Brighter, 2021
Nelson Crumble is de naam waaronder Jelle Haagsma en Daan Muller als duo muziek maken. Haagsma kennen we van Jellephant (& The Phantoms) en Muller als beeldend kunstenaar. Als duo laten ze er geen gras over groeien, want een maand na het debuut Odd Swell brengt Nelson Crumble zijn tweede album Blanket uit. Aan inspiratie geen gebrek, kennelijk, en daarvan is het nieuwe album het bewijs.
Nelson Crumble is een elektro-akoestisch ambient/drone/tapeloop-project. Op de coverafbeelding staat een kalme zee, de schemerende lucht en wolken. Neem daarbij de titel van het album en het plaatje klopt met wat de muziek brengt. Die valt als een deken over de luisteraar heen, golvend als een kalme zee, met een donkere rand. Het is muziek die rust brengt door de kalme bewegingen, maar ook een sensatie teweegbrengt, met name door wat er gebeurt onder de oppervlakte. Het album telt vier stukken die duidelijk van elkaar zijn te onderscheiden.
Op het eerste gehoor lijkt de ambient/drone van Nelson Crumble niet zo bijzonder. Het zij de details die ertoe doen, die maken dat een soundscape je emotioneel raakt of anderszins in vervoering brengt. Het is vooral dat wat lastig onder woorden te brengen ‘anderszins’ waar bij dit tweetal de crux zit. De muziek blaast je niet omver, maar heeft een stekelig randje dat de aandacht trekt en vasthoudt. In ‘Downtime’ zijn het gitaarklanken die dat voor elkaar krijgen. Die gitaarklanken zijn scherp, niet helemaal helder en bewegen melodieloos langs, door en over de gelaagde drones die langzaam andere vormen aannemen als het gaat om dichtheid, volume en klankkleur. Vooral dat laatste aspect is bij dit duo goed verzorgd: de samenvoeging van klanken gebeurt zorgvuldig maar zonder dat je het gevoel krijgt dat de muziek gefabriceerd is.
In ‘Uncle Drain’ bewegen geluiden in verschillende tempi. Er is een tweetonig motief waarvan de klanken steeds opnieuw worden aangeslagen. Ook is een snelle beweging waar te nemen die zich vrij door de beheerste muziek heen beweegt. Dat zijn de twee meest opvallende elementen in de muziek, maar daaronder gebeurt ook van alles. Donkere klankwolken klinken op de achtergrond en ook die zijn in beweging, veroorzaken een langzame, onregelmatige en niet al te opdringerige puls. Het tweetonig motief krijgt voorzichtig tegengas van een repeterende toon. Bovendien voegen zich na een paar minuten ruwe klanken bij het geheel, die over de muziek heen scheren en voor variatie zorgen.
Langste stuk op het album is het ruim 23 minuten in beslag nemende ‘Marvin is Hovering’. Over een ruis worden rustige klanken gelegd, waarbij het in tegenstelling tot het vorige stuk meer lijkt te gaan om de totaalklank en minder om het onderscheid tussen de klanken. De bewegingen zijn rustig, de geluiden vreedzaam. Het is een vertrekpunt waarvanuit Nelson Crumble accenten aanbrengt, nieuwe klanken tevoorschijn tovert, andere bewegingen introduceert, de dichtheid laat afnemen en later ook weer toenemen en met dynamische effecten speelt. Het stuk klinkt als een geheel en elke nieuwe wending geschiedt met beheersing en zonder afbreuk te doen aan de flow. Mooi is de voorzichtig ritmische beweging die wordt ingebracht en als een soort rode draad door het stuk heen blijft spoken.
‘Warmer Trench’ is daarna wat lichter van toon, niet in de laatste plaats door een melodieus motief van een akoestische gitaar. De ruimte die de muziek geeft hoeft niet helemaal te worden gevuld en dat schept ademruimte. De klankkleur van het stuk is bijzonder mooi, vooral in het eerste gedeelte. Het duo gaat niet voor de langzame opbouw richting een climax, maar houdt het stuk opvallend klein, wat een welkome afwisseling is na het lange en qua luisterervaring vrij intense ‘Marvin is Hovering’.
Vooral met het laatste stuk bewijst Nelson Crumble dat er rek zit in wat men doet. Er zijn legio mogelijkheden binnen de bandbreedte van waar de muziek van het duo voor staat. Elk stuk op het album heeft zijn eigen specifieke kenmerken en karakter en toch is onmiskenbaar sprake van een coherent album. De vele nuances die binnen de muziek komen bij aandachtige beluistering goed tot hun recht en het zijn die nuances die ervoor zorgen dat de muziek je als luisteraar pakt, om vervolgens niet meer los te laten. En zo is Blanket een zeer geslaagd tweede album.