf. De twee stukken zijn zeer lang, maar vervelen geen seconde. Een prestatie van formaat.