Gizeh, 2017
Astrïd is een post-rockkwartet (aanvankelijk duo) uit het Franse Nantes dat tot nu toe een viertal albums het licht liet zien. De band bevindt zich in de wat rustiger hoek van het genre en de invloeden uit klassieke en geïmproviseerde muziek, de filmische sfeer en vooral het mooi uitgekiende instrumentarium maken elk van de vier platen het beluisteren zeker waard. Samen met Sylvain Chauveau vormden drie van de vier Astrïd-leden Butterfly In The Snowfall, waarvan in 2014 een titelloos album verscheen.
Rachel Grimes is een pianiste en componiste afkomstig uit Louisville, Kentucky, en haar muziek kan gemakshalve worden geschaard onder de noemers kamermuziek en modern klassiek, maar ook post-rock. Zij maakt(e) deel uit van de band Rachel’s, naar eigen zeggen een ‘indierock chamber ensemble’, waarvan in 2005 de laatste ep Technology Is Killing Music verscheen. Vanaf 2009 heeft zij onder eigen naam drie albums en een ep uitgebracht. Grimes is ook te horen op Become Zero van Helen Money.
Vanaf de tijd dat Grimes soloplaten ging maken, was er al contact met Astrïd en dat heeft geresulteerd in de gezamenlijke release Through The Sparkle. De opnames dateren uit de jaren 2013 tot en met 2015 en het geheel klinkt alsof zeer zorgvuldig is afgewogen wat ten lange leste op het album zou moeten verschijnen. De muziek heeft een sferisch karakter en laveert tussen modern klassiek, post-rock, ambient, folk en jazz, waardoor uiteindelijk een moeilijk te definiëren eigen stijl ontstaat.
Uiteraard is de piano van Grimes volop aanwezig, maar de viool van Vanina Andréani en (bas)klarinet van Guillaume Wickel zijn ook op de voorgrond tredende instrumenten, het strijkinstrument wat vaker dan het blaasinstrument. De muziek klinkt wat braaf en minutieus geconstrueerd. Het experiment vindt niet plaats op de voorgrond maar in de begeleidende partijen. In afsluiter ‘Le Petit Salon’, bijvoorbeeld, worden trage (en erg mooie) melodieën van viool en piano op de achtergrond ontregeld. Daardoor ontstaat een fraai contrast tussen lieflijk en gemeen en dat levert de broodnodige spanning op.
Astrïd en Grimes zoeken op Through The Sparkle niet naar grote climaxen of dynamische contrasten, maar gaan veeleer voor het scheppen van een voornamelijk wat sombere sfeer, die echter niet ontdaan is van hoop. De muziek ademt daardoor een niet zware maar juist aangename melancholie, waarin je heerlijk kunt zwelgen. Zonder enig effectbejag weten de Fransen en de Amerikaanse een gevoelige snaar te raken, louter door het maken van mooie instrumentale muziek.
Want naar pure muzikale schoonheid hoeft niet gezocht te worden, die ligt gewoon aan de oppervlakte. Zoals in het herhalende pianomotief en zeer smaakvolle muzikale invulling van viool, gitaar en basklarinet in de dynamische opener ‘The Herald en Masse’. Of de emotioneel geladen gitaarsolo van Cyril Secq met spaarzame begeleiding van piano en viool aan het begin van ‘M5’, dat een ‘verlaten-in-de-woestijn’-gevoel oproept, waarna een sneller en hoopvol slot volgt.
De manier waarop basklarinet, kalimba, gitaar en piano samengaan in ‘The Theme’ is nog zo’n voorbeeld van muzikale pracht, door percussionist Yvan Ros van spannende accenten voorzien en later ook wat spooky klinkend door ijle klanken van de viool. Zodra drums worden toegevoegd is er ineens licht in de duisternis. In ‘Mossgrove & Seaweed’ klinkt de invloed van Steve Reich door in het repeterende pianospel. De muzikale invulling daaromheen is echter volledig anders en doet denken aan Godspeed You! Black Emperor.
Bij ‘Hollis’ vraagt eenieder zich natuurlijk af of het nummer is vernoemd naar Mark Hollis, lid van Talk Talk en post-rockpionier. De piano is het dominante melodie-instrument, smaakvol begeleid door drums en metallofoon. De muzikale invulling wordt steeds rijker naarmate het stuk vordert en de klarinet neemt de melodie-rol over van de piano. Net als ‘M5’ wordt het eerste gedeelte van ‘M1’ bepaald door een langzaam solerende gitaar, nu wat minder desolaat klinkend maar zich nog altijd aan de bedrukte kant van het spectrum bevindend. Het klaart weer op zodra de piano zijn intrede doet en zich een tweede gedeelte ontvouwt met een prachtige vioolmelodie, waar de basklarinet op eveneens fraaie wijze omheen speelt.
Through The Sparkle staat niet bol van de spanning en is niet geschikt voor de avontuurlijke luisteraar die de schoonheid in de dieper gelegen muzikale lagen zoekt. Wat Astrïd en Grimes op dit album wel bieden, is een bijzonder fraai samengaan van de instrumenten en een buitengewoon goed gevoel voor sfeer, waarbij de muziek overigens niet slechts bestaat uit sfeervolle passages. Melodie, contrapunt en ritme worden zorgvuldig gecombineerd tot een smaakvol en vooral heel mooi geheel.