Clean Feed, 2017
Bassist Gonçalo Almeida is een productief muzikant. In de laatste maanden verscheen een drietal cd’s met de vanuit Rotterdam opererende Portugees: The Attic met Rodrigo Amado en Marco Franco, The Selva van het gelijknamige trio (Almeida, Ricardo Jacinto en Nuno Morão) en Hightailing van Bulliphant, een kwintet dat wordt gecompleteerd door drie Belgen (Bart Maris, Ruben Verbruggen en Thijs Troch) en een Nederlander (Friso van Wijck). In het laatste gezelschap wordt ook gestoeid met elektronica, met name door Troch.
LAMA bestaat naast Almeida uit de Portugese trompettist Susana Santos Silva en de Canadese, in Nederland wonende, drummer Greg Smith. Op het debuutalbum Oneiros uit 2011 musiceerde het drietal nog alleen, maar op opvolger Lamaçal werd de triobezetting met de Amerikaanse saxofonist/klarinettist Chris Speed uitgebreid tot kwartet. In 2015 verscheen de derde plaat, The Elephant’s Journey, en daarop wordt het trio aangevuld met de Belgische (bas)klarinettist Joachim Badenhorst. De samenwerking bevalt kennelijk goed, want ook op Metamorphosis is Badenhorst van de partij.
LAMA staat voor redelijk toegankelijke jazz met avant-gardistische trekjes. De muziek is minder onschuldig dan op het eerste gehoor lijkt en bevat de nodige stekeligheden, die soms aan de oppervlakte verschijnen en soms in een onderlaag verborgen zitten. De vier muzikanten zijn in hun samenwerking weer een stap verder en dat hoor je aan Metamorphosis af.
Evenals Bulliphant, wordt door LAMA gespeeld met elektronica, maar hier nemen Almeida en drummer Greg Smith dat deel voor hun rekening. De inbreng van elektronische elementen geschiedt subtiel en soms bijna ongemerkt; het gaat niet ten koste van de overwegend akoestische sound van het viertal.
Openingstrack ‘Metamorphosis I’ begint met elektronische klanken en keyboardspel, daarmee een rustige, ambientachtige sfeer scheppend. Het klarinetspel van Badenhorst sluit daar naadloos op aan. De enigszins vervormd klinkende bas van Almeida speelt kort een oosterse melodie, maar het blijft vooralsnog bij een aanzet; de muziek blijft de eerste vijf minuten sferisch.
Met die korte melodische frase van de bas wordt wel langzaam de overgang naar meer beweging ingeleid. De spannende elektronische drone wordt na een kleine zeven minuten verlaten. Santos Silva speelt nu de oosterse melodie en Badenhorst sluit daarop aan. Het samenspel van de twee blazers is prachtig, of zij nu unisono spelen of ieder een eigen melodie. Bijna ongemerkt verdwijnen de elektronische klanken. Badenhorst soleert, Almeida geeft tegengas, Smith ontregelt en Santos Silva sputtert. De intensiteit neemt toe doordat Almeida en Smith steeds robuuster gaan spelen. Badenhorst blijft onverstoorbaar zijn melodische spel spelen en krijgt even later gezelschap van Santos Silva. Met de weer opduikende elektronica wordt een luidruchtige finale gespeeld.
Dat contrasteert met de opening van ‘Metamorphosis II’, die wordt verzorgd door de door elkaar heen spelende blazers, maar ook hier is van rust al snel geen sprake meer. Smith tikt en slaat een tegendraads ritme en zodra Almeida een lopende baslijn speelt, wordt het spel steeds nerveuzer. Plots is de rust weer daar, al doet Smith zijn best om met plaagstoten die rust te verstoren. Bijzonder fraai is de trompetsolo van Santos Silva na zes minuten, waarin vaak geen glasheldere klanken worden geproduceerd, maar haar toon korrelig is, een rafelrandje heeft. Smith voegt er na een paar minuten tikkende geluiden aan toe. Deel twee van het drieluik eindigt met een loom en bluesy stuk dat overgaat in een snel en jazzy gedeelte.
Almeida’s diepe contrabas start ‘Metamorphosis III’. Na zijn solo legt hij het thema neer waar Santos Silva en Badenhorst overheen spelen. Silva toont haar klasse in een solo waarin zij moeiteloos switcht van laag naar hoog en terug. Almeida brengt het tempo weer terug en nu is het Badenhorst’s beurt voor een melodieuze solo. Aan het eind wordt de elektronica nog even in stelling gebracht.
‘Metamorphosis’ is van de hand van Almeida, maar de plaat telt nog twee stukken. ‘Comacina Dreaming’ is een compositie van Badenhorst. Aan het begin klinken keyboards en elektronica. In die klanken gaat echter ook de basklarinet van Badenhorst schuil. Santos Silva soleert met de nodige rust, terwijl de elektronica de onrust creëert. Af en toe doet het spel van Santos Silva in dit stuk denken aan Dave Douglas ten tijde van Charms of The Night Sky of Mountain Passages. De elektronica verdwijnt weer ongemerkt naar de achtergrond en Badenhorst is nu de snel spelende partij. Het album eindigt met ‘Dark Corner’, van Smith, waarin Almeida een trage baslijn speelt en Santos Silva en Badenhorst beurtelings of samen het thema verzorgen. De mooie melodie is somber en langzaam.
Het trio LAMA aangevuld met Joachim Badenhorst is een gouden combinatie, zo laat na The Elephant’s Journey ook Metamorphosis horen. De vier muzikanten lijken voor elkaar gemaakt, vinden elkaar zowel op melodieus als experimenteel vlak. De composities zijn op zich al sterk, maar de manier waarop die al improviserend worden ingekleurd, is ronduit fascinerend. Wonderschone muziek met een scherp randje.