Stickman, 2021

Ook Motorpsycho zag zich geconfronteerd met het wegvallen van optredens en beperkingen in de bewegingsvrijheid. Het arbeidsethos van de Noorse band lag de afgelopen jaren onverminderd hoog, dus op zich hadden de heren wel een pauze verdiend. Maar het plezier in het musiceren is na al die jaren nog onverminderd aanwezig en dus heeft Motorpsycho de tijd gebruikt om een nieuw album uit te brengen. En zo wordt nog geen jaar na The All Is One opvolger Kingdom of Oblivion uitgebracht.

Het vorige album was de afsluiting van de Gullvåg-trilogie, die was genoemd naar de kunstenaar die verantwoordelijk was voor het artwork van de laatste drie platen en wiens werk ook een inspiratiebron vormde voor de muziek van de Noren. Op het nieuwe album is Sverre Malling degene die het artwork verzorgt. Het is een grote verandering ten opzichte van het veel vollere werk van Håkon Gullvåg. Is het tijd voor een nieuw hoofdstuk in het alsmaar groter wordende Motorpsycho-verhaal? Ja en nee.

Muzikaal lijkt Motorpsycho zijn definitieve vorm wel gevonden te hebben, al is de muzikale opzet zo breed dat de band nog steeds alle kanten op kan. Wie Kingdom of Oblivion beluistert, zal direct de kenmerkende sound van het trio (dat op dit album versterking krijgt van Reine Fiske) herkennen. Maar waar de Gullvåg-trilogie ambitieuze en groots opgezette albums waren, daar lijkt de band op het nieuwe album het wat meer basic aan te willen pakken. Wellicht was de oorspronkelijke bedoeling om een wat meer rechttoe-rechtaan album te maken. Dan is sprake van een mislukking. Een mislukking die muzikaal niet slecht uitpakt, al zijn er zeker kanttekeningen te plaatsen.

Opvallend is dat Motorpsycho zich op een aantal songs laat inspireren door jaren zeventig hardrock en heavy metal. Nu liggen de dagen dat het drietal heavy metal maakte inmiddels in een ver verleden en zo stevig uitpakken als destijds doet de band geenszins. Toch is onmiskenbaar de geest van Kyuss te ontwaren in opener ‘The Waning (pt. 1 & 2)’. Het typische Kyuss-geluid wordt door de Noren wat minder vet aangezet en gecombineerd met hun typerende zang, die de muziek richting progrock doet bewegen. Het titelstuk heeft een seventies hardrockriff als basis, die wordt gecombineerd met trage en dromerige melodielijnen in de vocalen. De muziek heeft een fantasy- en een proggehalte.

De metalinvloed is vooral goed te horen in ‘The United Debased’, dat overduidelijk een Black Sabbath-invloed in zich draagt, al integreert Motorpsycho de Sabbath-riffs in zijn eigen sound. De grondleggers van de heavy metal klinken ook door in ‘The Watcher’, maar dan moet je denken aan Black Sabbath op ingetogen momenten. Je hoort het Ozzy zo zingen. Gaandeweg drijft de muziek van het spannende stuk wel weg van de Sabbath-invloed. Met de overduidelijke seventies hardrock en metalinvloeden vaart Motorpsycho een wat andere koers dan we van ze gewend zijn, terwijl het eigen sound toch herkenbaar blijft.

Je zou kunnen denken dat de Noorse band een stevig rockalbum heeft gemaakt. Dat is bezijden de waarheid, want de band neemt regelmatig gas terug, met wisselende resultaten. Zo is het folky ‘Lady May’ niet echt iets om voor warm te lopen en detoneert het stuk tussen een paar sterke rocksongs. ‘Atet’ is ook een folkstuk, maar past wel beter in de flow van het album. Bij ‘The Hunt’ gaan de gedachten onvermijdelijk terug naar Led Zeppelin, een band die destijds folk in zijn muziek bracht. Motorpsycho lijkt qua sound overigens niet op die band. ‘The Hunt’ is overigens zeer fraai georkestreerd.

Het is jammer dat de band in het hart van het album een beetje stil lijkt te vallen. Dat komt mede door de in de vorige alinea genoemde nummers, maar ook het lange ‘The Empire’s End’ haalt er behoorlijk de vaart uit, al is het stuk mooi opgebouwd. ‘Dreamkiller’ is ook lange tijd rustig, maar barst vervolgens open in een voller klinkend gedeelte. De hardrock is echter zo goed als verdwenen op het moment dat de band bij ‘After The Fair’ is aanbeland, waarna nog slechts twee songs volgen.

‘The Transmutation of Cosmoctorpus Lurker’ maakt vervolgens wel veel goed. Het is een stevig stuk, afwisselend, inclusief een dromerig gedeelte. Daarna volgt nog een ‘uitloop’ getiteld ‘Cormorant’. Daarmee komt een wisselvallig Motorpsycho-album tot zijn eind. Nu moet wel gezegd worden dat veel platen van deze band pas na enige tijd hun glorie in volle omvang tonen. Wellicht dat het met Kingdom of Oblivion ook nog gebeurt. Het vakmanschap straalt er vanaf, het speelplezier ook. Opduvel had alleen graag nog wat meer songs met een hardrock-tic willen horen. Kwestie van smaak zullen we maar zeggen.

Motorpsycho website

Sverre Malling website