Rietblazer Ab Baars is al jaren een van de toonaangevende jazzmusici in Nederland. Hij heeft zijn eigen trio, vormt met zijn partner Ig Henneman het Duo Baars-Henneman en hij is lid van het ICP Orkest. Daarnaast heeft Baars met verschillende muzikanten, bands en ensembles gespeeld, variërend van Roscoe Mitchell, Roswell Rudd, Anthony Braxton en Cecil Taylor tot Sonic Youth en The Ex. Het onderstreept de muzikale ruimdenkendheid van de Nederlandse muzikant.

Onlangs is een drietal cd’s verschenen waarop Baars te horen is. De muziek op die drie schijfjes vormt een mooie staalkaart van het kunnen van de saxofonist, klarinettist en shakuhachi-speler.

Ab Baars – And She Speaks, A Collection Of Ballads

ab baars and she speaks

Wig, 2018

Baars waagt zich op zijn nieuwe solo-cd aan louter ballads. Geen bestaande songs, maar eigen composities waarin de invloeden van verschillende musici zijn verwerkt. Dat geldt ook voor de titels, die gedeeltelijk de titel van een meer of minder bekend werk bevatten. Wie bij het woord ‘ballad’ aan zoetgevooisde, romantische en gladgestreken muziek denkt, kan worden gerustgesteld: dit is geen verzameling gezapige ballads, maar een collectie eigenzinnige muziek die je qua opbouw en uitvoering ballads zou kunnen noemen, maar die zeker de nodige stekeligheden bevatten.

Dat Baars van poëzie houdt, bewees hij al eerder, bijvoorbeeld met zijn samenwerking met dichter Anneke Brassinga. And She Speaks gaat vergezeld van het gedicht ‘It is Born’ van de Chileense dichter Pablo Neruda. “Here I came to the very edge / where nothing at all needs saying” luiden de eerste twee regels van het gedicht en die treffen, zoals het hele gedicht, de sfeer van het album goed. Een innerlijke zoektocht en gevonden rust lijken muzikaal te worden verklankt.

Baars opent het album met de shakuhachi (Japanse bamboefluit) in ‘Saji Deep Safron’, een intiem stuk waarin naast de klank ook lucht en Baars’ ademhaling onderdeel vormen van de muziek. Het instrument keert verderop in het album terug in ‘And The Moon Swam Back’, een langer en ook experimenteler werk waarin rust en onrust afwisselen en een spel van spanning en ontspanning wordt gespeeld. De vele klankmogelijkheden van de shakuhachi komen goed tot hun recht, van ijle hoge klanken tot warme geluiden met veel lucht tot naar boven glijdende tonen.

In vier stukken speelt Baars tenorsax. ‘Naima Blue Saphir’ is natuurlijk beïnvloed door John Coltrane, wat enigszins te horen is in de toon die Baars hanteert. Baars legt echter veel meer rust in zijn spel dan Coltrane en volstaat met minder noten. In ‘Solitude Cadmium Yellow’ is de muzikant expressiever en agressiever in de weer, zichzelf en zijn instrument niet sparend. Met ‘Poor Wheel Persian Blue’ komt hij weer dichter in de buurt van een traditionele ballad, al lardeert hij zijn spel met wat weerbarstige speldenprikken. In ‘We’ll Be Together Again Blue Amber’ klinkt Baars scherper, al zijn er ook zachte, warme passages en duikt een enkele keer een brede of harde tenorsaxklank op. De verschillende frasen wisselen elkaar snel af, maar ondertussen blijft een duidelijke muzikale verhaallijn hoorbaar.

Resteren nog drie stukken waarop Baars de klarinet hanteert, twee gepositioneerd in het eerste gedeelte van het album en een het slotstuk vormend. ‘Body And Soul Cerulean Blue’ is een speels en avontuurlijk stuk, waarin vele facetten van het klarinetspel aan de orde komen. Soms lijkt de klarinet wel als een vogel te vliegen, om even later op de grond te hippen of door een boom te fladderen. Het daaropvolgende ‘And She Speaks Purple Amaranth’ contrasteert daarmee doordat de levenslust plaatsmaakt voor contemplatie en lange tonen de basis vormen van het beheerste stuk. In het afsluitende ‘Blame It On My Youth Cadmium Red’ wordt die basis juist door een heldere melodie gevormd.

A Collection Of Ballads dus, en de muziek straalt vaak ook een soort rust uit. Ingekaderd is de muziek niet. Baars laat zich niet vangen in een keurslijf, maar is volledig zijn vrije zelf. Het levert een prachtige cd op waarop de rietblazer zich van een veelzijdige kant laat horen.

Duo Baars-Henneman – Canzoni Di Primavera

duo baars-henneman canzoni di primavera

Wig, 2018

Vorig jaar brachten Baars en Ig Henneman de cd Trandans uit, een weergave van het concert dat het duo gaf samen met de Amerikaanse pianist Dave Burrell. Het nieuwe album sluit echter meer aan bij Autumn Songs, het album dat Baars en Henneman als duo maakten in 2013. Waar op dat album de herfst centraal staat, is dat op Canzoni Di Primavera de lente. Voor de tien stukken op de plaat liet het tweetal zich inspireren door teksten en gedichten over de lente van Erik Menkveld, Philip Larkin, Lucebert, Franz Schubert, Emily Dickinson, William Blake, Rose Ausländer, Wallace Stevens en Tomas Tranströmer.

De muzikale interpretatie van Baars en Henneman is een persoonlijke en een eigenzinnige, maar de link naar de geschreven woorden is er en komt naar voren in de sfeer die de beide musici scheppen. Maar ook op zichzelf beschouwd is de muziek van het duo rijk aan verbeeldingskracht, muzikaliteit en geestdrift. Henneman speelt uiteraard altviool en Baars afwisselend klarinet, tenorsaxofoon en shakuhachi.

Het positieve en verwachtingsvolle gevoel dat de lente met zich brengt, komt goed tot uitdrukking in opener ‘Réveil’. Het stuk is levendig en springerig als lammetjes in de wei, maar hier en daar duiken dissonanten op, een wat serieuzer ondertoon gevend aan het stuk. Mooi is hoe de twee instrumenten (in dit geval sax en altviool) bij elkaar kleuren in ‘The Trees’, een bedachtzamer stuk met veel unisono spel. Met name Henneman zorgt voor een licht melancholieke ondertoon op haar altviool. ‘Verwoed de Woede’, met Baars op shakuhachi, is een spel van luisteren en responderen waarin de muzikanten minder eenstemmig klinken in een weerbarstige zoektocht naar consensus.

In ‘Hügels Hang’, geïnspireerd door Schuberts interpretatie van een gedicht van Ernst Schulze, gaan fraaie akkoorden van Henneman op altviool samen met speels en melodieus spel van Baars op tenorsax. Mooi ongecontroleerd klinkt ‘A Light exists in Spring’, waarin het duo elkaar op tegendraadse wijze uitdaagt, de altviool regelmatig krast en de sax soms giert. Groot is de tegenstelling met ‘With dewy locks’, waarin lange tonen een prominente rol vervullen en spanning wordt gecreëerd. Daarna wordt de muzikale sfeer droevig met ‘That magical frontier’, een instrumentaal treurlied met Baars op klarinet.

Hoopvoller van toon maar ook dissonanter is het veranderlijke ‘Turmuhr’, waarin Baars’ sound op tenorsax eerst vol is en hij het lage register aanspreekt. Een stem draagt kort het gedicht voor. Daarna verandert Baars van toon en spreekt hij juist het topregister aan. In het laatste gedeelte speelt hij weer lage noten en is het Henneman die al krassend naar het einde toewerkt. Veel lichter is ‘No rou-cou’, dat de vrolijkheid van de lente lijkt te verklanken, al heet het gedicht waarop het stuk gebaseerd is ‘Depression Before Spring’ (Wallace Stevens). Baars en Henneman eindigen het album op stemmige en bijna verstilde wijze, met Baars weer op shakuhachi, in het bedachtzame ‘Zijdezwart’.

Geïnspireerd door de geschreven woorden, lijken Baars en Henneman op Canzoni Di Primavera de lente in al zijn facetten te behandelen in tien onderling verschillende stukken waar de muzikaliteit en vindingrijkheid vanaf spatten.

Baars/Kneer/Elgart – Live at Konfrontationen Nickelsdorf 2012

baars kneer elgart live at konfrontationen

Evil Rabbit, 2018

Konfrontationen is een festival dat al sinds 1980 jaarlijks wordt gehouden in het Oostenrijkse Nickelsdorf, vlakbij de Hongaarse grens. Het festival richt zich op avant-gardejazz en sinds de start heeft menige avant-garde- en freejazz-grootheid daar gespeeld. In 2012 speelde Ab Baars er samen met bassist Meinrad Kneer en drummer Bill Elgart. Een registratie van dat concert is nu op cd verschenen bij Evil Rabbit.

Live at Konfrontationen Nickelsdorf 2012 bestaat uit twee suites, een driedelig en een tweedelig, en een los stuk, getiteld ‘Nickelsdorf Fantasia’. De volledig geïmproviseerde stukken worden min of meer aan elkaar gelinkt en laten zich ook wel als bij elkaar horende delen beluisteren. Dat neemt niet weg dat de stukken kunnen verschillen als dag en nacht.

Je hoort de invloed van Albert Ayler op Baars’ spel op tenorsax in het eerste deel van de eerste suite. Het spel is volledig vrij. Kneer is opvallend aanwezig met zijn mooie diepe sound, glijdende tonen en snelle spel en de ervaren Elgart is de soepelheid zelve op snare, toms en cimbalen. Er zijn geen afspraken vooraf, maar het lijkt alsof het drietal wekelijks samen musiceert. Met een ritmesectie die flink tegengas geeft, blijkt Baars ook uitstekend uit de voeten te kunnen. Zijn spel is harder dan op de andere hier besproken cd’s maar hij hoeft niet per se de hele ruimte te vullen. Kneer en Elgart krijgen alle gelegenheid om hun kunnen te etaleren.

Met hoge basnoten worden het eerste en het tweede deel van ‘Nickelsdorf Suite #1’ aan elkaar gelast. Het is de inleiding tot een meer bedachtzaam en aftastend deel, waarin de zeer prominent aanwezige contrabassist en Baars op shakuhachi hun lijnen op elkaar afstemmen en Elgart voor beweging zorgt. In het derde deel wordt begonnen met een bassolo, waarna drums en klarinet zich erbij voegen en zich een ritmisch tegendraads spel ontvouwt. Baars excelleert op luide wijze op klarinet en het trio ontwikkelt een enorme power.

‘Nickelsdorf Suite #2′ wordt door drumspel met brushes geopend, waar tenorsax en contrabas hun voorzichtige maar nerveuze spel overheen leggen. Gaandeweg gaat Elgart zijn drumsticks gebruiken en wordt het spel van Kneer en Baars minder voorzichtig. Met name Kneer tovert de meest uiteenlopende klanken uit zijn instrument: stijkend, draaiend, wrijvend, schrapend en schurend. Baars laat zich van zijn robuuste kant horen, gemakkelijk schakelend tussen het hoge en lage register. Ritmische patronen op lage toms gaan gepaard met vrij basspel aan het begin van het tweede deel. Baars’ klarinet horen we pas na een kleine twee minuten. De voornamelijk lang aangehouden noten contrasteren met het drukke spel van de andere twee muzikanten. Als Baars overschakelt op sneller spel, valt daarbij zijn harde en ruwe toon op. De muziek wint meer en meer aan intensiteit.

Besloten wordt in een meer bedachtzame sfeer in ‘Nickelsdorf Fantasia’. De shakuhachi speelt de lange noten, de bas heeft de verstorende rol en de drums leggen de goed geplaatste accenten. Met dit stuk eindigt een kleine drie kwartier aan vrije improvisatie van drie elkaar perfect aanvoelende musici die elkaar in topvorm aantroffen op dat festival in Oostenrijk in 2012.

And She Speaks, A Collection Of Ballads bandcamp

Canzoni Di Primavera bandcamp

Stichting Wig website