Moving Furniture, 2021

Thomas Adès is een componist die in 1971 is geboren in Londen. Hij heeft een flink aantal werken op zijn naam staan, waaronder drie opera’s, orkestwerken, kamermuziekstukken en werken voor solo performers. De Brit werkt regelmatig samen met toonaangevende orkesten, operagezelschappen en festivals. Adès is ook dirigent en uitvoerend musicus. In die twee hoedanigheden is hij niet te horen op het bij Moving Furniture Records verschenen 48 Hours. Dat album bevat wel de een volledige compositie van Adès, getiteld ‘Piano Quinet Op. 20’, maar op de cd is meer muziek te horen dan alleen dat werk.

Het Vonnegut Collective is een veelzijdig ensemble dat in verschillende samenstellingen opereert. Het collectief is in 2014 opgericht door Gary Farr en Emma Bass, twee leden van het BBC Philharmonic. Muzikaal richt het ensemble zich op nieuwe muziek, op het vertellen van verhalen door creatieve samenwerkingen met artiesten uit een breed scala aan genres.

Aan wat uiteindelijk het album 48 Hours is geworden, is een evidente vraag voorafgegaan. Als muzikanten voor een stuk van twintig minuten twee weken nodig hebben om te repeteren, wordt een publiek dan beroofd van een deel van de rijkdom van hun ervaring door niet getuige te zijn van die creatieve reis? Samen met componist Tullis Rennie besloot het Vonnegut Collective met die vraag iets te doen toen zij het pianokwintet van Adès gingen instuderen. Samen documenteerden zij het traject van het repetitieproces en de motivaties van de artiesten. Opnames van repetities en interviews met spelers worden geweven door geïmproviseerde interpretaties van een nieuwe grafische partituur voor het kwintet, gecombineerd met trompet en elektronica. De bedoeling is dat de luisteraar zo een inzicht krijgt in het hedendaagse muziek maken.

Het is een interessante muzikale aanpak en het heeft ertoe geleid dat het album bestaat uit acht vrij korte stukken van de hand van Rennie, gemaakt volgens het hierboven beschreven proces, gevolgd door het pianokwintet van Adès. Het klinkt op voorhand wat wonderlijk en wellicht ook wat bedacht, maar beluistering van de cd doet de scepsis al gauw verdwijnen. Niet alleen blijkt de compositie van Adès een fraai werk, maar ook vormen de acht stukken van de hand van Rennie een boeiende aanloop er naartoe en kunnen ze ook als een compositie worden beluisterd die op zichzelf kan staan.

“A dream of another piece”, “Human experiences in contemporary music making”, “Something that actually speaks”. Het zijn enkele gesproken zinnen uit openingsstuk ‘Harmonics I’. De zinnen worden gescheiden door korte vioolklanken, zachtjes en ijl, alsof ze vooral niet aan de betekenis van de gesproken woorden af willen doen. Het stuk is droog en kalm, wat de zeggingskracht van de visies, beweegredenen en constateringen van de muzikanten over het te repeteren werk versterkt. ‘Distillation’ is vervolgens een kwintetwerk, dat plots wordt onderbroken door een vrouwenstem die snel een paar zinnen spreekt. Daarna horen we ook de trompet, die een specifieke klank toevoegt aan het stuk. Waar in het eerste stuk de gesproken teksten als losse zinnen worden gebracht, daar is hier duidelijk sprake van fragmenten uit interviews. Je waant je bijna een luisteraar naar de radio, waar muzikanten in een uitzending verhalen over hun ervaringen met de muziek.

Zeer hoge vioolklanken en lage pianotonen worden gecombineerd in ‘Harmonics II’, waarin de gedempte trompet accenten legt, korte melodieën speelt, soms alleen lucht blaast en een paar onconventionele technieken tentoonspreidt. De muziek heeft een dramatisch effect, waardoor de gesproken woorden in een ander, spannender daglicht komen te staan. Er zit daadwerkelijk muziek in het gesproken woord, waarbij het wel zo prettig is dat de muzikanten die aan het woord zijn een aangenaam stemgeluid hebben. ‘Metronome’ is een logische titel voor een stuk waarin een strak en redelijk traag tempo bepalend is. De muzikanten zingen hun partij in ‘Ghosting’, terwijl staccato en weerbarstige klanken uit de instrumenten worden gehaald. Het is een experimenteel stukje muziek van twee minuten dat ook enige lichtheid in het geheel brengt.

De titel ‘Rhythm’ ziet niet zozeer op de door de instrumenten gespeelde muziek, maar op de gesproken tekst. De muziek is overigens wel ritmisch, zonder gebruikmaking van een percussie-instrument, maar vooral ook melodisch. In het stuk lijken de muzikanten nog enigszins zoekende te zijn. Dat aftasten levert een mooi stuk muziek op, dat op sommige momenten doet denken aan geïmproviseerde muziek. Het repeteren van een muziekstuk gaat samen met erover praten en discussiëren, elkaar met woorden op scherp zetten. Dat is goed te horen in ‘Rehearsal’, waarbij je de muzikanten als het ware over hun grafische partituur gebogen ziet staan, druk gesticulerend om de woorden kracht bij te zetten. Rennie’s werk eindigt met ‘Harmonics III’, waarin de trompet een grote rol heeft en ook een vrije rol lijkt te hebben. Ook de elektronica is duidelijk aanwezig. Met de afronding van dit laatste deel kan de conclusie worden getrokken dat Rennie’s werk niet kan worden gezien als geïsoleerde stukken muziek, maar als een geheel waarbinnen de verschillende facetten van het repetitieproces naar een uitvoering toe zijn vervat in muziek en teksten die een belevenis op zich vormen.

De laatste 22 minuten op de cd zijn voor het Adès’ pianokwintet. We horen de muzikanten nu in hun ‘normale’ rol als uitvoerders van een klassiek werk, dat levendig is en een sterke dynamiek kent, evenals scherpe contrasten. Lyrische passages veranderen in een mum van tijd in een robuuste onderneming waarin zowel de piano als de strijkers zich van een gespierde kant laten horen. Pizzicato noten en gestreken klanken worden gecombineerd, terwijl de piano zowel fraaie melodieuze riedels in huis heeft als flinke tikken weet uit te delen. Vooral in het laag geeft dat de muziek een paar behoorlijke opdoffers, maar voordat je daarvan als luisteraar bekomen bent, hebben die alweer plaatsgemaakt voor gevoelvolle zachte klanken.

Mooi zijn de volle strijkersklanken in de hardere gedeelten, maar ook de over elkaar heen glijdende lijnen als de muziek verkeert in rustiger vaarwater zijn wonderschoon. Melodisch valt er heel wat te halen in dit werk. Adès heeft echter ook een goed oor voor spannende dissonantie, die niet al te opvallend aanwezig is in het stuk, maar er wel degelijk is. Het geeft de muziek dat spannende randje dat onontbeerlijk is om het geheel boeiend te houden. Het speelse en het volwassen elementen houden elkaar in evenwicht.

Zo is er ook een evenwicht op 48 Hours, tussen het op repetities gebaseerde werk van Rennie en het eindproduct van het repeteren dat ‘Piano Quintet Op. 20’ is. Je kunt de werken van de twee componisten als losse composities zien, maar ook in samenhang. Dat levert een inkijkje op in de muzikale belevingswereld van de muzikanten plus een fraaie illustratie van waar het ensemble toe in staat is. Liefhebbers van nieuw muzikaal experiment en van moderne klassieke muziek komen hier aan hun trekken.

48 Hours bandcamp

Vonnegut Collective website

Tullis Rennie website

Thomas Adès website