Multikulti Project, 2021
In de Spontaneous Music Tribune Series, een onderdeel van het Poolse label Multikulti Project, zijn vorige week twee nieuwe releases verschenen. In de muziek die in de serie wordt uitgebracht draait het om vrije improvisatie en freejazz en bestaat altijd een link naar het Iberisch schiereiland. In de hier te bespreken uitgave gaat het om een kwartet dat de naam Light Machina draagt. Drie van de muzikanten komen uit Portugal, een van het Italiaanse eiland Sicilië.
Om met de laatste te beginnen: Salvoandrea Lucifora is een trombonist en tubaspeler afkomstig van Sicilië, maar hij verblijft al enige tijd in Amsterdam. Zijn drie Portugese kompanen betreffen drummer João Valinho, trompettist Luís Vicente en gitarist Marcelo dos Reis. Net voordat de Covidmaatregelen het concertleven zo goed als plat legde, troffen de vier muzikanten elkaar op een podium in Salão Brazil in Coimbra en Light Machina is van dat optreden een weergave.
Met zijn vieren vormen Valinho, Vicente, Dos Reis en Lucifora een opvallend, want qua instrumentatie niet al te alledaags gezelschap. De trombone is een instrument dat je in vrije muziek te weinig tegenkomt, terwijl het qua klankkleur en muzikale mogelijkheden een uitgesproken geschikt instrument is voor vrije improvisatie. Een bas ontbreekt in Light Machina, maar dat deert niet; de muzikale interactie en invulling van het viertal is zodanig dat er geen gaten vallen en ook de ‘onderkant’ van het geluid afgedekt wordt.
Light Machina maakt geen vrije impro of freejazz van het uitbundige soort, al zijn er wat luidruchtiger passages te horen op het album. Met zijn vieren zoeken de muzikanten naar een zekere consensus, waarbinnen elke muzikant zijn individuele stem heeft maar ook oog en oor heeft voor de muziek als geheel. De muziek klinkt soms behoedzaam maar is nooit bescheiden. Het muzikale onderzoek is belangrijk en dat gaat vaak gepaard met ingehouden spanning. Een luisterend oor is even belangrijk als de eigen muzikale output. De concentratie is welhaast hoorbaar, maar gaat niet ten koste van de speelsheid die zo belangrijk is om de muziek niet te laten vervallen in bloedeloze improvisatie.
Het album telt drie stukken, in lengte oplopend. Lucifora opent het titelstuk met een gevoelvolle solo, waarin hij af en toe het geluid van een trompet benadert. De bekkens van Valinho ruisen zacht en Dos Reis speelt een ritmisch tikkend patroon. De spanning is om te snijden en die neemt nog verder toe als Vicente zich meldt. De twee blazers kleuren elkaars spel bij, behoedzaam en zonder muzikale krachtpatserij. De muziek vraagt om een apotheose, om een verlossing van de spanning, maar de muzikanten werken aan die wens niet mee. Het gevolg is dat je als luisteraar het puntje van de stoel opzoekt en niet meer verlaat. Wel wordt de muziek langzamerhand meer ingevuld en stijgt het volume, als Valinho percussief steeds meer elementen inbrengt en Dos Reis de druk opvoert met redelijk heldere gitaarklanken met een gemeen randje.
In ‘Saving Pigs’ mag Valinho het bal behoedzaam openen, maar hij krijgt al snel gezelschap van zuchtende en zuigende trompetklanken, lage gitaartonen en melodische frasen van de trombone. Vooral Vicente trekt met zijn onconventionele blaastechnieken de muziek de experimentele kant op, waar gitaar en drums vooral gaan voor het creëren van muzikale spanning. Mooi is hoe de vier musici in verschillende tempi lijken te spelen, terwijl de eenheid toch wordt bewaard. Snelle trombonespel en redelijk traag trompetspel gaan prima samen, net als het snel responderen van Lucifora en Vicente, terwijl met name het rollende drumspel de intensiteit ten goede komt. Dos Reis’ gitaarspel neemt robuustere vormen aan, qua sound dichter tegen stevige rock dan tegen jazz aan schurend, maar met een vrije spelopvatting. Waar in ‘Light Machina’ de muziek grotendeels bedachtzaam klinkt, daar is er in ‘Saving Pigs’ meer ruimte voor hardere passages, zonder dat het spel met ingehouden spanning helemaal wordt losgelaten. Na zo’n acht minuten wordt die zelfs tot zijn essentie teruggebracht, als Valinho zijn ritme zeer zachtjes voor het voetlicht brengt, Vicente daar overheen piept, hijgt en pruttelt, Lucifora kalm accentueert en Dos Reis voor een sprankeling zorgt. Verderop wordt de prikkelende experimentele rol van Vicente overgenomen door de al even eigenwijs musicerende Dos Reis, als de minimale ondergrond plaatsmaakt voor een bedrijvige en de muziek weer meer body krijgt.
‘The RainGoat’ begint met een jazzy duet van Vicente en Lucifora. Je verwacht een ritmesectie die een swing inzet, maar dat is niet waar het bij Light Machina om gaat. De twee blazers buigen een andere richting op en als Valinho zich meldt is dat met vrij spel zonder een vastomlijnd ritme of tempo, maar wel met een opvallende rol voor de cimbalen. Chromatische patronen, het tegen elkaar in spelen van melodieën en het elkaar vinden in klankkleuren: de trompet en trombone zijn in handen van Vicente en Lucifora buigzame en veelzijdige instrumenten die voor elkaar lijken te zijn gemaakt. Fraai is het ritmische en accentuerende spel van Dos Reis, die een grofkorrelig geluid en goed geplaatste snelle riedels laat horen. Valinho is in deze fase de muzikant die het zaakje bijeen houdt. Een solo van Lucifora krijgt een zeer stevige boost door het bedrijvige spel van de ritmesectie van gitaar en drums. Na zo’n acht minuten is er geen rem meer en volgt een gedeelte met vrij spel voor eenieder zonder terughoudendheid. Binnen een mum van tijd brengt het viertal de muziek weer terug naar kleine proporties, waarbinnen Dos Reis en Valinho op speelse wijze improviseren. Ook in dergelijke passages blijft een gedrevenheid doorklinken in de muziek die zich niet laat temperen. De luisterervaring is een intense. Uiteindelijk wordt naar een krachtig einde toegewerkt.
Light Machina laat vier muzikanten horen, vier verschillende stemmen die duidelijk hoorbaar zijn, waarbij in zijn totaliteit de som meer is dan de delen. De individuele expressiemogelijkheden worden benut maar dit kwartet maakt geen muziek waarin ego’s centraal staan. Alle muzikale stemmen leggen een even groot gewicht in de schaal, zonder vooraf bepaalde rolverdeling maar met eenzelfde soort geestdrift en de wil om ruimte te nemen en te geven. Het hoorbare speelplezier werkt aanstekelijk op dit avontuurlijke en uitdagende album.