Decaying Spheres, 2021
De uit Jackson, Mississippi afkomstige Nicholas Maloney gaat onvermoeibaar door met het uitbrengen van muziek. Het huidige kalenderjaar is net over de helft en de Amerikaan heeft al drie albums uitgebracht onder zijn eigen naam, een album samen met Claudia Barton, Mark Waldron-Hyden en Peter Venus, twee albums onder de noemer Thar Desert, een split-tape met Varsás Gábor, Andy Klingensmith en Estlin Usher en zeven albums als Blanket Swimming, waaronder een samen met Gallery Six. En het kan zomaar zijn dat bij deze opsomming nog wat over het hoofd is gezien.
Aan productiviteit geen gebrek dus en zolang dat niet ten koste gaat van de kwaliteit valt er weinig te klagen. Maloney barst van de ideeën, die hij op zijn eigen wijze vorm geeft. Verschillende aspecten van zijn muziek worden uitgebracht onder verschillende namen, als is er stilistische overlap te bespeuren in de muziek die onder verscheidene noemers wordt uitgebracht. De naam Blanket Swimming gebruikt Maloney voor zijn experimentele ambient/drone-composities, waarbij hij gebruik maakt van gitaar, synthesizers, tape-manipulatie, veldopnamen, stem en andere instrumentatie.
Een Arioso is een muziekstuk voor solozang en instrumenten dat vooral in barokmuziek wordt gebruikt. Het is een tussenvorm van een recitatief en een aria. Het album Arioso van Blanket Swimming bestaat uit twee stukken die beiden gebaseerd zijn op een loop. Beide werken zijn gebouwd op fragmenten van een uitvoering van een arioso door een strijkkwartet. Door daar zijn eigen muzikale bewerking op los te laten, creëert Maloney zijn muziek, waarin het strijkkwartet als zodanig herkenbaar blijft maar wordt ingebed in een andere muzikale omgeving, waardoor twee nieuwe composities ontstaan.
Die twee composities kun je onder de noemer ambient/drone scharen. Beide stukken ogen vrij kalm, klinken melancholiek en werken op het gemoed, maar ze verschillen ook duidelijk, met name als het gaat om bewegingen. In ‘How Many Times Have I Died Here Before?’ is een melodie van het strijkkwartet te herkennen. De strijkersklanken komen in golven op de luisteraar afgestroomd. Het hele stuk bestaat overigens uit golfbewegingen, want behalve de op die manier weergegeven strijkersmelodieën, zijn ook zeegolven te horen. Het stuk is steeds in beweging, kent geen climax en geen plot; het zijn de golvende bewegingen die de muzikale koers bepalen, beheerst en ‘in control’.
Dat klinkt als een doodsaaie soundscape, maar niets is minder waar. De muziek van Blanket Swimming bevat emotie, wellicht zelfs drama. Waar bij oppervlakkige beluistering de muziek constant dezelfde bewegingen maakt en slechts een minieme ontwikkeling doormaakt, daar gebeurt er in werkelijkheid van alles, al geschiedt een deel ervan in het hoofd van de luisteraar. Maloney mengt zijn klanken steeds weer anders, op subtiele wijze maar zeer beslist, door lagen over elkaar heen te leggen, donkere tonen naar voren te laten komen en weer naar de achtergrond te dirigeren en door melodische motieven te verweven. Daardoor krijgt verveling geen kans om toe te slaan. Daarnaast is er de grote emotionele impact die de combinatie van strijkers, synths en natuurgeluiden teweegbrengt. De tristesse druipt van het stuk af, alsof de hoofdpersoon van een film in de schemering eenzaam op het strand een groot verlies staat te betreuren.
‘Finally Standing Still’ is een goedgekozen titel, want ten opzichte van het eerste stuk op het album lijkt de muziek inderdaad stil te staan. Dat is natuurlijk schijn, want ook hier is er meer aan de hand dan een eerste oppervlakkige beluistering doet vermoeden. Er is geen melodielijn van strijkers die als een loop door het hele stuk heen loopt. De strijkers zijn nog steeds duidelijk te herkennen, maar als een drone die in het werk de constante vormt. In zoverre is er geen sprake van een tempo. Het werk is echter niet helemaal statisch maar beweegt zich zeer traag voort. Door de klanken die Blanket Swimming aanbrengt rondom de strijkersdrone, wordt die drone als het ware lichtjes geduwd, met als gevolg een beweging vooruit, althans de suggestie daarvan.
Net als het eerste stuk, is ook ‘Finally Standing Still’ droefgeestig getoonzet. Dat bewerkstelligt de Amerikaan niet door donkerte aan te brengen in zijn muziek, maar door de lagen zodanig op elkaar te stapelen dat die met elkaar een klankkleur vormen die een melancholieke stemming teweegbrengt. In dit tweede stuk komt dat nog iets sterker naar voren dan in het eerste, wat overigens geen waarde-oordeel betreft. De meer abstracte vorm die Maloney hier kiest, weet op eenzelfde manier te raken als het meer beweeglijke en met een melodisch aspect behepte eerste werk. Naarmate het stuk vordert, lijkt er iets meer beweging in de muziek te komen, maken klanken zich los van de gelaagde drone om even op de voorgrond te treden. Daarbij is het wel soms de vraag of het daadwerkelijk gebeurt of in het brein van de luisteraar. Het geeft de luisterervaring een extra dimensie.
Blanket Swimming creëert op Arioso twee soundscapes om helemaal in op te gaan, waarbij een luisterbeurt niet genoeg is om alles te bevatten wat er gebeurt, terwijl er ogenschijnlijk helemaal niet zoveel gebeurt. De algehele stemming blijft hetzelfde, maar de muziek bevat zoveel onderhuidse lagen, klanken en finesses dat je er maar niet op uitgeluisterd raakt.