Vanuit Los Angeles opereert de Japans-Amerikaanse multi-instrumentalist en componist Patrick Shiroishi. De saxofoon is zijn hoofdinstrument, of beter gezegd: saxofoons zijn de hoofdinstrumenten, want Shiroishi speelt sopranino-, sopraan-, alt-, tenor- en baritonsax (en wellicht nog wel meer). Hij is actief in Corima, Upsilon Acrux, Nakata, In The Womb, Oort Smog, Sunreader, Danketsu 10, Kogarashi en Borasisi. In de tour die Godspeed You! Black Emperor vorig jaar in Amerika ondernam, mocht Shiroishi in twee concerten komen opdraven, dus zijn kwaliteiten worden niet alleen in de (free)jazz- en vrije improvisatiekringen erkend.

Shiroishi’s output is op geluidsdragers is momenteel groot. Zo verschenen in maart van dit jaar maar liefst drie albums waarop zijn naam prijkt: twee soloplaten en een album van een trio met contrabassist Kyle Motl en cellist T.J. Borden. Hieronder aandacht voor alle drie de uitgaven, die elk op eigen wijze indruk maken.

Kyle Motl, Patrick Shiroishi & T.J. Borden – In This Failing Light

Confront, 2020

Tyler J. Borden is een cellist die gespecialiseerd is in moderne gecomponeerde muziek. Hij speelt solo en werkte met verschillende gezelschappen en met componisten als Brian Ferneyhough, Catherine Lamb, Josh Levine, Alvin Lucier en La Monte Young. Daarnaast is Borden improvisator. Samen met contrabassist Kyle Motl maakte hij twee albums, Consensual Fault (2016) en Apperception (2017).

Net als Borden is ook Motl van verschillende muzikale markten thuis, zowel als componist als improvisator als uitvoerder van moderne gecomponeerde muziek. In de laatste hoedanigheid werkte hij met onder andere Caroline Louise Miller, Celeste Oram, Asher Tobin Chodos, Hunjoo Jung en Anqi Liu. Ook hij treedt solo op, waarbij de grenzen van de mogelijkheden van de contrabas worden verkend.

Samen met Shiroishi vormen Motl en Borden een qua instrumentarium niet-alledaags trio en opvallend is natuurlijk de afwezigheid van een drummer. Die wordt echter geen moment gemist, want de drie improvisatoren weten op voet van gelijkwaardigheid tot fraaie resultaten te komen. Wie verwacht dat Shiroishi als zijnde de enige blazer in het trio het meest op de voorgrond treedt, komt bedrogen uit. De leden van het trio vervlechten hun individuele klanken, soms zelfs zo dat het onderscheid tussen de instrumenten vervaagt.

In This Failing Light telt drie stukken waarvan de titeltrack met 29 minuten veruit de langste is. De opening is voor Motl en Borden, de eerste slaand op en plukkend aan de snaren van zijn instrument en de tweede al strijkend experimenteel terrein opzoekend. Shiroishi mengt zich langzaam in het gewoel, gevoelvol en bijna behoedzaam spelend, alsof hij de magie van de bas en cello niet wil verstoren. Lang duurt dat niet, want zodra het hoge register wordt aangesproken gaat het volume omhoog. Cello en sax fladderen speels om elkaar heen, terwijl de contrabas de lage ondertoon vormt, niet rustig strijkend of plukkend, maar dezelfde intensiteit tentoonspreidend als waarmee Shiroishi en Borden te werk gaan.

Rond de zesde minuut wordt een moment van rust gevonden, maar die rust is schijn. De drie muzikanten zijn ongedurig om hun ideeën muzikaal vorm te geven, zodat ook in een lager tempo de spontane ingevingen elkaar in hoog tempo opvolgen. Al strijkend komen diepe tonen van de bas goed tot hun recht, terwijl de cello juist ijle klanken produceert. Shiroishi is de gevoelvolle factor. De instrumenten vreemde geluiden, gemaakt door het gebruik van onconventionele technieken, volgen. Shiroishi hoeft niet elk gaatje te vullen en laat Motl en Borden een paar keer als duo opereren. Hij pakt echter ook zijn momenten om te soleren over het spel van de cello en de bas. Alles lijkt mogelijk bij dit trio en veel wordt daadwerkelijk uitgevoerd. Zo worden ook enkele spannende dissonante passages gespeeld. De muzikanten zijn je als luisteraar steeds een stap voor: gewenning aan een muzikale frase treedt niet op, want de leden van het trio zijn alweer opgeschoven in een andere richting, individueel of gezamenlijk. Dus hoe lang de gezamenlijke improvisatie ook is, afdwalen is er voor de luisteraar niet bij.

In ‘Some Reason Long After’ wordt gestart met korte passages. Het individuele spel van ieder staat voorop maar past in het spel van de anderen. Het spel is vrij, vaak tegendraads en de mate van intensiteit varieert al naar gelang de spontane ingevingen daarom vragen. Van enige rust is geen sprake; de muzikanten zijn constant alert en hun spel is levendig en steeds in beweging. Met het blazen van lucht zet Shiroishi ‘Hands Clearly Trembling’ in gang. De muziek is nu wat beschouwender van aard, al blijven de muzikanten vanuit verschillende hoeken de schijnbare sereniteit bestoken. Na zo’n drie minuten is het gedaan met de rust en vormen de kleurrijke klanken van de drie instrumenten weer een woelig geheel.

In This Failing Light is een veelkleurig improvisatie-album van drie muzikanten die hun ervaring en technische kunnen niet zozeer etaleren als wel in dienst stellen van de improvisatie op zich, op het samen op spontane wijze vinden van een muzikale koers. Die koers is niet rechtlijnig maar hobbelig en bochtig. Deze triobezetting, hoewel niet alledaags, is in staat om individualiteit en samenspel op sublieme wijze met elkaar verbinden.

Patrick Shiroishi – Eye for an Eye

Armageddon Nova, 2020

Eye for an Eye is een vijfendertig minuten durende verkenning van de mogelijkheden van de sopraninosaxofoon. Dit kleine en binnen de saxofoonfamilie wat minder gangbare instrument leent zich uiteraard voor het spelen van hoge tonen en die krijgen we dan ook voorgeschoteld, maar dat is natuurlijk niet het hele verhaal.

Shiroshi opent de lange improvisatie met enkele korte frasen. Tussen die frasen in laat hij stiltes vallen, die een belangrijk onderdeel vormen van de improvisatie. Na elke korte stilte volgt een nieuw stuk, een nieuwe oriëntatie op het instrument. Shiroishi legt al in een vroeg stadium veel van zijn kunnen bloot. Zo zijn er lange tonen die in elkaar overlopen en soms zelfs over elkaar heen worden geplaatst, waardoor een multifonisch effect ontstaat.

Het korte spel op de vierkante centimeter gaat de saxofonist ook niet uit de weg. Soms leidt dat tot snelle melodische lijnen, soms tot ritmische exercities of trillers en Shiroishi deinst er ook niet voor terug om de pijngrens op te zoeken. Het technische kunnen is overduidelijk groot, maar de muzikant onderscheidt zich doordat zijn spel nooit klinische vormen aanneemt maar is geladen met emotie. Achter elke gespeelde noot zit een muzikant die zich met hart en ziel inzet.

Naarmate het stuk vordert, komt Shiroishi tot wat langere frasen, afgewisseld met kortere stukken. Mooi is hoe rond de twaalfde minuut razendsnelle loopjes na een korte pauze worden gevolgd door lange lijnen, terwijl nergens de indruk ontstaat dat het om twee losse fragmenten gaat. De ene passage ontstaat uit de andere, ook als daar een stilte tussen valt. Of misschien ontstaat de tweede passage uit de stilte en is die stilte de benodigde rust na de voorgaande levendigheid.

Opvallend is ook de manier waarop Shiroishi het blazen van lucht en iele tonen combineert. Zo ontstaat spanning, die nog eens versterkt wordt als de saxofonist korte stiltes laat vallen om daarna de draad weer op te pakken. Het schuurt, het wringt en het kraakt, maar toch is sprake van muzikale schoonheid, die wellicht schuilt in de tegenstelling – tussen weerbarstigheid en het gevoel voor esthetiek – die de muziek oproept.

En hoe snel Shiroishi ook speelt en hoe hij zijn instrument soms lijkt te geselen: altijd is er een gevoel voor melodie. Niet dat er melodische lijnen worden neergelegd, zo makkelijk wordt het je als luisteraar niet gemaakt, maar elk onderdeel van de lange solo is behept met een melodisch idee. Daarnaast wekt de volledige controle die Shiroishi over de sopraninosax heeft, ook als hij dat instrument agressief laat gieren, bewondering.

Het sterke punt van Eye for an Eye is dat coherentie en verrassing samengaan. Niets is voorspelbaar en tegelijkertijd zijn er geen overgangen die zo abrupt zijn dat ze afbreuk doen aan de ambiance, de toonzetting van het stuk als geheel. Het is geen verzameling losse frasen, maar een spontane solo die van begin tot eind de indruk wekt dat de muzikant een duidelijk en persoonlijk doel voor ogen heeft. En wat is het eigenlijk een mooi instrument, de sopraninosax.

Patrick Shiroishi – Descension

Thin Wrist, 2020

De andere in maart 2020 verschenen soloplaat van Shiroishi, Descension, is eveneens een zeer persoonlijk album, met een nog iets grotere emotionele lading dan Eye for an Eye. De man uit Los Angeles speelt op deze uitgave tenorsax en daarnaast maakt hij gebruik van effecten en gebruikt hij zijn stem. De effecten stellen Shiroishi in staat om het geluid van zijn sax te vervormen, om loops te creëren en om meerdere lagen over elkaar te leggen.

Net als op het in 2017 verschenen solo-album Tulean Dispatch speelt in de muziek (en ook het artwork) een buiten de Japans-Amerikaanse gemeenschap bijna vergeten stuk Amerikaanse geschiedenis een voorname rol. De grootouders van Shiroishi zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog in een concentratiekamp gevangen gezet, niet omdat zij niet loyaal waren aan de Verenigde Staten, maar puur en alleen omdat zij Japanse roots hadden. Dit overkwam ongeveer 120.000 mensen. De muziek op Descension wordt door deze bittere geschiedenis gekleurd.

Om rauwe emotie te verklanken wordt het maken van een flinke portie noise niet uit de weg gegaan en opener ‘Once There Was Only Dark’ opent dan ook met gemene feedbackklanken. Een sputterend ritme van de sax is waarneembaar, maar de feedback blijft er als een stoorzender doorheen klinken. Binnen alle herrie is er ook plaats voor een met emotie geladen melodie. Die emotie betreft droefheid, verdriet, en die komt echt binnen. Het verdringt de gemene klanken naar de achtergrond. Daarvoor in de plaats komen gelaagde saxklanken die de melodie van een fundering voorzien. De melodie verdwijnt vervolgens ook en tot slot volgt een ambientachtig gedeelte met een korte melodische opleving.

‘Grandchildren of the Camps’ start met verschillende thema’s die door elkaar worden gespeeld. Het klinkt gevoelig, maar een harde feedbackklank verstoort de rust. Shiroishi behandelt immers ook hier – zie ook de titel – geen vrolijk stemmende geschiedenis. Over de mooi samen klinkende lagen wordt de hoofdmelodie gelegd en die barst van de emotie, alsof het verdriet eruit geschreeuwd wordt. De intensiteit van de onderlaag neemt langzaam toe maar wordt in het laatste gedeelte weer afgebouwd.

Het wordt nog veel intenser in ‘Tomorrow Is Almost Over’, een tien minuten durende achtbaan van woede, agressie en wanhoop. Shiroishi speelt de longen uit zijn lijf, waarbij de klank is vervormd om het harde effect nog beter tot zijn recht te laten komen. De onder de hoofdlijn gelegde lagen zijn weerbarstig en dreigend. Ook als die achtergrond wegvalt, gaat de saxofonist onverdroten voort met zijn bijtende en rauwe solo. Met behulp van de effecten weet Shiroishi soms het geluid van een elektrische gitaar te benaderen. In het laatste gedeelte horen we Shiroishi’s stem, maar dat brengt geen genade: zijn kreten gaan door merg en been. ‘Tomorrow Is Almost Over’ is een compromisloos stuk zonder mededogen, maar een louterende luisterervaring is het ook.

Vreedzamer gaat het eraan toe in ‘Above The Black Heavens Is Endless (for Eno Lai and Lavinia Exume)’, een stuk waarin vocalen een hoofdrol spelen. Shiroishi blijkt niet alleen te kunnen schreeuwen maar ook een aangename zangstem te hebben. Die stem komt in verschillende lagen tot je. Maar al te makkelijk wil Shiroishi het de luisteraar niet maken, want daar doemt een zware drone op die de sereniteit van het stuk verstoort. De vervormde stem die vervolgens de hoofdmelodie zingt, krijgt door die vervorming en door her en der opduikende feedback een scherpe rand.

Zo eindigt dit afwisselende en zeer persoonlijke album, dat niet de makkelijkste kost biedt maar de avontuurlijke luisteraar die niet wegloopt voor scherpe randjes en noisy effecten veel om van te genieten voorschotelt. Een fantastische plaat van een muzikant die waarschijnlijk nog meer in zich heeft. Het volgende album is al aangekondigd.

In This Failing Light bandcamp

Eye for an Eye bandcamp

Descension bandcamp

Patrick Shiroishi website

Kyle Motl website

Tyler J. Borden website