Eigen beheer, 2021

In februari kwam het debuutalbum Plantageneti van de Poolse band Duszan B uit. Twee maanden daarvoor had de groep al een debuut-ep uitgebracht (Improwizacje Zaduszne). De band noemt zichzelf een post-avant-garde-free rockband en die benaming dekt de lading heel aardig. De eigenwijze muziek is beïnvloed door jazz en rock en op beide eerdere releases leidde dat tot behoorlijk indrukwekkende resultaten.

Aan de twee vorige uitgaven is een thema gehangen. Op de ep was de band geïnspireerd door het model van vijf stadia van rouw zoals opgesteld door Elisabeth Kübler-Ross: ontkenning. woede, onderhandelen, depressie en acceptatie. Het debuutalbum handelde over voedsel, in de vorm van een verhaal dat ruimte liet voor interpretatie. Een dik half jaar na de debuutplaat is opvolger Viosnka al verkrijgbaar via Bandcamp. Op de nieuwe plaat zijn wat elementen die op de vorige releases te horen waren terug te vinden, maar er zijn ook wat verschillen.

Momenteel bestaat de band uit Krakau uit Jan Niedziela (basgitaar), Krystian Kniaziowski (gitaar) en Jakub Rutkowski. Ten opzichte van het debuutalbum zijn Paweł Gawryłowicz (trompet) en Łukasz Mikołajczyk (drums) uit de line-up verdwenen. Ze doen nog wel mee op Viosnka. Op enkele stukken op het nieuwe album zijn gastmuzikanten te horen. Daarnaast heeft Duszan B deze keer niet voor een overkoepelend thema gekozen. Volgens eigen zeggen gaat het deze keer om een geluidspuzzel zonder een duidelijke gidsende gedachte.

In opener ‘Wiosna/Zaśnij’ (‘Lente/Slaap’) horen we zangeres Aleksandra Zawłocka en saxofonist Tomasz Przetacznik. Het stuk begint in een vrij traditioneel rockritme en -tempo, waar Zawłocka haar gloedvolle vocalen overheen legt. Duszan B is echter meer dan een gewone rockband. Zo is te horen dat de muziek (al dan niet gedeeltelijk) improviserend tot stand is gekomen. In het tweede gedeelte gaat de experimenteel blazende en overblazende Przetacznik zich ermee bemoeien, neemt de intensiteit toe en kruipt de muziek richting avant-garde en jazz, terwijl de rockinvloed vooral in het ritme door blijft klinken. Het levert een bevlogen stuk op waarin ook een pratende mannenstem opduikt, daarmee de urgentie van de muziek onderstrepend.

‘Przemyt idei’ (‘Ideeënsmokkel’) is zeker improviserend tot stand gekomen en lijkt op een lange jam. Maar waar veel jams vaak lijden onder stuurloosheid, daar weet men bij Duszan B wat men wil. In deze improvisatie beweegt de muziek zich als vanzelf voort, waarbij de ritmesectie de constante factor is die steeds de koers bepaalt waar de gitaar en trompet hun geïmproviseerde spel overheen kunnen leggen. Beide instrumenten zijn niet te ver boven de bas en drums uit gemixt, zodat het groepsgevoel overheerst. Het trompetspel is voorzien van een lichte galm, terwijl het gitaarspel neigt naar psychedelische rock. De band vergeet niet op gezette tijden op- en af te bouwen, zonder dat aan de flow afbreuk wordt gedaan. Dat gebeurt zelfs niet als het tempo teruggeschroefd wordt. In de laatste paar minuten wordt nog even een onweerstaanbare groove gevonden.

Spannend is het begin van ‘Nocny pociąg z mięsem’ (‘De nachtelijke vleestrein’), waarin de drums de toon zetten met subtiel spel, terwijl de gitaareffecten je om de oren vliegen. Je waant je in hogere sferen. Het experiment staat voorop, waaraan ook de bas deelneemt met snelle, jazzachtige loopjes. Tot een echt tempo komt het niet, aftasten/uitproberen is het devies. De trompet opereert mystiek, waardoor de toch al raadselachtige sfeer extra cachet krijgt. Er zijn al dik drie minuten verstreken als de gitaar even aanzet en het erop lijkt dat een rechttoe-rechtaan gedeelte gaat volgen. Die afslag neemt de band echter niet; in plaats daarvan schuift de muziek op richting elektrische freejazz. De spanning blijft gehandhaafd van begin tot eind.

De vrije muziek van Duszan B is niet op één genre vast te pinnen en de band deinst er ook niet voor terug om nog niet begane paden te betreden, terwijl toch ook sprake is van een eigen stijl. In ‘Ostatnia stacja’ (”Het laatste station’) wordt gespeeld met galm, in een zeer traag, funeral doom-achtig tempo. Met dat genre heeft de muziek van de Polen overigens niets uit te staan. Er zit een element van om beurten vasthouden en loslaten van de spanning in het stuk, waar je als luisteraar onwillekeurig in meegaat. Het rockaspect is hier naar de achtergrond verdreven.

Rednik verleent zijn diensten op modulaire synthesizer aan ‘Oko Liczności’ (‘Oog van de graaf’). Zijn geluiden aan het begin van het stuk maken dat je je in een verlaten grot waant, waarin je waterdruppels hoort vallen. De rustige gitaarpartij brengt verlichting en contrasteert mooi met de elektronische klanken. Vanuit de diepte komen duistere synthklanken opzetten, die even later gezelschap krijgen van enkele spaarzame noten van de basgitaar. Er is geen haast en het stuk ontwikkelt zich als vanzelf. De basgitaar voegt zich bij de gitaar, speelt daarmee unisono of neemt zelf het voortouw, terwijl de synth indringende klanken produceert. Even wordt de lijn naar noise overschreden, maar Duszan B weten ook in dat gebied de controle te bewaren en de noisy elementen met muzikale middelen terug te schroeven. Het stuk heeft in het laatste gedeelte een puls, een dreiging, een unheimliche sfeer en prachtige klankkleuren die enigszins mogen schuren. We doen het voor minder.

Net als op Plantageneti weet Duszan B op Viosnka uit verschillende stijlelementen een afwisselend maar toch ook eigen geluid te creëren. De muziek kan alle kanten op maar wordt steeds op fraaie wijze bij elkaar gehouden, terwijl het vrije spel toch voorop staat. Het zijn dit soort ogenschijnlijke tegenstellingen die bij elkaar komen die de muziek van de Poolse band zo aantrekkelijk maakt om naar te luisteren. De toevoeging van de gastmuzikanten pakt bovendien erg goed uit. De muzikale mogelijkheden lijken nog lang niet uitgeput en dat maakt nieuwsgierig naar de ontwikkeling van de band. Dat is echter toekomst; voorlopig raakt Opduvel nog niet uitgeluisterd op dit uitstekende album.

Viosnka bandcamp