Relative Pitch, 2021

In de New Yorkse downtown scene is Zeena Parkins al sinds de eerste helft van de jaren tachtig een veel geziene muzikant. Haar voornaamste instrument van keuze valt dan ook direct op: de harp. Parkins bespeelt zowel de ‘traditionele’ akoestische harp als een elektrische harp. Zij bewerkt het instrument ook om op die manier de expressiemogelijkheden te vergroten. Ze maakte deel uit van Skeleton Crew (met Fred Frith en Tom Cora), Phantom Orchard (een duo met Ikue Mori) en Cosa Brava (met o.a. Fred Frith en Carla Kihlstedt). Onder haar eigen naam bracht de harpiste onder andere het uitdagende en noisy No Way Back (1998) uit, alsmede een paar prachtige albums op John Zorns Tzadik-label (o.a. Mouth=Maul=Betrayal uit 1996 en Pan-Acousticon uit 1999).

De Deense, vanuit het Noorse Trondheim opererende saxofoniste Mette Rasmussen timmert de laatste jaren flink aan de weg, waarbij ze zich ook (of misschien wel: vooral) buiten de geijkte jazzpaden begeeft, getuige haar samenwerking met Cocaine Piss, Godspeed You! Black Emperor en MoE. Met dat laatste gezelschap bracht de saxofoniste twee tussen noiserock en freejazz laverende albums uit: Tolerancia Picante in 2019 en Painted (met ook Ikuro Takahashi) in 2020. Daarnaast werkte Rasmussen met onder andere Chris Corsano, Paul Flaherty, Tashi Dorji, Tyler Damon, Ståle Liavik Solberg, Alan Silva en Julien Desprez.

Net als Parkins is drummer Ryan Sawyer woonachtig in New York, maar hij komt oorspronkelijk uit Texas. De slagwerker is evenals de twee andere muzikanten een musicus die zich niet door genrehokjes laat beperken, getuige zijn samenwerkingen met onder andere TV On The Radio, At The Drive-In, Scarlet Johanson, Massive Attack, Boredoms, The Mekons, Thurston Moore, Nate Wooley, Matana Roberts, Susan Alcorn, Tony Malaby, Trevor Dunn en Louis Belogenis. Sawyers solo-album Your Heart Will Be Your Skin bevat composities van onder meer Devo, Sonic Youth, Neko Case, Chuck Berry, Captain Beefheart en Willie Nelson. Het is maar om ’s mans muzikale ruimdenkendheid te illustreren.

Bij Relative Pitch brengen Parkins, Rasmussen en Sawyer nu als trio Glass Triangle uit. Op de voor- en achterkant van de cover staat een kunstwerk in glas van Josiah McElheny, een uit Boston afkomstige beeldend kunstenaar die vooral befaamd is om zijn werken die door glasblazen tot stand zijn gekomen, glazen assemblages en spiegelwerken van glas. McElheny heeft ook de liner notes bij het album geschreven. Glas is een kwetsbaar materiaal, maar van de driehoekvormen in de kunstwerken die de cover sieren gaat een betovering uit, en een kracht. Daarnaast denk je bij ‘triangle’ ook direct aan dat kleine percussie-instrument dat ondanks zijn bescheiden afmeting en simpelheid altijd hoorbaar is, al speelt een orkest nog zo luid.

Van de muziek van het trio Parkins-Rasmussen-Sawyer gaan ook betovering en kracht uit. In zes geïmproviseerde stukken komen de ervaring op verschillende muzikale gebieden en de muzikale radicaliteit van het drietal goed tot uiting. In handen van Parkins is de elektrische harp een machtig en veelzijdig instrument dat geen moment als een ‘echte’ harp klinkt. De Amerikaanse speelt met gebogen tonen, met feedback en met klankkleuren, waarbij zelfs in de hectische frasen de controle steeds aanwezig is. Het geluid van de harp is eerder te vergelijken met dat van een elektronica-muzikant dan met dat van bijvoorbeeld een bas of basgitaar, al hebben de harpklanken soms wel de diepte en zwaarte van een bas.

Rasmussen is een saxofoniste die haar ervaring met freejazz, noiserock en punk kanaliseert in vrije improvisatie-spel dat alle kanten op kan schieten. Staccato fragmentarisch spel, een felle attaque en het flink laten gieren van het instrument zijn muzikale mogelijkheden waar de Deense haar hand niet voor omdraait. Ten opzichte van het alomtegenwoordige spel van Parkins gaat Rasmussen niet steeds in de voorspelbare overdrive, maar blijft zij opvallend vaak een cleane toon spelen. Maar natuurlijk is er ook de scherpte in spel in het topregister, dat de saxofoniste zodanig beheerst dat geen krachtsverlies optreedt, maar waarmee ze juist een extra energieboost geeft.

Sawyers drumspel is niet zozeer dienend alswel een derde bron van energie ten opzichte van het muzikale geweld van Rasmussen en Parkins. De Texaanse New Yorker weet veel power in zijn drumspel te leggen, maar ook subtiele bekkenslagen en het bespelen van koebellen behoren tot het arsenaal van de drummer. Bovenal weet het trio een mooie balans te vinden tussen voluit gaan en ingehouden spelen, waarbij de eerste variant overdonderend overkomt en de tweede tot een aangename spanning leidt. De momenten waarop het drietal tegelijk de robuuste kant opgaat, zijn opwindend en intens. Het spel is onvoorspelbaar en de muziek kan alle kanten op bewegen.

Wie freejazz of vrije improvisatie graag met een flinke dosis power aanhoort, komt met Glass Triangle uitgebreid aan zijn trekken. Het muzikale avontuur van Parkins, Rasmussen en Sawyer behelst echter meer dan dat. Zelfs in de meest extreme momenten is er die sublieme manier van samenspelen en het is knap hoe het drietal de intensiteit aan een elastiek lijkt te hebben: het kan er heftig aan toegaan, maar met hetzelfde gemak plooit de muziek weer terug naar intiemer terrein. Echt rustig is het echter nooit. Inventief en enerverend is het constant.

Glass Triangle bandcamp

Zeena Parkins website