Brace Yourself/Pets Care, 2021

Dat je op zoek naar goede post-punk of noiserock in Engeland makkelijk slaagt, zal weinig liefhebbers van stevige muziek zijn ontgaan. Uiteraard is aan de overkant van de Noordzee een bekende band als Idles actief, maar ook in de Britse underground vind je sterke troeven als Sex Swing, Casual Nun, Bruxa Maria, KLÄMP, Sly & The Family Drone, Remote Viewing, USA Nails, The Shits, Bloody Head en Luminous Bodies. Van deze bands verschenen in het recente verleden sterke platen, sommige met een psychedelisch sausje, andere met een hele smerige rand of een punk-attitude, maar steeds met een stevige impact.

Een band die hierboven niet is genoemd, is het uit Londen afkomstige duo John, ook wel John (Times Two) genoemd. De bandnaam is makkelijk te herleiden tot de voornamen van de twee bandleden: John Newton (drums en vocalen) en Johnny Headley (gitaar). John bestaat sinds 2013 en Nocturnal Manoeuvres is het derde album van het duo. Beluistering van de plaat leert dat de muziek een duidelijk Engels stempel draagt en ook wat Amerikaanse invloeden kent, maar dat dit tweetal toch vooral zijn eigen vorm van noiserock en post-punk kiest, waarin ook invloeden van punk, hardcore en post-hardcore doorklinken.

John zet de luisteraar bij de start van het album even op het verkeerde been met het instrumentale ‘Return to Capital’, dat ambientinvloeden kent en de spanning langzaam opvoert, niet in de laatste plaats door een distorted gitaardrone die vanuit de achtergrond komt opzetten. Het is de perfecte opmaat voor ‘Šibensko Powerhouse’, een uptempo song waarin de kracht van het duo direct duidelijk wordt: een killerriff, hard in de mix staande drums, vrije droge maar emotievolle vocalen (meer declamatie dan zang) en tonnen energie. Het beperkte instrumentarium staat er niet aan in de weg dat de muziek vol en krachtig kan klinken maar ook transparant genoeg om elk instrument en elke toon te kunnen onderscheiden. In feite is de sound van John vrij droog, alleen valt dat niet op door het hoge adrenalinegehalte .

Ook als iets aan tempo wordt ingeleverd, zoals in ‘A Song for Those Who Speed in Built-Up Areas’, blijft het energiepeil hoog. De lage gitaarklanken zijn een belangrijk ingrediënt en de uitgespuwde woorden van Newton komen dwingend en urgent over. Het duo schroeft het tempo weer flink op voor het relatief korte ‘Haneke’d’, dat laat horen dat de muziek van John in de basis eenvoudig is, maar dat het de kunst is zo nu en dan een flinke oppepper te geven om daarmee het toch al hoge energiepeil verder op te voeren. Melodie is te horen in de gitaarpartij van ‘Austere Isle’, evenals een shuffle in de drums. Mooi is de extra gitaarlaag die hoog over de muziek heen vliegt, terwijl de onontkoombare boze vocalen, die op het hele album de constante vormen, hun uitwerking niet missen.

Het Londense duo realiseert zich dat alleen maar hard beuken tot moeheid leidt en ‘Jargoncutter’ begint daarom met een rustig intro. Maar niet te lang natuurlijk, want de prioriteit ligt bij het brengen van een stevige muzikale boodschap, waarin overigens wel plaats is voor nuance. In deze song speelt John met dynamiek en ook het tempo wisselt. Zodra het tweetal voluit gaat, zorgt dat voor een van de meest memorabele stukken op het album. Met ‘Stadium of No’ wordt een speels element fraai gecombineerd met noiserock, wat de muziek van het duo extra aantrekkelijk maakt. Het gaat bij John niet louter om negativisme of nihilisme, er valt hier veel meer te halen.

Waar John de songs over het algemeen kort houdt, daar staan aan het einde van het album twee langere tracks. ‘Power Out for the Kingdom’ kent een duidelijke inbreng van een of meer synths en laat in het eerste gedeelte het riffwerk achterwege ten faveure van een dronende gitaar, wat aanvankelijk niet helemaal tevredenstellend lijkt uit te pakken, maar waarmee wel langzaam intensiteit wordt opgebouwd, waarna alsnog flink de beuk erin wordt gegooid. Toch legt de track het af tegen ‘Non-Essential Hymn’, dat het album afsluit en waarin de dynamische effecten goed tot uiting komen. Na flink gas teruggenomen te hebben, zorgen de laatste paar minuten voor een trance waar je alleen maar uit geraakt als de muziek stopt. Het zou eeuwig door mogen gaan.

‘Northwood Turret’ bevindt zich tussen de twee langere tracks in en sluit meer aan op de overige zeven tracks op het album. Het hoge tempo en de puike gitaarpartij vallen op, net als de afwisseling tussen kalere en vollere gedeelten. John weet op Nocturnal Manoeuvres zijn stevige noiserock-met-post-punk-invloeden op welhaast vanzelfsprekende maar doeltreffende manier voor het voetlicht te brengen. De vocalen zijn wellicht wat eentonig, maar passen goed bij dit soort muziek. Sterk album dus van een band die to-the-point musiceert, zonder fratsen maar met maximale impact.

Nocturnal Manoeuvres bandcamp