Rock Action, 2017

Dat Mogwai al enkele jaren geen monsterlijke proporties aannemende post-rockgevaarten als ‘Like Herod’, ‘Mogwai Fear Satan’ of ‘My Father My King’ meer maakt, mag bekend worden verondersteld. De band imponeerde de laatste keer echt in 2013 met de soundtrack van de huiveringwekkende Franse serie Les Revenants, en dat was een album zonder uitbarstingen waarop de muziek het moest hebben van onderhuidse spanning. Het vorig jaar verschenen Atomic, ook een soundtrack, wist over het algemeen ook te overtuigen. Voor het overige was het wisselvalligheid troef op de reguliere studio-albums van de Schotten. Daarop is Every Country’s Sun helaas geen uitzondering.

Gaandeweg is Mogwai steeds meer synths gaan toelaten in het bandgeluid. Vanaf Rave Tapes uit 2014 hoorden we die synths zelfs in sterke mate naar voren komen. Die hang naar meer elektronica werd doorgetrokken op Atomic, de eerste plaat na het vertrek van gitarist en bandlid van het eerste uur John Cummings. Ook op de nieuwe plaat treden de synths regelmatig op de voorgrond, maar helemaal inzetten op elektronische stukken doet het Schotse kwartet niet. Er klinken ook stevige gitaren, zeker in het tweede gedeelte van het album.

Het eerste woord dat opkomt na het herhaaldelijk beluisteren van Every Country’s Sun, is ‘onevenwichtig’. Het lijkt erop dat de band een goede mix probeert te vinden tussen stevige rock, meanderende en synth-gedreven post-rock en zelfs indierock, maar daar slaagt men geen moment in. Om met de laatste categorie te beginnen: in het spelen van indierock met vocalen is Mogwai niet het meest bedreven. Dat werd al duidelijk met ‘Teenage Exorcists’ van de ep Music Industry 3. Fitness Industry 1. en dat wordt nu nogmaals benadrukt met ‘Party In The Dark’. Het klinkt niet slecht, maar is door andere bands al zo vaak veel beter gedaan. En waar ‘Teenage Exorcists’ weinig kwaad aanricht op de ep, doet de indierock-track op dit album dat wel. Het nummer zit ingeklemd tussen de stemmige opener ‘Coolverine’ en het elektronische sfeerstuk ‘Brain Sweeties’ en detoneert behoorlijk.

Die opener is wel post-rock-Mogwai zoals we dat kennen, maar gaandeweg wordt duidelijk dat het nummer gebaseerd is op één wel erg mager ideetje en de uitwerking is ook wat richtingloos. De verveling slaat daardoor onvermijdelijk toe. Nergens maken de Schotten het echter zo bont als op ‘1000 Foot Face’, net als ‘Party In The Dark’ een vocale track, maar mán wat is de song slaapverwekkend! Die song wordt dan ook nog eens voorafgegaan door niemendalletje ‘aka 47′ en het op de automatische piloot voortbewegende ’20 Size’. Niet afhaken wordt een opgave.

Deugt er dan helemaal niets aan Every Country’s Sun? Nou, er valt met enige goede wil wel wat moois te rapen, maar slechts een enkele track op het album overtuigt in zijn geheel. ‘Don’t Believe The Fife’ begint inspiratieloos maar kent een mooie opbouw en barst fraai open. ‘Crossing The Road Material’ pakt ook uit en laat horen dat de combinatie van gitaren en synths prima uit kan pakken, maar het nummer ontbeert echte spanning.

Tegen het einde van de plaat komen de harde gitaren goed naar voren, alsof Mogwai met het maken van een portie gitaarkabaal de tot dan toe zeer matige plaat nog wil redden. Dat lukt redelijk met ‘Old Poisons’; een toepasselijke titel, want de band klinkt op dit nummer inderdaad ouderwets giftig. Goed om te horen dat ze het nog kunnen. Het daaraan voorafgaande, noisy ‘Battered At The Scramble’ weet ook te overtuigen en de afsluitende titeltrack doet dat ook. Hier weet de band de emotionele impact te bereiken die de oude platen (Happy Songs For Happy People en ouder) zo fraai maakten.

Na het zeer behoorlijke Atomic doet Mogwai een stap terug. Terug naar de middelmaat met een enkele uitschieter, kenmerkend voor albums als The Hawk Is Howling, Hardcore Will Never Die But You Will en Rave Tapes. De potentie lijkt nog steeds aanwezig, maar de inspiratie regelmatig zoek. Het is jammer dat de band er maar niet in slaagt een heel studio-album lang te overtuigen. Every Country’s Sun klinkt voor het grootste deel ongevaarlijk en dat kan niet de bedoeling zijn. De laatste drie tracks rechtvaardigen wel enige hoop, dus die geven we niet op. En live zal het – op hoog volume – vast weer staan als een huis.

http://www.mogwai.co.uk/