Brighter, 2021

Jelle Haagsma maakt doorgaans muziek onder de noemer Jellephant. Live laat hij zich bijstaan door The Phantoms. De muziekstijl van Jellephant kan worden omschreven als psychedelische rock met surfinvloeden. Die laatste invloeden kwamen sterker dan voorheen naar voren op het sterke album Dull Planet / Rotten Waves uit 2019, waarop Haagsma zijn gitaren wat minder in galm drenkte en een beweging maakte naar soberder gearrangeerde muziek. Kort daarna verschenen twee albums, Itch en Pin, waarin de lijn van een meer gestripte manier van werken werd doorgetrokken. De lo-fi aanpak van die twee laatste platen bleek uitstekend te passen bij Jellephants muziek.

Daarna is het een tijdje stil gebleven wat betreft releases, totdat vorige maand de uitstekende single Baby verscheen, een vlotte indierocker waarop naast Haagsma ook Joey Pechler op bas en Tessa van Raalte op vocalen zijn te horen. Het verzacht het wachten op een nieuw Jellephant-album enigszins en dat geldt ook voor het nu verschenen Odd Swell van Nelson Crumble. Dat is een duo dat bestaat uit Haagsma en zijn goede vriend en beeldend kunstenaar Daan Muller. Wie echter muziek in de trant van Jellephant verwacht, is eraan voor de moeite.

Nelson Crumble maakt geen liedjes, maar is een elektro-akoestisch ambient/drone/tapeloop-project. Op het eerste album horen we vier soundscapes waarin ogenschijnlijk niet zo veel aan de hand is. Een gitaarmotief, taperuis en meer of minder definieerbare geluiden vormen de belangrijkste ingrediënten van muziek die mag meanderen en die het niet moet hebben van grote gebaren of sterke gemoedsbewegingen. Er staat echter niet voor niets ‘ogenschijnlijk’.

Het titelstuk opent met taperuis en een wat aarzelend gitaarmotiefje. Er is geen haast, geen drijfveer om de direct gecreëerde sfeer teniet te doen. Een tweede gitaar brengt wat meer nuance aan zonder afbreuk te doen aan de relaxte sfeer. Er schuilt een addertje onder het gras, want de ruisende klank is wat onrustig en dat duidt op spanning. Die spanning wordt langzaam uitgebouwd met een paar nieuwe klanken (niet te veel). Het gebeurt allemaal achteloos, maar ook fijngevoelig. Je wordt er als luisteraar als vanzelf in getrokken. Met minimale middelen maximaal effect creëren, dat is wat Nelson Crumble in ‘Odd Swell’ doet.

Dat stuk is met een kleine zes minuten op de klok makkelijk te behappen, maar het tweetal slaagt er ook in om in het lange baanwerk te overtuigen. Het zeventien minuten in beslag nemende ‘Nice, I Was Just Getting Comfortable’ begint met een repeterende elektronische toon, die wegsterft en plaatsmaakt voor – ook hier – een relaxt gitaarpatroon, omgeven door een galm, taperuis en een paar elektronische klanken (vergelijkbaar met waar het stuk mee begon). Dat is de basis en daaromheen bevinden zich de variabelen. Die worden niet met wagonladingen tegelijk over de luisteraar heen gekieperd, maar bestaan uit delicate elektronische klanken, subtiele bewegingen die de wat melancholieke sfeer niet aantasten maar minuscuul en toch gedecideerd het muzikale parcours verleggen.

Totdat de toevoegingen gaandeweg luider worden en het heft in handen nemen door het gitaarmotief eerst naar achteren en daarna zelfs helemaal weg te drukken. De elektronica overheerst en de klanken zijn stukken minder vriendelijk dan voorheen. Weg is de enigszins melancholieke sfeer, die nu plaats heeft gemaakt voor een onbestendiger muzikale atmosfeer. Zo eindigt het stuk heel anders dan het begon en blijkt de titel raak gekozen.

Het korte ‘Pill Bug Control’ opent met een schrapende klank, een gitaartoon en een vaag gitaarmotief. Het stuk neigt af en toe meer naar experimentele muziek dan naar ambient, maar heeft wel een ambient-textuur. Waar de eerste twee stukken voor een groot deel een ontspannen indruk maken, daar is de basis van dit werk onrustig. ‘Droplet’ moet het daarna hebben van gespannen rust. Het gitaarmotief is relaxt, maar er zit een spookachtig randje dat de muziek een unheimische impuls geeft. Mooi is hoe onder de oppervlakte zachtjes verschillende bewegingen plaatsvinden, die ervoor zorgen dat het repeterende motief van een nooit rustende ondergrond wordt voorzien. Langzaam komen de bewegingen op de achtergrond naar voren, daarmee de atmosfeer dreigender makend en de klankkleur duisterder.

Nelson Crumble maakt op Odd Swell geen muziek die om aandacht schreeuwt, maar geconcentreerd luisteren afdwingt door onder een schijnbaar onschuldig oppervlak de muziek zo in te kleden dat een spanningsveld ontstaat tussen de ontspannen repeterende motieven en de bewegingen die zich zich daarachter of daaronder bevinden. Dit album is een aangename verrassing die doet verlangen naar meer.

Odd Swell bandcamp