Tzadik, 2021

Net als de ruimte tussen de sterrenstelsels dijt de discografie van John Zorn steeds verder uit. Dat gebeurt in een hoog tempo. Elk jaar ziet een aantal nieuwe releases het licht en als componist lijkt aan ’s mans creativiteit geen einde te komen. Een enkele keer laat Zorn zich nog als improviserend saxofonist gelden, maar het componeren staat al jaren voorop. Daarbij weet de New Yorker steeds weer nieuw talent aan te boren als het gaat om de muzikanten met wie hij werkt.

Het uitbrengen van nieuw werk geschiedt bij Zorn gemiddeld om de twee maanden, maar kennelijk vindt hij dat tempo nog niet snel genoeg. Twee jaar geleden bracht hij al een uitgebreide box met elf cd’s uit onder de titel The Book Beri’ah, waarop verschillende muzikanten werken van het derde en naar Zorns zeggen laatste Masada-boek ten gehore brachten, in verschillende stijlen maar steeds met een duidelijke Zorn-signatuur. Een distributiedeal met het onbetrouwbare Pledge Music, dat uiteindelijk failliet ging, zorgde ervoor dat de Amerikaanse componist niet of nauwelijks betaald kreeg voor al zijn inspanningen.

Naast het Masada-boek heeft Zorn ook een boek met composities samengesteld dat The Bagatelles heet. Van maart tot mei 2015 componeerde de workaholic 300 nieuwe stukken, kleine composities waarmee eerst vijf jaar in verschillende livesettingen is opgetreden. Uiteindelijk heeft Zorn een aantal muzikanten uitgenodigd om studio-opnamen te maken en dat resulteert in een serie van boxsets die bestaan uit vier cd’s. Op elk van die boxsets zijn vier muzikale acts te horen die op hun eigen wijze composities uit Zorns songbook vertolken. Op de eerste boxset zijn dat het jazzkwartet Mary Halvorson Quartet, de cellisten Erik Friedlander en Michael Nicolas, hardcore/punk/noiserock/metal/jazz-trio Trigger en elektronica-pionier Ikue Mori.

In de begeleidende tekst bij deze box laat Zorn weten dat hij het schrijven van zijn composities bij voorkeur klein werkt, dat wil zeggen dat hij korte geconcentreerde stukken schrijft, waarin de uitvoerende muzikanten door eigen arrangementen en improviserend hun unieke identiteit kunnen verwerken. In tegenstelling tot zijn Masada-werken ontbreekt bij de Bagetelles een specifieke culturele component. De Joodse achtergrond van Zorn speelt hier geen rol en dus blijft de klezmer-connectie achterwege. Hoe kort de werken ook zijn, de complexiteit die de muziek van Zorn kenmerkt is ook daarin terug te horen.

Het Mary Halvorson Quartet bestaat naast de gitariste zelf uit Miles Okazaki op gitaar, Drew Gress op bas en Tomas Fujiwara op drums. Halvorson is duidelijk hoorbaar verantwoordelijk voor de arrangementen en de productie en heeft dus een flinke vinger in de pap van Zorns composities. Uit de muziek van het viertal spreekt echter een groot respect voor de componist. Zo is in opener ‘Bagatelle #57’ direct het syncoperende ritme te horen dat in Zorns meer jazzgeörienteerde muziek vaker voorbijkomt. Ook wisselingen van structuur en het ogenschijnlijk saboteren van het muzikale pad om er vervolgens zonder moeite weer op terug te keren, is een beproefde Zorn-methode die door het kwartet wordt beheerst. Halvorson laat ruimte voor de andere drie muzikanten om hun (solo)momenten te pakken, maar schittert toch vooral zelf, al dan niet in combinatie met het gitaarspel van Okazaki, die zich een subtiel en soepel begeleider toont in bijvoorbeeld ‘Bagatelle #33′ en Bagatelle #162’ en Halvorson tegengas geeft in ‘Bagatelle #108’. Halvorsons spel is helder, vaak met een vrij harde aanslag, maar ook meer ruige, aan rockmuziek verwante klanken komen voorbij. Belangrijkste is echter dat Halvorson de muziek van Zorn naar haar hand heeft gezet maar niet kapot heeft gearrangeerd en dat die muziek ook niet door het kwartet kapot wordt geïmproviseerd, waardoor de speelsheid van de composities in het volle licht komt te staan. Onderwijl is het ook puur genieten van de gevoelvolle virtuositeit van het viertal.

Een oudgediende in Zorns contreien is cellist Erik Friedlander. Hij is zelf ook een begenadigd componist en heeft vooral in de laatste jaren filmmuziek gecomponeerd. Op het tweede deel van Bagatelles vormt hij een duo met Michael Nicolas, ook een cellist en een muzikant die juist in de recente Zorn-geschiedenis opduikt. Zo was hij een van de cellisten op Azoth, een cd met kamerwerken van Zorn en een van de betere albums in de discografie van de componist. Zorns Bagatelles zijn ook kamerwerken en dat komt goed tot uiting in de cello-bezetting met Friedlander en Nicolas. Het chaotische element, gecombineerd met klassieke lijnen en harmonieën, komt goed naar voren in ‘Bagatelle #46’ en hetzelfde geldt voor de spannende dissonantie die in ‘Bagatelle #163’ een rol speelt. Subtiel pizzicatospel en ruwe en krassende bewegingen met de strijkstok kunnen in Zorns muziek makkelijk worden gecombineerd. De twee cello-grootheden klinken alsof zij hun hand niet omdraaien voor de complexe materie die zij zich hebben moeten toe-eigenen. Naast kwieke, speelse stukken, zijn op het album ook wat ‘zwaardere’, meer contemplatief en klassiek klinkende stukken te vinden, zoals ‘Bagatelle #27’, een langzaam stuk waarin de lyrische mogelijkheden van het cellospel worden uitgediept. Dat gebeurt ook in het in een oneven maatsoort voortbewegende hoogtepunt ‘Bagatelle #221’. Het improvisatorische element komt binnen het klassieke idioom van de composities naturel over.

Een van de bijzondere kenmerken van de korte gecomponeerde stukken van Zorn is dat ze zich uitstekend lenen voor interpretaties in verschillende stijlen en samenstellingen. Is een bepaalde samenstelling niet voorhanden, dan brengt de componist muzikanten bij elkaar om zijn muziek te spelen. Dat is gebeurd met Will Greene (gitaar), Simon Hanes (basgitaar) en Aaron Edgcomb (drums), die als trio de naam Trigger voeren. Inmiddels hebben zij ook ‘zelfstandig’ een album uitgebracht, het in augustus 2019 verschenen Pull. De muziek van het trio bestaat uit elementen uit verschillende genres als hardcore, punk, noiserock, thrash metal, garagerock, jazz en vrije improvisatie. Op Bagatelles volume 3 gaat het trio voor een energieke muzikale aanpak die je als luisteraar geen moment rust geeft. Het past in het rijtje met meer extreme muzikale uitingen van Zorn, waarin furieuze energie wordt gekoppeld aan een surplus aan technische vaardigheden. Trigger houdt zijn stukken compact, zodat de punch niet verloren gaat. In vijftien stukken horen we een razende tornado van muziek, waarin de drums alomtegenwoordig zijn, de bas heavy klinkt maar soepel beweegt en de gitaar vrij helder naar voren komt maar desondanks zeer fel uit de hoek komt. In ‘Bagatelle #220’ wordt de gitaarsound met effecten zwaar vervormd. De combinatie van complexiteit, muzikaliteit en vurige intensiteit zorgt voor een afmattende maar zeer bevredigende luisterervaring.

Elektronica-muzikant Ikue Mori begon ooit als drummer, maar maakt de laatste jaren voornamelijk gebruik van haar laptop als muziekinstrument. Zorn heeft regelmatig een beroep gedaan op Mori en zij is onder andere lid van het ensemble Electric Masada. Waar dat ensemble luid en groots uitpakt met Zorns Masada-composities, daar houdt Mori het op Bagatelles Volume 4 aanmerkelijk kleiner. Zij heeft de korte stukken van Zorn zorgvuldig bestudeerd, haar proces van programmeren en manipuleren van de melodieën erop losgelaten, er contrapunt aan toegevoegd en vervolgens haar eigen sonische taal gecreëerd. En die is ronduit prachtig. Mori koppelt toegankelijke melodieën aan haar voorliefde voor elektronisch experiment. Dat betekent dat de geluiden die zij uit haar elektronica haalt zowel lieflijk en lyrisch als weerbarstig en grimmig kunnen klinken. Let wel: tegelijkertijd. Door het contrast ontstaat een spanningsveld waarin de oorspronkelijk door Zorn neergepende muziek steeds duidelijk in doorklinkt. Overigens zijn op het album ook pianoklanken te horen, maar er wordt geen melding van gemaakt dat Mori op het album piano speelt. Waarschijnlijk heeft ze die klanken uit haar laptop getoverd. Daarnaast is opvallend dat Mori niet kiest voor een uitgebreid sonisch palet, dat wil zeggen dat de klankkleuren op elkaar aansluiten en de muziek niet alle kanten uitschiet maar een behoorlijke mate van coherentie laat horen.

De box met de eerste vier delen van Bagatelles laat op vier uiteenlopende wijzen horen hoe krachtig de composities van Zorn zijn. Elk van de muzikale acts drukt zijn eigen stempel, maar het blijft overduidelijk John Zorn. We zien uit naar de tweede boxset. Zorns arbeidsethos kennende, zal het wachten daarop waarschijnlijk niet zo lang duren.

Tzadik website