Astral Editions, 2021

Ruim drie jaar geleden verraste Orquesta Del Tiempo Perdido met zijn speels avontuurlijke en soms knotsgekke muziek op het album Stille. Het was fijn om te horen hoe het orkest met een graai in de bak muziekstijlen een eigen gezicht creëerde met verschillende grimassen en andere vreemde expressieve uitingen. De composities waren ontsproten aan het brein van Jeroen Kimman, die om een zo breed mogelijk palet aan muzikale kleuren te kunnen bewerkstelligen, gebruik maakte van een behoorlijk aantal muzikanten, voornamelijk afkomstig uit de Amsterdamse creatieve scene.

Inmiddels is het tijd voor opvolger Traantjes. Daarop is niet veel veranderd ten opzichte van het debuut. In dit geval is dat een goede zaak. Gebleven zijn de composities met een hoek af en de speels avontuurlijke inslag als het gaat om de klankkleuren en muzikale invulling van de composities. Het aantal muzikanten dat meedoet op het album is nog wat groter dan op de vorige plaat. Een ander verschil is dat Traantjes iets meer uitgewerkt klinkt, maar dat schuilt in de details en gebeurt zonder afbreuk te doen aan het speelse karakter van de muziek.

Want Kimman heeft kennelijk nog altijd een voorliefde voor het combineren van het gewone met het ongewone en voor het toelaten van gekte in de muziek terwijl de compositie overeind blijft. Sterker nog: juist door de onorthodoxe aanpak en de gekke elementen die de composities en de uitvoering ervan bevatten, onderscheidt Orquesta Del Tiempo Perdido zich van de grijze massa en toont het zich een kleurrijke speler in het muzikale speelveld.

Net als Stille telt Traantjes elf stukken die onderling behoorlijk verschillen. Desondanks is geen sprake van een ratjetoe. De volgorde van de stukken en de manier waarop de werken muzikaal zijn ingevuld, zorgen voor een zekere mate van coherentie, al is het lastig te omschrijven waar die coherentie precies uit bestaat. Het algehele gevoel dat de nummers uitstralen, wellicht, waarin kinderlijk enthousiasme en serieuze muzikale ontwikkelingsdrang samengaan. Het zorgt voor een redelijk toegankelijk geluid, dat voldoende diepgang bevat om de avontuurlijk ingestelde muziekliefhebber te bekoren.

In opener ‘Feels’ wordt een gevoelvolle melodie van de klarinet gekoppeld aan een vreemde omlijsting, waarin lapsteel, piano, trombone en contrabas een sfeer neerzetten die zowel doet denken aan Amerikaanse rootsmuziek als (langzame) Europese hoempa. Het lijkt een vreemde combinatie, maar – en dat is bij dit orkest steeds het geval – het werkt prima. In ‘Climate War One Won Theme’, dat inderdaad wat van een soundtrack wegheeft, worden twee trombones ingezet, naast gitaren, maar zijn het vooral de ritmische complexiteit en de vele kleuren waarmee de ritmes worden gecreëerd, die opvallen.

Het stoeien met ritmes is sowieso een sterke troef van Orquesta Del Tiempo Perdido. Dat komt vooral goed tot uiting in ‘Dos O Tres Cervezas’, dat op het randje van chaotisch opereert maar op wonderbaarlijke wijze steeds binnen de kaders blijft. Ternauwernood en op gekke wijze, dat wel. Melodieën buitelen over elkaar heen en worden zo gekleurd dat conventioneel niet meer als conventioneel klinkt. Met enkele stemsamples, tuba, fagot, xylofoon en panfluiten wordt de muziek verder ingekleurd. De vele details maken dat er steeds iets nieuws te ontdekken valt. Trombone en pedalsteelgitaar maken met lange tonen van het vrij korte ‘Poppin’ Chops’ een sfeervol stuk.

‘Sourcingsperspectief’ gaat verder in een trage driekwartsmaat en bevat een prachtige, zeker in deze context humoristische tekst, eerst gezongen en later gesproken en mooi contrasterend met de scheve Americana-achtige muzikale klanken. Gitaar, lapsteel en pedalsteel zijn de melodische instrumenten in ‘Bubble’, dat na een lang intro een fraaie boost krijgt. Muzikale invulling gebeurt onder andere door tuba en xylofoon. Niet een alledaagse combinatie, maar zoals eerder gezegd: het werkt. Bovendien zijn het dit soort op voorhand nogal vreemd overkomende koppelingen die dit orkest zo uniek maken. ‘Bubble’ klinkt bij tijd en wijle nog aanstekelijk ook.

Meer tuba is te horen in ‘Sexytime’, dat naar jazz neigt maar het niet is. Stemsamples, klokkenspel en fluiten bieden tegenwicht aan de lange klanken van contrabas, tuba, basgitaar en trombone. Melodieën stapelen zich op, zeker als halverwege het stuk even omslaat. Om te ontdekken hoe het allemaal in elkaar steekt is even puzzelen vereist. Echt ingewikkeld klinkt de muziek echter niet. ‘In 19’ bevat een ritme dat vaag doet denken aan The Ex en De Kift, al is de muzikale invulling van Kimman en consorten heel anders. Af en toe lijkt de muziek in elkaar te donderen, maar steeds wordt het geheel weer overeind getrokken. Bijna zonder dat het opvalt, ontstaat uit de kluwen aan muzikale stemmen een melodie. De inbreng van Floris van Bergeijk op synthesizer komt duidelijk naar voren in dit stuk. ‘Elastiek is een kort intermezzo dat de titel muzikaal weergeeft.

In ‘Bye Bye Things’ is het aantal muzikanten dat meespeelt groot, maar desondanks wordt geen volle of grootse sound neergezet. Het blijft een redelijk transparant geheel waarin elk instrument duidelijk te onderscheiden is, al moet je daar wel wat moeite voor doen. De stemming neigt naar melancholiek, maar vooral ritmisch wordt gepoogd om het zaakje wat op te beuren. De schoonheid ligt, zoals vaker, in het contrast. De stemming slaat bij de eerste tonen van het afsluitende ‘Da Marco’ direct om. Het zou de soundtrack bij een circusact kunnen zijn. Jazz en fanfaremuziek klinken door in het vrolijk stemmende stuk, maar ook prog- en mathrock hebben invloeden achtergelaten in de muziek van Kimman, afgaande op dit stuk.

Alles bij elkaar genomen kan worden geconcludeerd dat op Traantjes muziekjes van verschillende oorsprong bij elkaar worden genomen en in de blender worden gegooid. Wat er vervolgens uitkomt is muziek die refereert aan van alles en nog wat maar vooral als een eigen(wijze) stijl kan worden omschreven. De nieuwe plaat doet niet onder voor de vorige en bevalt wellicht nog iets beter. Dat laatste zal de tijd moeten leren. Vooralsnog volstaat dezelfde eindconclusie: heerlijke plaat.

Traantjes bandcamp

Jeroen Kimman website