Crazysane, 2021
Uit Würzburg, gelegen in het noordwesten van de Duitse deelstaat Beieren, komt het neo-krautrockduo Zement, bestaande uit Philipp Hager (gitaar, synths, sampler, effecten) en Christian Büdel (drums, percussie). Rohstoff is het derde album van het tweetal, dat krautrock ontegenzeglijk als basis hanteert voor zijn muziek maar ook verder kijkt dan het genrehokje groot is. Met invloeden uit dance en jazz weet Zement zijn muziek fris en redelijk eigentijds te houden, al worden de jaren zeventig-referenties niet uit de weg gegaan.
De muziek van de Duitsers is vooral ritmisch erg sterk. Aan hemelse melodieën doet het duo niet, al is de muziek ook niet echt abstract. Het lijkt erop alsof Zement een middenweg kiest waarbij uit beide elementen wordt geput maar niet een zijde wordt gekozen. Dat zou kunnen leiden tot muziek die als vlees noch vis kan worden weggezet, maar dat is gerekend buiten de creativiteit van Hager en Büdel, die in elke track de nodige ideeën stoppen maar ervoor waken te vervallen in overdaad.
Hoewel Zement een instrumentaal duo is, worden op Rohstoff ook vocalen ingezet. Dat gebeurt direct aan het begin, want ‘Goa’ opent met de repeterende zin “This is mine, this is yours”. De vocalen zijn elektronisch vervormd en veranderen van vorm en kleur. Het stuk is een combinatie van dance (techno) en krautrock en klinkt elektronisch. De muziek is steeds aan verandering onderhevig als het gaat om ritmiek en dichtheid. De akoestische drums spelen een opvallende rol en bieden een mooi tegenwicht aan de alomtegenwoordige elektronische klanken, figuren en patronen. Het daaropvolgende ‘Soil’ kent een zeer aanstekelijk krautrockritme. Een Motorik-beat, een repeterend baspatroon, een synthlijn en accentuering door de gitaar zijn voldoende ingrediënten om de hele song te dragen. Het lijkt heel simpel en het gaat als een tierelier.
Een stuk langer is ‘Seine’, dat weer elektronischer klinkt, al is ook hier de rol van de akoestische drums evident. Het vrij trage ritme werkt verslavend. Daarbovenop worden synthlagen gelegd die dat ritme van versiering voorzien. Langzaam wordt de muziek steeds verder ingevuld, met nieuwe klanken, kleuren en ritmes. De doorkrautende basis blijft intact en overvol wordt het nergens. Er ontstaat géén bombast. ‘Kleiner 3’ wordt verrijkt met onder andere fluitende klanken en het stuk lijkt aanvankelijk een tropische inslag te hebben, totdat een magnifiek elektronisch patroon zijn intrede doet, een gitaar soleert en de drums ontregelende arbeid verrichten. Een saxofoon (gespeeld door Martin Pirner) mengt zich met vrij helder en redelijk ingetogen spel (uitgezonderd een korte recalcitrante uitschieter), mooi contrasterend met de bedrijvige muzikale klanken eromheen. Alles bij elkaar is het stuk een klein wonder.
Daarna gaat het in ‘Zunder’ recht vooruit, in een gestaag tempo. Vocalen klinken maar zijn zodanig door de vocoder gehaald, dat ze dienen als instrument in plaats van als zang. De saxofoon is ook weer van de partij, waarmee de tussen dance en rock vertoevende muziek een jazzinjectie krijgt. Uit een bad van synths komt een straf drumritme tevoorschijn in het lange ‘Entzücken’. Net als in ‘Seine’ krijgt ook hier de muziek steeds meer vorm, als blijft het duo oog houden voor een zekere abstractie. Elk moment lijkt het parcours te kunnen worden verlegd; de vraag is wanneer het gebeurt. Zo creëert Zement een spanning die steeds verder oploopt, zonder dat de muziek vervalt in een geijkte spanningsopbouw. Als het moment daar is, bloeit de muziek open.
In ‘Ecke 54’, dat gedeeltelijk improviserend tot stand lijkt te zijn gekomen, bewegen elektronische geluiden als windvlagen om je heen. De ritmiek is speels, enigszins hoekig en toch aanstekelijk. Ook hier is er een fraaie accentuerende rol voor de gitaar. “Kraut, kraut, kraut!” wil Opduvel uitroepen aan het begin van slotstuk ‘Atem’, want dit is het gedeelte waarin het duo het meest ‘traditioneel’ krautrock speelt. Een repeterend gitaarmotief wordt ondersteund door een tweede gitaar die subtiel daar doorheen beweegt. Mooi is ook hoe de boel net voor de derde minuut lijkt te gaan ontploffen, maar op het laatste moment gas wordt teruggenomen. Even later is de spanning toch niet houdbaar en krijgt de muziek een extra boost.
Met Rohstoff levert Zement een neo-krautrockalbum af dat de luisteraar betovert met klanken en ook regelmatig uitnodigt tot dansen. De muziek is rijk aan ideeën, de structuren zijn helder en aanstekelijkheid en eigenwijsheid gaan hand in hand. Bovendien wint het album als geheel per draaibeurt aan kracht. Het is een waar genot om naar te luisteren.