Pelagic, 2021
Welshman Brian Williams was een periode lid van het industriële ensemble SPK, om vervolgens begin jaren tachtig onder naam Lustmord verder te gaan, aanvankelijk als duo (met John Murphy), maar gaandeweg meer en meer als soloproject. Hij wordt als pionier beschouwd als het gaat om het dark ambient-genre, waarvan hij door het gebruik van zeer lage frequenties en het maken van veldopnamen in crypten, grotten en slachthuizen ook het horrorimago voedde. De muziek leende zich uitstekend voor soundtracks en die heeft Lustmord dan ook op zijn naam staan (o.a. The Crow, Underworld). Daarnaast heeft Williams ook muziek voor videogames gemaakt.
Samenwerkingen is de sinds 1993 vanuit Los Angeles opererende Williams niet uit de weg gegaan en het gaat daarbij om muzikanten van verschillend pluimage, zoals Melvins, Tool, Clock DVA, Jarboe, John Balance (Coil), Clock DVA, Paul Haslinger (Tangerine Dream), Wes Borland (Limp Bizkit) en Puscifer. Toch is de samenwerking met Karin Park (zang en toetsen) een verrassende te noemen. Zij is een in Zweden geboren maar in het Noorse Bergen wonende muzikant die thuis is in electro- en synthpop. Ze schreef mee aan de Noorse inzending voor het Eurovisie Songfestival van 2013 en zong in Noorwegen in de musical Les Misérables. Ze is ook lid van de eigenzinnige alternatieve rockband Årabrot, waarvan haar echtgenoot Kjetil Nernes de frontman is.
De samenwerking tussen Lustmord en Park is er dus geen die direct voor de hand ligt, maar wie er sceptisch over is, zal na één keer luisteren Alter zijn of haar scepsis direct moeten laten varen. Als duo maken Lustmord en Park dark ambient/drone, muziek die nergens uit de bocht vliegt maar het moet hebben van een constante dreiging, gecreëerd door donkere wolken van klanken maar ook door subtiele en kleine details. Gedurende het hele album beweegt de muziek zich kalm voort, maar er is voor de luisteraar nergens rust te vinden. De spanning is om te snijden en verlossing wordt niet gegeven. De stemming is donker en onheilspellend, maar ook droevig.
Dat laatste is mede toe te schrijven aan de zang van Park. Haar stem klinkt prachtig, bevat de nodige emotie, maar heeft op momenten ook iets onderkoelds en berustends, als van een boodschapper die het onvermijdelijke slechte nieuws brengt. Zonder trucage draagt de stem van Park ver en komt die indringend over. Elke noot is raak en staat op de plek waar die hoort te staan. Het is de interpretatie die de zangeres eraan geeft die grote indruk maakt. De muzikale keuzes van Lustmord doen de rest, maar ook als die factor even wegvalt, komt Parks stem hard en diep binnen.
Lustmord kleurt de muziek uiteraard donker. Zware tonen dienen meestal als onderlaag, maar zijn soms zéér dwingend, zoals in ‘Perihelion’, waarin de duisternis onderhuids kruipt om er niet meer onder vandaan te komen. Williams is in staat om met één simpele beweging een duister universum te scheppen. Luister naar de donkere gestreken klank in ‘Entwined’: die zegt meteen alles. In het instrumentale ‘Kindred’, het meest zwaarmoedige stuk op het album, geeft een orgel de muziek iets plechtigs. De orgelklanken worden omringd door donkere wolken die nog meer onheil voorspellen. Sommige geluiden doen een kosmische explosie in de verte vermoeden, andere, zoals de harde pianoklanken die opduiken in datzelfde ‘Kindred’, maken dat de muziek doet denken aan een straatbeeld in de middeleeuwen, met in lompen gehulde mensen en de pestkar die langs de huizen gaat.
Speciale vermelding verdienen de koortjes die Park maakt in bijvoorbeeld ‘Hiraeth’, ‘Entwined’ en ‘Twin Flames’. De zeer fraaie harmonieën zorgen voor de broodnodige afwisseling en doen in al hun pracht niet af aan het duistere karakter van de muziek maar versterken dat eerder. Als luisteraar waan je je de ene keer in kosmische nevelen, de andere keer in de duisternis van het ondergrondse of in de nachtelijke krochten van een vervuilde stad. Het duo trekt je zijn duistere wereld in en gaandeweg zak je steeds dieper daarin weg. De realiteit is verdwenen, er is geen besef van tijd en ruimte meer, er is alleen nog maar het klankenuniversum van Lustmord en Park.
De acht stukken op het album zijn duidelijk van elkaar te onderscheiden doordat in elk stuk weliswaar een aardedonkere sfeer wordt geschapen, maar de algehele klankkleur per stuk steeds net even anders is, nieuwe geluiden hun intrede doen en een iets ander muzikaal parcours wordt afgelegd. Ondanks die verschillen, valt het album ook te beluisteren als één lange soundscape, als een duistere tocht waarin verdriet, berusting, angst en onheil de sfeer bepalen. Lustmord eindigt slottrack ‘Sele’ met aardedonkere kleuren waarmee hij de laatste hoop op verlossing de bodem inslaat. Het is een perfect einde van een aangrijpend album dat je maar niet loslaat.