Staatsakt, 2021
Ruim drie jaar na het zeldzaam mooie album Vergifte Dich komt Isolation Berlin met opvolger Geheimnis. Er is in de tussentijd heel wat gebeurd in de wereld en niet in positieve zin, maar ach, in de wereld van deze band en vooral die van zanger/tekstschrijver Tobias Bamborschke was toch al geen plaats voor enig optimisme, dus wat dat betreft is er niets veranderd. De onschuldige einzelgänger die wordt vermorzeld door de maatschappij, de sociale omgeving en de liefde blijft het centrale thema, ook op het nieuwe album, dat wel enkele accentverschillen laat horen ten opzichte van de voorganger maar in de basis niet heel anders klinkt.
Waar op Und aus den Wolken tropft die Zeit (2016) een paar keer een iets te hoog kleinkunstgehalte aanwezig was (vooral in de openings- en slottrack), daar was dat op Vergifte Dich keurig rechtgetrokken. Indierock en post-punk overheersten. Opvallend is dat de kleinkunst op Geheimnis weer enigszins terugkeert. Deze keer weet Isolation Berlin dat echter wel in goede banen te leiden, waardoor dit album meer als een eenheid klinkt dan het overigens ook erg goede album uit 2016. Met de kwaliteit van de songs heeft het bij de Duitse band altijd wel snor gezeten en op die regel is de nieuwe plaat geen uitzondering.
Gevoelig zijn, anders zijn, er niet bij horen: het leidt tot teleurstelling, verdriet, woede en zelfs haat. De onmogelijkheid om erbij te horen is een onuitputtelijke bron van inspiratie voor Bamborschke, die zijn gevoelige natuur op donkere maar eerlijke wijze blootlegt. Met zijn pijn, frustratie en boosheid weet hij juist anderen hoop te geven. Wie zich anders voelt, zonderling of onaangepast: je bent niet alleen. Isolation Berlin bezingt de gevoelens en de negatieve ervaringen vanuit alle hoeken en standen. Zo is er ook het niet voldoen aan het verwachtingspatroon, de angst om anderen teleur te stellen en de wetenschap dat je anderen teleurstelt.
En wie kent niet de wil om de zaken verborgen te houden voor de lieve vrede of in een poging onderdeel uit te maken van de groep, terwijl je eigenlijk een open boek zou willen zijn, geaccepteerd wilt worden zoals je bent. Je vreest de reacties van anderen, die je ook nooit eens uitnodigen, en je concludeert dat je er nooit bij zult horen. Er is genoeg reden om depressief te worden en Isolation Berlin verzorgt de soundtrack, tot aan de waanzin aan toe. Tot een beklemmend album leidt het echter niet.
Waar zit dat in? Ten eerste natuurlijk in de muziek zelf, die weliswaar soms als post-punk kan worden betiteld waarin de geest van Joy Division rondwaart, maar die ook een wat lichtere laag bevat waardoor echte naargeestigheid geen vat krijgt op de muziek, hoe negatief de tekst uit uitpakt. De somberheid overheerst wel in de langzamere en rustiger tracks, maar ook dan is de schoonheid van de muziek zodanig dat je als het ware kunt zwelgen in melancholie. Daarnaast bevatten de teksten zoveel herkenningspunten en prachtige dichtregels, dat ook daar enig welbehagen uit te halen valt.
Onmacht die kan leiden tot ernstige schade wordt bezongen in ‘Enfant Terrible’: “Der gestrige Abend schlug mir auf den Magen / Ich hab ein paar Dinge kaputtgeschlagen / Und Sachen gesagt, die unverzeihbar sind”, zingt Bamborschke, en ook: “Ich werd’ mich ändern, werd’ mich ändern, irgendwann”. Je wilt wel veranderen maar je kunt het niet, menigeen zal het bekend in de oren klinken maar bijna nooit wordt het echt uitgesproken. Isolation Berlin doet het wel en op zodanige wijze dat het zelfbeklag nooit irritatie wekt.
Tot de sterkste songs behoort zeker ‘Ich will so sein wie Nina Hagen’, dat enkele tempowisselingen kent en mooi is opgebouwd. Het refrein nestelt zich makkelijk in je hoofd om daar nog lang te vertoeven en toch klinkt de muziek niet te gemakkelijk. De emotie die de band wil overbrengen, wordt raak getroffen. Een kleinkunstmelodietje van het orgel is te horen in ‘Ich hasse Fußballspielen’, een tranentrekker waarin zoveel leed tijdens het opgroeien is verwerkt, dat eigenlijk de hele tekst geciteerd zou moeten worden om de strekking van het lied recht te doen. Het leidt tot de bittere conclusie: “Ich wünschte alle wären tod / Oder wenigstens ein bisschen netter / Zu mir”.
‘Private Probleme’ lijkt tekstueel iets minder om het lijf te hebben, maar de zin “Ich hab’ private Probleme / Für die ich mich schäme”, is even simpel als doeltreffend en ook deze problemen waarover je liever niet praat komen maar al te bekend voor. Het “Scha-ba-da-ba-da-ba” in het refrein zorgt in alle kommer en kwel voor een glimlach in een uptempo song die zeker iets aanstekelijks heeft. Dat geldt niet voor het eveneens uptempo ‘Stimme Kopf’, waarin blinde woede doorklinkt in het geschreeuwde refrein. De jaren tachtig post-punk klinkt sterk door in de prominente baslijn van het lied.
De wil om je helemaal terug te trekken uit de wereld wordt bezongen in ‘Ich zieh mich zurück’. Het is een van de langzamere, zelfs balladachtige stukken op het album, waarbij opvalt dat de laatste drie songs allemaal in die categorie vallen. Je zakt als het ware steeds verder weg in het hartzeer. ‘Klage einde Sünderin’, ‘Von einem, der hier sitzt und Bleistifte spitzt’ en ‘Enfant perdu’: hoop is er niet in te vinden. Van de drie is de slottrack het meest desolaat.
In vergelijking met de andere Isolation Berlin-albums valt op de nieuwe plaat de uitgekiende instrumentale aanpak op: donkere of eenzame pianoklanken, subtiele percussie, strijkersklanken, een paar goed geplaatste dissonanten en aanzwellende keyboard-drones zijn allemaal te vinden op Geheimnis. Of de plaat net zo’n onuitwisbare indruk zal achterlaten als Vergifte Dich, zal de tijd moeten leren, maar dat Isolation Berlin weer een indrukwekkend album heeft gemaakt staat wat Opduvel betreft buiten kijf.