Sentient Ruin Laboratories, 2021
Je zult het altijd zien: eindig je een recensie met de constatering dat de combinatie Dead Neanderthals en teleurstellen niet bestaat, komen ze met een single die dat toch doet, al is het licht. Niet dat er echt veel mis is met de muziek op Rat Licker, maar de effecten die op het saxofoongeluid van Otto Kokke zijn aangebracht, met name in het hoge register, doen in Opduvels ogen afbreuk aan de zeggingskracht van de korte venijnige stukken die op de single te vinden zijn. Gelukkig zijn er andere projecten waar Kokke en drummer René Aquarius bij betrokken zijn. Kokke is al enige tijd in de weer met lange heavy drones onder de noemer Kultus en Aquarius is altijd wel met een of ander project bezig.
Bij het Amerikaanse label Sentient Ruin Laboratories verschijnt nu het album Foul and Defiled, waarop we Aquarius horen in samenwerking met Maurice de Jong. Ja, die Maurice de Jong, van Gnaw Their Tongues, Aderlating, Cloak of Altering, De Magia Veterum, Dodenbezweerder etc. Hij is te horen op gitaar en bas, Aquarius uiteraard op drums en beiden nemen vocalen voor hun rekening. De samenwerking heeft de naam Cofin Lurker gekregen en als zodanig brengen de twee muzikanten een extreme variant van doom metal, met invloeden uit death metal, funeral doom en drone metal, overladen met een bak sludge. Het levert een behoorlijk eenvormig album op, maar laat dat in deze tak van muziek nu net géén bezwaar zijn.
Want laat duidelijk zijn: wie voor echte doom gaat leukt zijn muziek niet op met tierlantijnen, vreemde uitstapjes of sferische passages. En dat doet Coffin Lurker dan ook niet. De invloeden zijn verpakt in een zware doom-sound en die sound blijft intact gedurende de volle 32 minuten die het album in beslag neemt. Met ‘Crypt Within a Crypt’ laat het duo zich direct in de kaarten kijken: harde trage drumslagen, een grove drone van lage akkoorden, een diepe grunt, alles in mineur: als dit geen doom is, weet Opduvel het ook niet meer. De sound is modderig. Verder gebeurt er niet zo gek veel: enkele duidelijke drumaccenten, een verschil in toonhoogte in de gitaar/bas-drone. Het stuk sleept zich voort, maar behoudt zijn energie (belangrijk!).
‘Of Suffering’ ploegt op hetzelfde met drab besmeurde pad voort, in een tempootje hoger. De drone is zo vet dat akkoordenwisselingen soms nauwelijks opvallen. De sound is echter indrukwekkend, evenals de mokerslagen van Aquarius. Het geheel is gemixt en gemasterd door De Jong, maar van een productie lijkt vrijwel geen sprake. Goed zo, afblijven van die ongepolijste sound! Er zit overigens zeer weinig hoog in het geluid, waardoor de sound behoorlijk dof is. Het past wel bij wat Coffin Lurker met zijn muziek wil uitstralen.
‘Suspended Animation’ is weer lekker traag en laat iets meer lucht en licht door. Geen nood, het blijft aardedonkere doom, er is alleen wat meer te onderscheiden, alsof de ogen (oren) aan de duisternis gewend raken. Het duo gebruikt, uitgezonderd het laatste gedeelte, geen nieuwe ingrediënten, het stuk klinkt alleen wat kaler dan de eerste twee tracks. Mooi is dat een beweging richting nog minder wordt gemaakt. Het einde bestaat uit een paar donderende drumslagen, een ronkende bas en een lage pianotoon. Minder = meer. Klasse.
Het gaat weer op de oude voet verder met ‘Sacrificial Chalice’. De drone is weer heavy, de drumslagen zijn traag en krachtig en de grunt komt van diep. Maar ook nu zit er wat lucht in de brij, en er is zelfs ruimte voor een gitaarpartij die iets van een melodie in zich draagt. Coffin Lurker houdt echter alles basic: geen noemenswaardige tempoversnelling, geen eruit springend element of instrument en vrijwel geen verandering van intensiteit. Wel klinkt het stuk tussen alle tristesse het meest somber van allemaal. Dat is een aanbeveling.
We ploeteren voort in ‘Cadaverous Odor’, een zware last voortslepend, de dood tegemoet. Er heerst een grafstemming en er is sprake van een vergaand lijden. Wie van ultratraag headbangen houdt, kan hier terecht. Het tempo is net snel genoeg om je hoofd op en neer te laten gaan. Er valt zelfs iets te bespeuren wat op een heuse riff lijkt. Het is een fraai einde van een sterk doom-album, dat echter ook iets te wensen overlaat. Opduvel wordt niet helemaal meegezogen in de muziek; het blijft emotioneel wat op afstand. De muziek verliest gaandeweg ook iets van zijn angstaanjagendheid. Het is net het spookhuis in de Efteling: je kijkt naar de macabere taferelen terwijl je er eigenlijk tussen wilt staan.