Big Scary Monsters, 2021
Opduvel doet weer een latertje, want Volcano Park, de nieuwe ep van Meat Wave, verscheen al in juni. Dat wil zeggen: digitaal. De fysieke release bij Big Scary Monsters is pas op 6 oktober, dus wat dat betreft is deze recensie ruim op tijd. De band uit Chicago liet een paar jaar niet van zich horen aan het platenfront, want er zijn ruim vier jaar verstreken sinds het derde en tot nu toe laatste album The Incessant, al volgden daarna nog wel een paar singles, waaronder een split met Lifestyles. Wellicht komt er binnen afzienbare tijd een nieuw album, maar voorlopig kunnen we wel even vooruit met deze ep, die de band op een krachtige, ruwe en rusteloze wijze laat horen.
Nu zijn die typeringen altijd wel van toepassing op Meat Wave, dus tot zoverre niets nieuws onder de zon. Verder ook niet echt, want de band doet vooral waar men goed in is. En dus bevat de ep (23 minuten) zes songs die het adrenalinepeil doen stijgen, want al weet de band een paar keer het tempo naar beneden te brengen, ten koste van de rauwe energie gaat het niet. En ook niet van de flow, want de band neemt je op Volcano Park mee op een korte trip waarin de songs elkaar in een logische volgorde opvolgen en toch genoeg onderscheidend zijn om de muziek niet al te eenvormig te laten worden. De nummers schijnen door jams tot stand te zijn gekomen, wat vooral in het tweede deel tot een paar kleine verrassingen leidt.
De ep opent met ‘Tugboat’, dat direct de toon zet. Het is een song die ritmisch afwisselend is en waarin de drie instrumenten goed zijn te onderscheiden. De sound is lekker ruw, maar niet smerig, daarvoor speelt de band simpelweg te goed. Drums en bas geven zoveel energie, dat de gitaar niet voluit hoeft te gaan en melodisch in de weer kan zijn. De zang van Chris Stutter heeft een emorandje, maar gelukkig niet meer dan dat. “You wanted it new/ You wanted it new/ You’re used to it now”, zingt hij een paar keer achter elkaar, waarna die woorden niet meer uit je kop te rammen zijn.
‘For Sale’ doet er, zoals het een goede tweede track betaamt, een schepje bovenop. Qua riffs doet Meat Wave af en toe denken aan het eerste album van The Strokes, maar dit trio uit Chicago is niet zo eendimensionaal als de New Yorkers. Qua sound komt af en toe ook Cloud Nothings (ten tijde van hun eerste twee platen) om de hoek kijken, maar Meat Wave heeft toch voldoende eigen smoel. Mooi is dat de meeste nummers meer omvatten dan een basisriff waar omheen gemusiceerd wordt. In ‘For Sale’ wordt een keer gas teruggenomen, om daarna weer volle bak te gaan. ‘Yell At The Moon’ kent vervolgens een rollend ritmisch patroon, en een simpel gitaarmotief als herkenningspunt. De bas komt luid door en de band hakt spaanders, al kent ook deze song een moment waarop even gas teruggenomen wordt. Om daarna kneiterhard terug te keren.
De meest verrassende songs zijn echter de twee waarin het tempo naar beneden wordt geschroefd. ‘Truth Died’ klinkt wat loom en de relatieve rust geeft Stutter de kans om vocaal te excelleren. Het ruwe randje wordt echter niet vergeten. Mooi is hoe het stuk sfeervol overgaat in ‘Nursing’, een noiserockachtige song met een prachtige gitaarpartij en een melodieuze rol voor de bas. Er wordt ook teruggegrepen naar ‘Tugboat’, want daar zijn ook die woorden weer: “You wanted it new/ You wanted it new/ You’re used to it now”. Voor Opduvel de beste song op de ep.
Waarmee ‘Fire Dreams’ wellicht enigszins tekort wordt gedaan, waarin de band terugkeert naar de uptempo rock waarmee de ep ook begon. Opvallend zijn opnieuw de belangrijke stuwende rol van bas en drums, de simpele gitaarpartij en de sterke zang. ‘Fire Dreams’ is een dynamische song, rechttoe rechttaan en met een krachtige vibe. Niets mis mee, en die conclusie kan meteen gelden voor de hele ep, waarop Meat Wave laat horen redelijk stijlvast te kunnen zijn, terwijl ondertussen toch zijn muzikale wereld enigszins wordt uitgebreid. Klasse.