Raw Tonk, 2016

Niet lang na het verschijnen van The Small Departs, The Great Approaches komt het Raw Tonk-label opnieuw met een cd van Andrew Cheetham (drums), Colin Webster (saxofoon) en Otto Willberg (bas). Voor Plastic Knuckle wordt de bezetting uitgebreid met gitarist David Birchall. Van exact dit viertal verscheen vorig jaar al de cassette Night Streets Of Madness. De Britten kennen elkaar dus, en niet alleen van die ene uitgave. Her en der zijn samenwerkingen tussen de verschillende leden van dit kwartet te vinden.

Zoals wellicht bekend is Raw Tonk het label van saxofonist Webster en is dat label gespecialiseerd in vrije improvisatie, free jazz en noise. De rauwe kant van het muziek maken staat centraal. Dat betekent ook dat geen sprake is van makkelijke kost, maar dat maakt de output van dit label des te interessanter; helemaal als je bedenkt dat tegenvallers eigenlijk niet te vinden zijn in de uitgaven van het label, zeker niet in het huidige kalenderjaar.

En dat geldt dus ook voor Plastic Knuckle, waarop iedere muzikant zo veelzijdig in de weer is, dat je als luisteraar oren tekort komt. Het zeventien minuten durende titelstuk opent de plaat en daarin wordt al snel inventief door elkaar heen gemusiceerd. Webster is te horen op alt-saxofoon en klinkt daardoor wat lichter, maar niet minder energiek dan op tenor- of baritonsax. Hij en Birchall zijn volledig aan elkaar gewaagd, zoals ook te horen is op de eerder dit jaar verschenen duo-cd Gravity Lacks. Na vijf minuten belandt de muziek in rustiger vaarwater, valt de gitaar even weg en wordt Websters saxspel verrijkt met een vrij hoog basloopje van Willberg en drums- en bekkenspel van Cheetham dat ruimte laat. Birchall meldt zich even later weer met voor zijn doen redelijk helder gitaarspel. Lang duurt het allemaal niet, want al gauw klinken sax en gitaar giftig en gruizig en is het drumspel alomtegenwoordig. Willberg en Birchall spelen een duo, waarbij het soms lastig onderscheid maken is tussen bas en gitaar. Webster begeleidt even later de twee met smak- en zuiggeluiden op zijn sax, even later overgaand in zeer goed geplaatste riedels. Birchalls weerbarstige gitaarspel en Cheethams smaakvolle tikken op bekkens, hi-hat, trommels en de rand van de trommels maken het fijne muzikale plaatje compleet in een stuk waarin zoveel gebeurt dat het beschrijven ervan eigenlijk onbezonnen werk is.

De grote verrassing op Plastic Knuckle is ‘Ghost Dance’, dat allerminst dansbaar is maar voor het overgrote deel juist een stilstaand, ambientachtig stuk muziek. Waar op het titelstuk veel korte klanken of een aaneenschakeling daarvan te horen zijn, worden op ‘Ghost Dance’ de lange tonen beproefd. In het begin zijn hoge gitaarklanken te horen die bijna als een soort bellen klinken. Websters baritonsax en Willbergs bas leggen het drone-achtige tapijt waar Birchall overheen musiceert. Na vijf minuten wordt de luisteraar enkele slagen op deksels gewaar en begint het stuk langzaam iets meer beweging te krijgen, waarbij baritonsax en bas wat meer op de voorgrond treden. Birchall en Cheetham vormen samen een duo, waarbij Webster nu geen drone maar een stuwende, ronkende ondergrond onder legt. Gitaareffecten zijn er legio, maar nergens giert Birchall uit de bocht; alles klinkt volledig gecontroleerd, al wordt na zo’n twaalf minuten robuuster terrein opgezocht. In het laatste gedeelte krijgt dit spannende stuk tempo, vooral door toedoen van Cheetham, die vooral met bekkens in de weer is.

Het kortere, afsluitende ‘Low Level Curlew’ klinkt na de ingehouden spanning van ‘Ghost Dance’ als een verlossing. In het stuk wordt weer naar hartenlust gezamenlijk en langs elkaar heen gemusiceerd en dat stemt vrolijk. Na de gecontroleerde ijle gitaarklanken in het vorige stuk, klinkt Birchall hier weer vrijer en vooral ook onnavolgbaar.Ook Cheetham en Webster (nu weer op alt) laten zich gaan en Willbergs bas klinkt opmerkelijk lager dan in de vorige twee stukken. Het zijn de ingrediënten van deze heerlijk energieke freejazz-afsluiter.

What’s next? Dat is de vraag die opkomt nadat weer een zeer geslaagde cd van het Raw Tonk-label is beluisterd. De muzikanten op Plastic Knuckle zijn gelukkig van het productieve soort, dus waarschijnlijk hoeven we niet lang te wachten op nieuw werk van een van hen. Mocht het onverhoopt toch wat langer duren, dan biedt dit schijfje nog voor lange tijd luisterplezier, want de muziek daarop staat bol van muzikale inventiviteit, intensiteit en speelplezier.

David Birchall Website

Andrew Cheetham Website

Colin Webster Website

Otto Willberg Website

Raw Tonk Bandcamp