Forbidden Place, 2021

Eaters of the Soil is een Utrechts trio dat ontstaan is tijdens de pandemie en lockdown in december 2020 en bestaat uit muzikanten die elkaar al kennen van andere bands en projecten. De band bracht zeer recent zijn eerste ep uit, waarop een niet-traditionele benadering wordt losgelaten op het doom metalgenre. Niels Achtereekte is de drijvende kracht achter de band en hij is verantwoordelijk voor bas, synths en composities. Achtereekte is in kennerskring bekend van onder andere Next Waste Dimension en Makaak. Van laatstgenoemde band maken ook gitarist Stef Brans en bassist en trombonist Rutger van Driel deel uit. Van Driel beperkt zich bij Eaters of the Soil overigens tot het spelen van trombone.

Brans en Van Driel zijn de kernleden van het vrije impro/noise-ensemble Lärmschutz. Op een aantal uitgaven van dat ensemble is ook Achtereekte te horen, zoals op een paar split-cassettes die Lärmschutz in 2019 uitgaf. Een van die uitgaven was de split met Harsh Noise Movement, waarbij Achtereekte bij Lärmschutz verantwoordelijk was voor de harsh noise. Een paar kleine sporen van die noise-exercitie zijn terug te horen op de ep van Eaters of The Soil, waarop doom metal wordt gecombineerd met vrije improvisatie en noise. Dat is op zich geen unieke combinatie. Het Spaanse Orthodox, bijvoorbeeld, maakte in 2017 met saxofonist Achilleas Polychronidis twee prachtige albums (Supreme en Κρέας), waarop doom metal met free jazz en vrije improvisatie werd gecombineerd.

Toch is de muzikale aanpak van Eaters of The Soil anders dan die van Orthodox destijds, confronterender en botsender. Met Brans en Van Driel haal je uiteraard het vrije improvisatiespook binnen en Achtereekte heeft kennelijk in zijn composities daarmee rekening gehouden. Toch leidt de botsing van stijlen tot verrassende uitkomsten, waarbij doom metal steeds het vertrekpunt is maar de muziek ook af en toe van het grondbeginsel weg mag bewegen. Een pluspunt is dat geen sprake is van de geijkte gekwelde doom metal-vocalen. De muziek is overigens niet helemaal instrumentaal, want het trio maakt gebruik van stemsamples, waarmee naar eigen zeggen de donkere en manipulatieve kant van de menselijke geest wordt onderzocht.

‘Like a Virus’ valt al snel met de deur in huis. Het tempo is traag, de sound loodzwaar en vol, de stemming in mineur. De elektronische component (de synths) speelt een een belangrijke rol in de sound. Het slagwerk klinkt akoestisch, maar is door Achtereekte uit drumsamples, midi libraries en eigen programmeerwerk opgebouwd. Plots valt het trage ritme weg en dat is waar Brans en Van Driel hun inbreng sterk naar voren laten komen. De gitaar beperkt zich tot enkele dreigende tonen, terwijl de trombone, enigszins vervormd klinkend, vrij beweegt. Een stemsample wordt ingezet en daaromheen wordt een onheilspellende sfeer gecreëerd. Het tempo is weggevallen, maar de muziek staat niet stil: rondom de gesproken woorden wordt de instrumentale inbreng bedrijviger. Om vervolgens helemaal weg te vallen.

Waarna met ‘Under The Surface’ de zware doom metal-sound weer van stal wordt gehaald, naar het lijkt met nog meer kracht en nog meer wanhoop en droefgeestigheid. De composities van Achtereekte zijn geen kant en klare brokken, maar houden iets abstracts, iets ongewis waardoor een spanning wordt gecreëerd die zich op vreemde wijze toont. Vreemdsoortige noisy klanken van trombone, gitaar en synths zijn daar verantwoordelijk voor. Het doet niet af aan de monsterlijke sound die wordt neergezet, waarin elke drumklap raak is en de bas op een basic wijze hard en laag klinkt. Ook in dit stuk is volop ruimte voor geïmproviseerde klanken, met name als bas en drums stilhouden, waarbij de zwaarte van de muziek wel wegvalt maar de spanning en de onheilspellende sfeer niet. Het laatste gedeelte is een overdonderende climax, aardedonker en intens.

Hoe goed het genrevreemde instrument trombone past in de muziek van het trio, komt het beste tot uiting in ‘Dismal’, waarin Van Driel na een paar harde klappen van bas en drums zijn improvisatie mag vormgeven boven een zeer trage en duistere ondergrond. De muziek schuift op richting drone metal en neigt soms naar minimalisme, ware het niet dat Brans’ en Van Driels invulling dat laatste element om zeep helpt. Opvallend zijn de heldere gitaartonen, die wonderwel bijdragen aan de doomsfeer. Halverwege komt uit de duisternis een jazzy basloopje tevoorschijn, bijna naïef, zich niet bewust van het gevaar dat zich rondom hem bevindt. Ongemerkt is het zeer trage tempo helemaal weggevallen om plaats te maken voor een en al dreiging, een groot spanningsveld geschapen met ingehouden en onvoorspelbaar spel.

Als de eerste harde klap van ‘Seeing The End Before It Happens’ wordt uitgedeeld, werkt dat als een soort verlossing. Dat is het echter niet, want het trio sleept je mee naar nieuwe diepten. Opnieuw wordt een stemsample ingezet waaromheen gespeeld wordt, zowel op zacht volume improviserend als op volle kracht zwaar uithalend. De bas ronkt, de drums zijn overal en woede en naargeestigheid trekken samen op. Het tempo van het slotstuk ligt beduidend hoger dan in de andere tracks. Mooi is hoe de stemsample onderdeel gaat uitmaken van de muziek. Of je die sample wel of niet verstaat is niet zo belangrijk: de muziek op zich maakt al duidelijk wat men ermee wil zeggen.

De eerste proeve van bekwaamheid van Eaters of the Soil is er een die doet uitzien naar meer. De combinatie van stijlen, het instrumentarium en de sfeer die wordt neergezet, zorgen voor een klein half uur doom metal die beslist niet als doorsnee betiteld kan worden. De sfeer is donker, zoals het hoort, en het drietal weet bij tijd en wijle een enorme spanning te creëren. Inmiddels heeft drummer Martijn Velberg zich bij de band gevoegd, zodat de muziek ook live ten gehore gebracht kan worden. Opduvel zou als boeker niet aarzelen.

Eaters of the Soil bandcamp