Raw Tonk, 2021

Afgelopen jaar was de Londense saxofonist Colin Webster te horen op het derde album van de populaire post-punk/noiserock/punk-band Idles. Zijn naam werd helaas maar weinig genoemd in recensies van die plaat, hoewel Webster daarop een belangrijke rol speelt, meer dan enkele bekendere namen die op het album zijn te horen. Je zou kunnen zeggen dat Websters ster rijzende is, maar iets meer aandacht voor zijn inbreng had wel gemogen. Overigens doet de saxofonist geen concessies: zijn spel is messcherp en wars van enig effectbejag, ook als hij ‘slechts’ als gast optreedt.

Het compromisloze in Websters muziek is onder andere te horen in twee noiserock-formaties waarvan hij deel uitmaakt: Sex Swing en Wart Biter. Memorabel is ook zijn inbreng in de genadeloze freejazz die te horen is op Prime van Dead Neanderthals, wat contrasteert met de zachte minimale klanken die de Brit speelt in een aantal incarnaties van gitarist Dirk Serries’ Tonus-project. Eigenwijze freejazz speelt Webster samen met Serries in Kodian Trio, waarin een andere muzikant met wie de saxofonist vaak te horen is, Andrew Lisle, de drummer is. Webster speelt ook regelmatig in duoverband, bijvoorbeeld met drummer Mark Holub, draaitafel- of snaredrumspeler Graham Dunning en gitarist Daniel Thompson.

Solo is Webster wat minder vaak te horen, maar als hij het doet is steevast sprake van iets bijzonders. Zo bracht hij in 2017 vs Tapeloops uit, waarop hij musiceert aan de hand van een aantal op tape vastgelegde loops, en verscheen eind 2018 Hiss, een cassette waarop Webster weliswaar sax speelt, maar daarmee sissende klanken en ruis produceert, zonder een toon aan te blazen. Nu verschijnt op vinyl een nieuwe soloplaat, vs Amp. Het is de vijftigste uitgave van Websters eigen Raw Tonk Records. Ook nu weet de Engelsman er iets bijzonders van te maken.

Websters meest gebruikte saxofoons zijn de alt- en de baritonsax. Op zijn nieuwe album beperkt hij zich tot het laatste instrument. Dat gebeurt deze keer niet op akoestische wijze. In plaats daarvan wordt het geluid van de sax vervormd door gebruik te maken van een Fender Twin Reverb (een gitaarversterker) en een Fender Bassman (een basversterker). Alle tien stukken op vs Amp zijn live in de studio ingespeeld en op de lp te horen zonder overdubs, effecten of bewerkingen. Soms doet de aanpak wat denken aan die van Colin Stetson, maar Webster heeft duidelijk zijn eigen techniek, typerende kenmerken en rauwe manier van spelen.

Voor wie van een experimentele aanpak houdt, is het genieten geblazen met vs Amp. Webster trakteert de luisteraar op een veelheid aan technieken en ook de muzikale aanpak verschilt per stuk. In ‘In Rama’ klinkt de sax als het mechanisme van een uurwerk, is een repeterend patroon leidend en voegt Webster daaraan enkele flinke, meestal staccato accenten toe. Het daaropvolgende ‘Perranzabuloe’ is een stuk rauwer van toon. De constante stroom geluid schuurt en wringt aan alle kanten en dat levert een ongemakkelijke maar enerverende luisterervaring op. ‘Birefringence’ is een spel met lucht en de kleppen van de saxofoon, waarbij vooral de geblazen lucht erg luid klinkt. Het stuk ontleent zijn kracht aan zijn onregelmatigheid.

In ‘Knife-Grinders of Grime Thorpe’ neemt Webster de luisteraar mee naar duistere oorden waarin de zware klanken van de baritonsax zich een weg banen door diepe lagen aarde. Iets langer van stof is Webster in ‘The Flemisch Weaver’, waarin een bevende saxdrone gezelschap krijgt van pulserende klanken die iets van een tempo suggereren. Hoe langer je ernaar luistert, des te meer vallen de puzzelstukjes op hun plaats en zodra dat punt bereikt is, klinkt het stuk opvallend sensibel, al weet Webster er toch wat schurende klanken in te verwerken. Een melodieus ritme is te horen in het oosters aandoende ‘Bujang Senang’. Aan het leidende motief voegt Webster een paar goed geplaatste veeg- en zuiggeluiden toe.

‘Lapis Lazuli’ is met ruim vier minuten een van de twee langere stukken op het album. Een voor baritonsaxbegrippen vrij licht klinkende drone domineert, omringd door wat krakende geluiden, terwijl daaronder de kleppen van de sax al rommelend in stelling worden gebracht. ‘Flora’ wordt met verschillende technieken benaderd. Een puls is te horen op de achtergrond, maar van een hoofdmotief lijkt geen sprake, wel van intrigerende klanken. ‘Glots of Viscera’ weet Webster het geluid van een basfluit te benaderen. Qua sound doet het denken aan een Meshuggah-cover van het ensemble Hexnut. Bij elke toon, elke beweging vraag je je af hoe de saxofonist het doet en wat de achterliggende gedachte is. Spannend.

In slotstuk ‘Syllogisms Carved In Porphyry’ leidt een bijzondere techniek en gebruikmaking van de versterker tot een geluid dat aan een elektrische gitaar doet denken, zoals dat in een avant-garde metalband zou kunnen klinken. Het is weer zo’n voorbeeld van de vindingrijkheid van deze uitzonderlijke saxofonist, die met vs Amp op wel heel fraaie wijze laat horen hoe je met een ogenschijnlijk simpele ingreep in het geluid van de saxofoon de mogelijkheden van dat instrument vergroot.

vs Amp bandcamp

Colin Webster website