Neuma, 2021
Erik Griswold is een Australisch/Amerikaanse componist en pianist die thuis is in modern klassieke muziek, improvisatie en experimentele muziekvormen. Hij componeert voor avontuurlijke muzikanten, treedt op als solo-artiest en werkt samen met muzikanten, dansers en dichters. Samen met percussionist Vanessa Tomlinson vormt hij het duo Clocked Out, dat originele muziek brengt op geprepareerde piano, percussie, gevonden objecten en speelgoed.
Op Griswolds nieuwe album Four Places in Queensland is geen geprepareerde piano te horen, maar het is wel een piano-album. De componist creëert daarop een muzikaal landschap in de traditie van Charles Ives, Peter Sculthorpe, Annea Lockwood en John Luther Adams. Griswold koos vier specifieke locaties in Australië, bezocht die locaties, luisterde naar de soundscapes en observeerde en absorbeerde de omgeving. Daar liet hij het echter niet bij, want hij dacht ook goed na over de artiesten die hij de muziek wilde laten uitvoeren en stemde de muziek af op de speelstijl en persoonlijkheid van elke individuele pianist.
Dat heeft geresulteerd in vier werken voor solopiano, die worden uitgevoerd door achtereenvolgens Anna Grinberg, Stephen Emmerson, Griswold zelf en Liam Viney. De werken die zij uitvoeren betreffen steeds een plaats die voor de betreffende pianist een bijzondere betekenis heeft. Griswold heeft getracht om de omgeving als het ware weer te geven in zijn muziek. Hij doet dat door louter de piano te laten klinken en maakt dus geen gebruik van omgevingsgeluiden. De pianisten brengen de werken secuur en met verbeeldingskracht, zodat je je een voorstelling kunt maken van hoe de locaties eruit zien (al is daar wat tekstuele of visuele hulp bij nodig) maar ook je fantasie aan het werk kunt zetten.
‘Mt. Nebo’ is een vierdelig werk dat wordt uitgevoerd door Anna Grinberg. Zij heeft een internationaal profiel als pianist, docent en academicus, en werkt veel samen met orkesten, componisten en andere artiesten. Zij is Piano Performance Fellow en werkt als docent aan de School of Music van de universiteit van Queensland. Samen met Viney vormt zij een duo dat bestaand en nieuw repertoire verkent. Mt. Nebo is een stadje op zo’n 45 kilometer rijden van Brisbane. Het ligt op 550 meter boven zeeniveau, grenst aan een dicht regenwoud en wordt omgeven door bospaden.
Het eerste deel ‘Bell Birds’ kent als basis een meerlagig motief waarop wordt gevarieerd en waarmee losjes wordt gespeeld terwijl het motief herkenbaar blijft. De naklank van het instrument is goed hoorbaar. In ‘Spring 1’ worden ook wat zwaardere pianoklanken toegelaten. Samen met het melodieuze spel in een hoger register leidt dit tot een deels optimistisch en deels donker klinkend deel. In ‘Strum’ gebeurt wat de titel belooft. Grinberg beroert de snaren van de piano deels met haar hand. In combinatie met sober klavierspel leidt dat tot een stemmig stuk. De rust die het derde deel uitstraalt, contrasteert sterk met het begin van ‘Leapfrog 1’, dat juist een onstuimig karakter heeft. De aanslag op de pianotoetsen is vaak ferm, maar de harde passages worden afgewisseld met sprankelend melodieus spel. Het stuk kent dynamische contrasten en variatie in stemmingen.
Ook ‘Cunninghams Gap’ telt vier delen. Dit stuk wordt uitgevoerd door Stephen Emmerson. Sinds 1987 werkt hij voltijds aan het het conservatorium van Queensland, waar hij hoofddocent is, muziekliteratuur doceert en performance-gerelateerde cursussen geeft. Als muzikant speelt hij solo op piano en fortepiano. In de laatste jaren maakte hij deel uit van onder meer het Griffith Trio, het Endeavour Trio en Dean-Emmerson-Dean. Cunninghams Gap is een steile helling die de kust scheidt van de Great Dividing Range en biedt een panoramisch uitzicht over oude vulkanische pluggen.
Het eerste deel is getiteld ‘Waltz’, maar het is er niet een waarin je de driekwartsmaat steeds makkelijk meetelt. Emmerson speelt met het tempo en legt een paar melodieuze motieven over elkaar. Net als in ‘Mt. Nebo’ is in ‘Cunninghams Gap’ een deel getiteld ‘Spring’ en ook dit is een levendig stuk. ‘Spring 2’ is net als ‘Spring 1’ voorzien van zwaardere pianoklanken, nu zelfs nog wat geprononceerder gespeeld maar iets minder donker klinkend dan in het stuk dat door Grinberg wordt gespeeld. ‘Rain 1’ is een somber muziekstuk, traag voorbewegend maar voorzien van melodieus pianospel en prachtige boventonen. ‘Bliss’ is aanvankelijk een turbulent stuk, waarin de grondtonen duidelijk worden benadrukt en waarin naast een melodieus en dynamisch ook duidelijk een percussief element aanwezig is. Het stuk krijgt een heel ander karakter als Emmerson rustige patronen gaat spelen, waarin ook de grondtonen duidelijk doorklinken. Er zit een ingehouden spanning in dit melancholieke gedeelte.
In ‘Condamine’, een eendelig werk van ruim veertien minuten, is Griswold componist en uitvoerder. Condamine is een stadje dat ligt aan de gelijknamige rivier en de thuisbasis is van de Condamine koebel. In het eerste gedeelte legt Griswold vrij korte, vaak kwieke frasen over lang doorklinkende, gelijkmatige pianotonen, die een ambientachtige ondergrond vormen. Het geeft een gevoel alsof je met een drone over het stadje en de rivier vliegt en de bedrijvigheid, de alledaagse gang van zaken daar beneden gadeslaat. Hamerende klanken verleggen het parcours en de pianist weet bij tijd en wijle zijn instrument zeer vol te laten klinken, maar steeds blijft de basis, de zachte ambient-ondergrond, intact.
Het laatste stuk op het album, getiteld ‘Girraween’, bestaat uit drie delen. Pianist van dienst is Liam Viney. Hij is momenteel professor en hoofd van de School of Music van de universiteit van Queensland. Viney is een performer en geleerde met interesse in pianospel, in het bijzonder het spel in duovorm, en nieuwe muziek. Als performer heeft Liam samengewerkt met tientallen componisten, ensembles en symfonieorkesten. Girraween, of ‘plaats met veel bloemen’, is een nationaal park dat bekend staat om zijn indrukwekkende granieten rotsblokken.
Ook in ‘Girraween’ komen we een ‘Spring’ tegen en dat is een levenslustig, verwachtingsvol stuk waarin Viney de sfeer goed treft met sprankelend spel. Als het tempo daalt en enkele zware pianoklanken gaan klinken, maakt de relatieve lichtvoetigheid plaats voor overpeinzing. ‘Rain 2’ in minder somber dan ‘Rain 1’. Je hoort als het ware de regendruppels vallen. Dat zijn geen zware regendruppels, maar kleine die met een zekere lichtheid neerkomen. Het zijn er wel veel, getuige het bedrijvige pianospel. Mooi is dat hier ook de ambientachtige ondergrond terugkeert, op het moment dat het spel wat minder druppelsgewijs wordt. Griswolds composities bevatten zo steeds herkenningspunten, al is telkens een andere pianist aan zet. Tot slot worden in het zeer dynamische ‘Leapfrog 2’ met contrasten gespeeld, in timbre, tempo en dichtheid.
Four Places in Queensland mag dan door vier pianisten worden gebracht, het is compositorisch duidelijk het werk van Griswold. Elke muzikaal bezochte plaats heeft zijn eigen kenmerken, wat in het pianospel van de betreffende muzikant goed tot uiting komt, maar er is ook sprake van verbindende elementen, hoe klein soms ook. De muziek van Griswold is rijk aan ideeën, waarbij het aan variatie niet ontbreekt, net zo min als aan dynamiek, terwijl de stukken ook transparant klinken. Elke klank is als het ware een feest voor het oor. Het maakt nieuwsgierig naar de plekken die zo mooi in muzikale klanken zijn vervat.