Clean Feed, 2017

Een jaar geleden verscheen van Cortex het vierde album Live in New York. Een jaar verder is het tijd voor album nummer vijf. Dit kwartet bestaat uit Thomas Johansson (trompet), Kristoffer Berre Alberts (saxofoon), Ola Høyer (contrabas) en Gard Nilssen (drums). De muzikanten zijn te vinden in (jazz)bands als All Included, Bushman’s Revenge, Paal Nilssen-Love Large Unit, Team Hegdal, SAKA, Zanussi 5, Friends & Neighbors, AKODE, Honest John en The Heat Death.

Met Cortex leggen de Noorse muzikanten zich toe op het spelen van free jazz zoals Ornette Coleman dat eind jaren vijftig en jaren zestig deed met zijn pianoloze kwartet. Origineel is het allerminst wat de vier heren de luisteraar voorschotelen, maar wie maalt erom als de muziek met zoveel positieve energie en souplesse voor het voetlicht wordt gebracht? De composities zijn van de hand van Johansson en zijn thema’s, melodielijnen en ritmische patronen verraden direct zijn voorliefde voor de muziek van de twee jaar geleden overleden freejazz-grondlegger.

Bij het viertal uit Noorwegen hoef je geen verrassingen te verwachten en die biedt Avant-Garde Party Music dan ook niet. De sound is open, en soms zelfs kaal, door het ontbreken van een akkoordeninstrument als piano of gitaar. Høyer en Nilssen tonen zich net als op de vorige albums een krachtige en soepele ritmesectie die met gemak swing, groove en rock combineert, waardoor de muziek een geweldige drive krijgt. Het vormt de perfecte ondergrond voor de twee blazers, die de meeste thema’s unisono spelen en solerend veel vrijheid hebben.

Een duidelijk verschil tussen de vorig jaar verschenen liveplaat en het nieuwe studio-album, is de lengte van de stukken. Op Live in New York klokten twee nummers net boven de zeven minuten en een zelfs boven de twintig minuten. Avant-Garde Party Music bestaat uit acht redelijk compacte tracks, waarvan er geen de zesminutengrens haalt. Binnen de beknopte tijdsduur gebeurt in ieder nummer wel heel veel, niet in de laatste plaats doordat alle muzikanten van Cortex van het bedrijvige soort zijn.

Het album opent met ‘Grinder’ in klassieke A Shape of Jazz to Come-stijl. Alles gaat volgens het boekje: een kort thema van de blazers aan het begin en het eind en solo’s ertussenin die worden verbonden door het thema. Apart is wel dat het tempo bijna ongemerkt omhoog gaat nadat het thema de eerste keer is gespeeld. De ritmetandem speelt een onweerstaanbare groove. Het energiepeil gaat verder omhoog met ‘Chaos’, waarin aan het begin en eind kort en plagerig een start-stop-spel wordt gespeeld. Johansson en Alberts tonen zich gelijkwaardige solisten, waarbij vooral Alberts soms gierend en scheurend uit de hoek komt.

Een ‘walking bass’ opent ‘Waltz’, dat de gemoederen even tot bedaren brengt. Het thema is simpel maar effectief en bestaat gedeeltelijk uit slechts een paar losse noten. Johanssons trompetsound heeft in zijn solo een klein rafelig randje en Alberts horen we hier op sopraansax. Op het tragere stuk volgt het zwaar aangezette ‘(If You Were) Mac Davis’, waarin Høyer en de alomtegenwoordige Nilssen een massieve ondergrond leggen en even later overgaan op een rockgroove. Johansson soleert met gedempte trompet, aanvankelijk over het door Alberts gespeelde thema heen en even later slechts begeleid door bas en drums.

Veel jazzier klinkt ‘Disturbance’, waarin Nilsssens spel op bekken en de rand van de snare opvalt, naast de watervlugge solo van Johansson. In ‘Observe/Reverse’ krijgt de ritmesectie zijn solospot, eerst Høyer met een geplukte bassolo, waarin de diepe klank van het instrument goed tot zijn recht komt, en daarna Nilsssen die ritmische en a-ritmische slagen combineert en zijn hele drumkit in stelling brengt. Uiteindelijk mondt het stuk uit in een lome blues.

Johansson opent ‘Perception’ solo. Het beheerste thema wordt gevolgd door een solo voor de contrabas, die later gezelschap krijgt van een klagende saxofoon, die vervolgens het thema onder handen neemt, waar de trompet zich bij voegt. Een schitterend rustpunt. Met ‘Off Course’, dat wordt ingeleid door donderende en klaterende drums, eindigt het album energiek. Alberts blaast een knotsgekke solo. Het thema is krachtig en wordt door beide blazers vol overtuiging gespeeld.

Met Avant-Garde Party Music biedt Cortex weinig nieuws onder de zon, maar kwaliteit biedt het kwartet des te meer. Het is een feest om naar deze daadkrachtige en gloedvolle jazz te luisteren. Koerswijzigingen zijn in dit geval niet gewenst; laat deze Noren nog maar vaak dezelfde soort plaat maken.

Cortex website

Thomas Johansson website

Gard Nilssen website