Discordian, 2021

Luciano Bagnasco is een gitarist die afkomstig is uit Argentinië maar tegenwoordig in Spanje verblijft. De muzikant is nog relatief onbekend (zelfs op discogs niet te vinden) maar het wordt tijd dat daar verandering in komt. Het spel van de in de vrije improvisatie en freejazz te rangschikken gitarist is namelijk te bijzonder om niet in het volle daglicht te worden gezet. Misschien komt het door de lockdown, maar Bagnasco toont zich bijzonder productief, getuige de eerder dit jaar verschenen releases: een titelloos album, een ep (A Little Bit Warmer) en een single (Vol 4).

En nu is er ook Transitorio Permanente, een album waarop de Argentijn zijn gitaar op onnavolgbare wijze navorst. Er is sprake van een zoektocht naar klanken en een hang naar het noisier gedeelte van het muzikale spectrum. Bagnasco heeft in zijn spel niet het zoeken op de vierkante millimeter, zoals bijvoorbeeld Dirk Serries dat goed kan, niet de rock die in het spel van Marc Ribot te horen is en niet de uitbundige noisy kant van Tashi Dorji. Bagnasco bewandelt zijn eigen muzikale pad en onderweg zijn wat raakvlakken te vinden met de genoemde gitaristen. Dat betekent dus ook dat de gitarist een eigen geluid heeft ontwikkeld en dat geluid ontwikkelt hij steeds door. Dat is goed te horen in de vijf improvisaties die op het album te vinden zijn.

‘Untitled’ opent met schrapende en slaande geluiden, op het randje van overstuurd. Daarmee wordt meteen de toon gezet van een album dat schuurt en wringt, soms ongemakkelijk klinkt, maar waar je per draaibeurt meer muziek uit haalt. Achter elke beweging en elke toon die te horen is, hoe onconventioneel ook, zit een muzikaal idee. Verschillende manieren van spelen tegelijkertijd leveren soms verrassende samenklanken op. Die klanken harmoniëren niet fijn, maar schuiven langs elkaar heen en raken elkaar in een moment van samengaan. Hoe de gitarist het allemaal doet, is Opduvel een raadsel, maar Bagnasco maakt direct in de openingstrack duidelijk dat er zoveel meer geluiden uit een gitaar zijn te halen dan je bij de meeste gitaristen hoort, zelfs als je thuis bent in freejazz en vrije improvisatie. Soms benadert de Argentijn het geluid van een blaasinstrument, zij het eentje die op abnormale wijze wordt bespeeld. Verder kraakt, krabt, schaaft, schrobt, schraapt en schuurt het dat het een lieve lust is. En een lust is het, om naar te luisteren.

‘Shock Accelerator’, het kortste stuk op de plaat, is volop geladen met elektriciteit. Bagnasco gebruikt distortion op gecontroleerde wijze en is ook melodisch in de weer. Alles gebeurt op een ruwe wijze, want polijsten schijnt niet in het woordenboek van deze gitarist voor te komen.

De gitaar lijkt met zichzelf een dialoog aan te gaan in ‘Un Exceso De Subcultos’, een stuk waarin Bagnasco al wrijvend en strijkend klanken produceert. Een normale aanslag op de snaren is vrijwel niet te horen, wel percussieve klanken die doen vermoeden dat op snaren geslagen wordt. De dialoog ontaardt in een verhit debat waarin de sprekers door elkaar heen praten. Ergens halverwege slaat echter de dynamiek om, ontstaat een relatieve rust, hoewel de gitarist op nerveuze wijze over de snaren heen en weer glijdt. Van daaruit wordt de intensiteit weer opgevoerd, waarbij het lijkt of de ene helft van de gitaar zijn best doet om zijn stem te verheffen, terwijl de andere helft daar koel op reageert. Die andere helft neemt het echter over met hoge, iele klanken, ploeterend en bijna zuchtend klinkend.

De titeltrack laat weer een andere, maar ook elektriserende kant van de gitarist horen. In tegenstelling tot het vorige stuk, bevat ‘Transitorio Permanente’ meer lucht en zijn ook enkele ambient-texturen te horen. Lange tonen overheersen, omgeven door galm, met daarachter donkere tonen die als een soort echo op de achtergrond klinken. Het gaat echter om meer dan echo’s. De klanken achter de hoge lange tonen staan op zichzelf, vormen een soort tegendraads antwoord op wat aan de oppervlakte gebeurt. Aan die oppervlakte ontstaan nieuwe geluiden, soms melodisch, soms bijna jankend klinkend. Het spanningsveld is enorm en wordt gedurende de volle vijf minuten die het stuk duurt niet opgelost, zelfs niet als Bagnasco op het eind een gestoorde solo ertegenaan gooit.

Van ‘Un Exceso De Subcultos’ is een alternate take te vinden op het einde van het album. Met ruim veertien minuten is het het langste stuk op de plaat. De basisgedachte van het eerdere stuk is met grote moeite terug te horen in het stuk, want er is hier sprake van een op zichzelf staand werk waarin Bagnasco het exploreren van zijn instrument in een langere vorm giet. De improvisatie lijkt aanvankelijk uit een aantal losse delen te bestaan, maar per draaibeurt beginnen meer puzzelstukjes op hun plaats te vallen. Dan blijkt dat de gitarist zijn improvisatie zorgvuldig opbouwt, zijn noisy tonen beheerst plaatst daar waar ze horen maar soms ook – bij wijze van spreken – zelfstandig hun werk laat doen. De repeterende patronen in het stuk zorgen voor houvast voor de luisteraar. De gitarist zoekt op zelfbewuste wijze naar de klanken die passen in de levendige, weerbarstige en prikkelende improvisatie, waarin hij verschillende lagen over elkaar legt en al improviserend een uitweg vindt uit een wirwar van klanken. Vooral het laatste gedeelte, waarin een loop van een druk motief wordt gemaakt, maakt indruk en fungeert als een soort culminatie.

Transitorio Permanente is een elektrisch improvisatie-album waarop Bagnasco zijn gitaar en zijn spel als het ware binnenstebuiten keert, op zoek naar de voor hem bevredigende klanken. In zijn spel toont de gitarist zich inventief, soms rusteloos maar steeds zelfverzekerd. De speelse vondsten mogen lawaaiig uitpakken, maar het maken van noise is geen doel op zich. Het gaat om de klanken, om de manier waarop die klanken met elkaar in de weer gaan, soms zelfs in de clinch gaan, om zo tot een opwindende improvisatie te komen. Daarin slaagt Bagnasco wonderwel. Hij zoekt en vindt zijn eigen stem op dit ijzersterke album.

Transitorio Permanente bandcamp