Eigen beheer, 2021
Stilte. Bestaat het eigenlijk wel? Je zou zeggen in onze wereld niet. Altijd is er iets hoorbaar, al is het maar je ademhaling en altijd is er iets in beweging, zelfs de aarde zelf. Absolute stilte lijkt dus een onmogelijkheid, maar dat wil niet zeggen dat je er niet over kunt nadenken of proberen zo dicht mogelijk bij geluidloosheid te komen. De Chileense muzikant Ignacio Moreno-Fluxà, sinds 2011 opererend onder de noemer ihä, baseert zijn nieuwe release Espacios Interrumpidos op het fenomeen stilte.
Wat gebeurt er tussen twee ademhalingen, als het nagenoeg stil is, bijna alles stopt? Je gedachten staan nooit stil en je hoort bijvoorbeeld je bloed kloppen in je oren, maar even is er een onderbreking van de dagelijkse gang van zaken, misschien wel van de dagelijkse werkelijkheid. Dat is de ‘espacio interrumpido’ (onderbroken ruimte). Dat is waar ihä zich met zijn ambient/drone-muziek op richt. Maar hoe verklank je het fenomeen? Muziek is geluid (al dan niet in combinatie met stilte) of geluid is muziek, trillingen in de ruimte. Het ononderbroken produceren van klanken is het tegenovergestelde van stilte. ihä doet dat in zijn muziek, die ook steeds in beweging is, hoe minimaal ook.
Dat neemt niet weg dat de thematiek een interessante is en ook past bij de muziek die de Chileen maakt. In dit geval gaat het om een ep die bestaat uit een live-opname die gemaakt is op 24 maart 2019 in de Patio Interior in Santiago. Moreno-Fluxà gebruikt voor de muziek gitaar en effecten. De ep telt één stuk van eenentwintig minuten, getiteld ‘Espera’. Met het thema ‘onderbroken ruimten’ in gedachten ontvouwt zich een consistent stuk muziek dat tot nadenken stemt maar waarin je ook helemaal kunt opgaan.
‘Espera’ start met een kalm gitaarmotief, als een zich alsmaar herhalende mantra. Een zachte drone houdt het motief gezelschap. Er is geen haast en niets moet, er is alleen die voortkabbelende gitaar met die spaarzame omlijsting. Er lijkt bijna niets te gebeuren, behalve dat de muziek bezit van je neemt, je gevoel voor tijd en ruimte wegneemt, alsof je in een vacuüm verkeert waarin niets van buiten kan doordringen. De onveranderlijkheid van het stuk is echter schijn. Ergens op de achtergrond zijn andere geluiden te horen, geen drone maar korte klanken, heel zachtjes.
Langzaam neemt de drone meer ruimte in ten koste van het gitaarmotief, waarvan nog slechts een paar basistonen resteren. De verandering geschiedt bijna ongemerkt, want de sfeer blijft hetzelfde. Het aantal lagen van de drone neemt toe, maar ihä is niet uit op een dichte geluidsmassa of een echte climax. Het stuk evolueert op natuurlijke wijze. De kalmte blijft, al wordt de muzikale ruimte nu anders en wat voller ingekleurd. Zodra een hogere gitaardrone wordt toegevoegd, verdwijnt het oorspronkelijke motief naar achteren, waar het nog net hoorbaar is. Dat is voldoende om voor beweging te zorgen in de verder statische muziek.
Iets over de helft van het stuk is het motief verdwenen. De gelaagde drone blijft aanvankelijk alleen over, maar verderop worden met percussieve klanken accenten en een klein melodisch aspect aangebracht. De drone is ook aan verandering onderhevig, fluctueert nu wat en krijgt zelfs een klein ritmisch accent, zonder echt van zijn plaats te komen. Elke verandering is als een subtiel aangebrachte penseelstreek, waarmee de schildering van het landschap niet wezenlijk wordt veranderd maar een kleine toevoeging krijgt die het geheel toch een ander aanzien geeft.
ihä voert je in ‘Espera’ even weg van de alledaagse werkelijkheid. Als je dat wilt. Zowel de thematiek als de muziek zelf zijn niet dwingend. Er is ruimte voor reflectie en voor interpretatie. Ieder kan de muziek en de gedachtegang erachter op zijn eigen manier beleven. De muzikale schoonheid spreekt voor zich in een stuk dat ook zonder diepgravende bespiegelingen overeind blijft.