Tripticks Tapes, 2021

Los Angeles is de plek van waaruit de multi-instrumentalist, maar toch vooral saxofonist Patrick Shiroishi opereert. De muzikant met Japanse roots legt een grote productiviteit aan de dag, vooral de laatste paar jaren. Het is geen kwestie van kwantiteit verkiezen boven kwaliteit; Shiroishi heeft muzikaal gewoon veel te vertellen. Zijn muziek is aansprekend, diepgaand en geladen met emotie. Daarvan is de nu bij Tripticks Tapes verschenen cassette Resting In The Heart of Green Shade een goed voorbeeld.

Op eerdere soloplaten Tulean Dispatch (2017) en Descension (2020) roerde Shiroishi de geschiedenis van zijn grootouders aan. Zij zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog in een concentratiekamp gevangen gezet, niet omdat zij niet loyaal waren aan de Verenigde Staten, maar puur en alleen omdat zij Japanse roots hadden. Dit overkwam ongeveer 120.000 mensen. Shiroishi wist de bitterheid, het verdriet, de boosheid en de machteloosheid te verklanken met saxofoonspel dat door merg en been kon gaan, soms subtiel stil verdriet vertolkte en de wanhoop een stem gaf.

Ook op Resting In The Heart of Green Shade liggen de emoties aan de oppervlakte. Shiroishi legt zoveel gevoel in zijn spel, dat het welhaast onmogelijk is er niet door geraakt te worden. Tenminste: als je muzikaal tegen een stootje kunt. Het saxspel kan zeer bits en ongemakkelijk klinken. Het zijn ruwe emoties die de saxofonist ten gehore brengt. Op het nieuwe album betreft dat een heel scala, al zijn ze geen van allen optimistisch van aard.

Shiroishi is op de cassette te horen op alt-, sopraan- en tenorsaxofoon. In elk van de vier stukken creëert hij een levendige muzikale vertelling, zonder effecten of andere hulpmiddelen. Dat wil niet zeggen dat het ‘pure’ saxklanken zijn die je als luisteraar krijgt voorgeschoteld. Shiroishi exploreert de mogelijkheden van zijn instrument, gebruikt verschillende technieken, laat ook andere geluiden van het instrument klinken en maakt een enkele keer ook gebruik van zijn stem. Het staat allemaal in dienst van een muzikaal avontuur vol gemoedsbewegingen.

In ‘Words Turn Into Stone’ combineert Shiroishi op zijn altsax lange lijnen met staccato klanken. Beide elementen worden gaandeweg met de nodige agressie gebracht en monden uit in een gedeelte waarin de muzikant zijn instrument laat krijsen, de kleppen van de sax laat klinken en snelle notenreeksen speelt. De toon is ruw en vinnig, maar met hetzelfde gemak speelt Shiroishi een verstilde passage met veel lucht zonder klank, die dan wel weer geladen is met spanning. Om de schrijnende emotie nog wat sterker naar voren te laten komen, zingt de saxofonist in zijn instrument, waarbij er veel lucht langs het mondstuk gaat en af en toe kort een klank ontstaat, als bij toeval. Verderop laat Shiroishi zijn instrument vervaarlijk piepen, alsof hij zijn eigen emoties niet onder controle heeft.

‘Orange Pedals’ opent met sombere melodieuze klanken in het hoge register van de sopraansax, begeleid door aangeblazen lucht. De sfeer van het stuk verandert zodra het topregister wordt beproefd. De extreem hoge klanken klinken ongemakkelijk, terwijl Shiroishi al pikkend zijn weg vervolgt, daarbij steeds harder en agressiever spelend. Plots duiken toch weer melodieuze frasen op en zo weet de saxofonist je als luisteraar steeds mee te nemen naar weer een ander onontgonnen terrein. Snelheid en melodie gaan samen, evenals technische vaardigheden en een hoge gevoelswaarde. Shiroishi speelt vibrerend maar ook kaarsrecht, combineert rustig en rusteloos spel en harde en zachte klanken. Zelfs als hij op het eind louter lucht blaast, weet hij emotioneel te raken.

De tenorsax zorgt voor een robuuste klank in ‘Paper Mountain’. In het begin is de stilte die tussen de tonen valt van belang, want geladen met spanning. Die spanning blijft als zachte saxklanken en het geluid van de kleppen samengaan. Langzaam wordt het spel bedrijviger en strijdlustiger, maar tot een volle climax komt het niet omdat Shiroishi terugvalt naar het spannende spel met saxklanken en dichtslaande kleppen. De tweede keer dat de saxofonist uithaalt, is het wel ongenadig raak en wordt de harde lijn ook wat langer doorgetrokken. Het mooiste gedeelte is echter als Shiroishi zowel saxklanken als lucht als klepperende kleppen tegelijkertijd laat horen, waarbij hij ook nog eens een groot gedeelte van het bereik van de sax gebruikt. Het doet bijna duizelen, zoveel weet deze muzikant uit zijn instrument te halen.

Aan het begin van ‘The Very Heart of Things’ weet Shiroishi (nu weer op altsax) omgevingsgeluiden te suggereren met het blazen van lucht. Het spel is zacht, fluisterend, breekbaar. Melodisch klinkt het stuk melancholiek, als van een verdriet uit het verleden dat opnieuw de kop opsteekt. Die emotie slaat om naar boosheid en zelfs naar radeloze woede als Shiroishi even alle remmen loslaat. Hij keert ook weer terug naar het breekbare spel. De schoonheid zit in het contrast, in de onvoorspelbaarheid van de gemoedsbewegingen en in het zachte, stille verdriet. Shiroishi laat zijn saxofoon huilen, soms bijna geruisloos, soms voluit en uitmondend in pure wanhoop die luid wordt uitgeschreeuwd, waarna ook nog eens de vermoeidheid van daarna wordt verklankt. Het is een ontroerend einde van een werkelijk schitterend album.

Resting In The Heart of Green Shade bandcamp

Patrick Shiroishi website