The State51 Conspiracy, 2021
Drie jaar geleden verscheen van het Jasna Jovićević Sextet het fraaie album Flow Vertical. Met een voor jazzbegrippen ongebruikelijk instrumentarium (saxofoon, basklarinet, fagot, viool, altviool, cello, percussie, spacedrum en vocalen) maakte het zestal muziek die zowel kamerjazz als freejazz aantikte en ook invloeden uit folk, modern klassiek en avant-garde herbergde. Drie jaar later komt Jovićević opnieuw met een album met muziek waarin de zojuist genoemde genres terug zijn te horen. Toch is Sounding Solitude een heel ander album dan Flow Vertical, al is ook duidelijk te horen dat we met dezelfde componist/muzikant van doen hebben.
Op het nieuwe album speelt Jovićević saxofoon, basklarinet, spacedrum, kalimba (duimpiano) en fluit. Zij zingt ook en daarnaast is zij verantwoordelijk voor de composities en arrangementen, uitgezonderd de momenten waarop vrij geïmproviseerd wordt. Naast de Servische bandleider bestaat het kwintet uit Filip Krumes op viool, Ivana Grahovac op cello, Milan Nikolić op contrabas en Daniel More op contrabas en gimbri (een luit-achtig snaar- en percussieinstrument). Behalve dat het instrumentarium niet hetzelfde is, is er nog een ander belangrijk verschil ten opzichte van dat andere album.
Jovićević gaat in haar muziek uit van concepten en op die regel vormt Sounding Solitude geen uitzondering. Op het album met haar sextet corresponderen de zeven stukken met zeven psychische centra in het menselijk lichaam. Voor het nieuwe album haalde Jovićević haar inspiratie voor het concept uit de noodgedwongen lockdown als gevolg van de Covid-19-pandemie. De plotselinge veranderingen op persoonlijk vlak (isolatie) en op mondiaal niveau maakten dat de componist/muzikant besloot de staat van onbekendheid te verkennen, die van eenzaamheid zonder muziek maken en ook de interactie met de eigen angsten in plaats van sociaal comfort.
Voor haar artistieke concept onderzocht Jovićević psychologische studies die zich bezighouden met methoden voor het overwinnen van verlies en verdriet, maakte zij een studie van yoga- en boeddhistische meditatietechnieken die helpen bij het overwinnen van angst, depressie en isolatie en onderzocht ze de gesonificeerde projectie van de persoonlijke reactie op de nieuwe resultaten. Om verschillende stadia te classificeren en als muziekstukken in te delen, heeft de Servische elementen van het Kübler-Ross-rouwmodel toegepast. Dat model behelst vijf stadia van het omgaan met verdriet: ontkenning, woede, onderhandelen, depressie en acceptatie. Zelf heeft zij er nog een aan toegevoegd: de innerlijke inzichten.
Op het album is elke compositie gerelateerd aan één psychologische methode die zij heeft doorgemaakt tijdens de pandemie. Volgens de componiste is het niet alleen een reis door de strijd, maar ook een pad dat de nieuwe inzichten laat zien, handvatten biedt en ook hoop voor de komende tijd. Voor een doorsnee muziekliefhebber zijn de filosofie en psychologie die aan de muziek ten grondslag liggen wellicht niet per se nodig, maar ze bieden wel een goede kijk op waar de muziek van Jovićević voor staat en waarom die muziek zo veelzijdig en emotioneel gevarieerd is. Dat is waar deze artiest goed in is: spelen met ervaringen en emoties en die verklanken in muziek die zowel sprankelt als weerbarstig is, zowel ondubbelzinnig mooi kan klinken als hoekig en krassend. Het past allemaal op één album, en belangrijker: het past allemaal logisch bij elkaar.
Het album opent met ‘Fear of the Unknown’ en dat ziet op paniek, angst, shock, ontkenning, verrassing, vermijding en ongeloof die optreden bij het realiseren van de feiten van Covid-19. Het is een weerbarstig stuk, experimenteel en onderzoekend van aard, passend bij een staat van onzekerheid. Het krassen van snaren, snelle percussieve en strijkende bewegingen worden gelegd in een onvoorspelbaar en a-ritmisch gebied, soms klinkend alsof er dingen stukgesmeten worden. Jovićević speelt zelf basklarinet en laat tussendoor wat kreten aan haar keel ontsnappen. Het is een bijna claustrofobisch stuk, maar wel zo muzikaal dat het toch een genot is om naar te luisteren.
Het eerste stuk staat in scherp contrast tot het tweede, ‘Walking Meditation’, waarin een belangrijk aspect wordt gevormd door het in- en uitademen van een persoon. Het gaat om een gemakkelijke techniek om je bewust te worden van je lichaam en beweging en om te gaan met gedachten van woede, frustratie en irritatie. De muzikale bewegingen van met name de strijkinstrumenten zijn afgestemd op de meditatie, wat overigens niet betekent dat het om louter rustige bewegingen gaat. De muziek is in beweging en de muzikale gemoedstoestand is niet stabiel maar fluctueert. Mooi is hoe Jovićević’ sopraansax zich voegt in de muziek, die steeds meer invulling krijgt naarmate het stuk vordert.
Jazz horen we in ‘Deep Blue Healer’, bestaande uit fraai en soepel contrabasspel en Jovićević die zich op altsax al solerend uitleeft, met veel gevoel, sophisticated maar ook ruw, al naar gelang waar de muziek om vraagt. Als ook de cello en even later ook de viool mee gaan doen, ontstaat een ritmisch patroon waar ook wel erg lekker op te soleren valt. ‘Androgen Pain’ weerspiegelt de depressie, teleurstelling, hulpeloosheid en de passiviteit. Voor Jovićević was het moeilijk om zich somber te voelen, maar op momenten genoot zij van het romantische gevoel ervan. Het stuk begint rustig, als een bijna klassiek stuk, somber en sereen, maar slaat langzaam om richting jazz om uiteindelijk tot een combinatie van beide te komen.
Daarna volgen de ’10 Steps to the State of Laya’, op het album weergegeven in zes stukken. Het is de verklanking van een yogaleer die Jovićević hielp bij het ontwikkelen van acceptatie, aanpassing en het gevoel dat opties moesten worden onderzocht, zij verder moest gaan, nieuwe plannen moest maken, nieuwe routines in tijden van pandemie. Zie voor meer informatie de website van Jovićević. De tien stappen worden verklankt in stukken die meditatief klinken of juist weerbarstig. Als overeenkomst geldt dat ze muzikaal duidelijk zien op het innerlijke. De saxofoniste schittert op alt in de tweede tot de zesde stap, onderzoekt solerend nieuwe mogelijkheden, met een prachtig timbre en gevoel voor melodie en emotie.
Mooi is ook hoe de strijkers met een paar gestreken tonen een kamermuziekgevoel op weten te roepen in de zevende stap. De sonoor klinkende bas biedt een fraai tegenwicht. Het stuk klinkt optimistisch, niet in de laatste plaats door Jovićević melodierijke spel op fluit. De kalimba speelt een hoofdrol in de achtste en negende stap. Zo wordt het instrumentarium ten volle benut, niet omdat het er nu eenmaal is, maar om het juiste gevoel te creëren. Het optimisme dat van de stappen 7, 8 en 9 uitgaat, wordt getemperd in de tiende stap, waarin de strijkers en de sopraansaxofoon weemoedig klinken, maar niet zonder hoop.
‘Joy of the Unknown’, tot slot, onthult de nieuwe inzichten die tijdens de moeizame reis zijn opgedaan. Verschillende indrukken passeren de revue in een stuk dat in zijn diepgang een optimistische impressie achterlaat. Het vormt een mooi sluitstuk van een reis waarvan de verschillende stadia op toepasselijke wijze muzikaal worden weergegeven. De niet-alledaagse bezetting zorgt voor een eigen geluid en Jovićević geeft de andere muzikanten de ruimte, zij het binnen de context van het betreffende stuk en de thematiek indachtig. De muziek is voor een belangrijk deel gecomponeerd, maar richt zich voornamelijk op het gevoel. Sounding Solitude is in zijn veelzijdigheid en muzikale pracht een indrukwekkend album.