Astral Spirits, 2020
De uit Chicago afkomstige Macie Stewart is een multi-instrumentalist, componist en arrangeur, songwriter en improvisator. Ze is klassiek geschoold, maar haar ware passie ligt in kruisbestuivingen van genres: inspiratie halen uit het ene muzikale veld en dat inpassen in een andere stijl. Als improvisator werkte Stewart met onder andere Ken Vandermark, Tim Daisy en Makaya McCraven en met Sima Cunningham vormt zij het arty indierockduo Ohmme.
Een andere samenwerking van Stewart is die met celliste en multidisciplinair kunstenaar Lia Kohl. Zij creëert en voert muziek en multimediavoorstellingen uit waarin geluid, video, beweging, theater en sculpturale objecten zijn verwerkt. Daarnaast is Kohl curator en ensemblelid bij het poly-disciplinaire performance-ensemble Mocrep. Net als Stewart is zij ook improvisator. Als duo brachten de twee vorig jaar het debuut Pocket Full of Bees uit bij Astrals Spirits en bij hetzelfde label is begin deze maand opvolger Recipe For a Boiled Egg verschenen.
De muziek van Stewart en Kohl verraadt een brede muzikale achtergrond en geeft blijk van een even brede muzikale visie. Er valt moeilijk een genre te plakken op de muziek, die als een speels kind onbekommerd door verschillende stijlen heen springt. Avant-gardistische trekjes worden afgewisseld met serene stukken en met het grootste gemak wordt gevarieerd in stijl, dichtheid en klankkleur. Stewart is te horen op viool, Kohl op cello en daarnaast zetten beide muzikanten hun stem in. Dat laatste geeft de muziek een toegevoegde waarde, want behalve begenadigd instrumentalisten zijn de twee excellente vocalisten. Woorden komen er niet aan te pas, maar ook zonder hebben de klanken van Stewart en Kohl meer dan voldoende zeggingskracht.
De muziek op het album is vaak net zo speels als de titel van het album (en ook die van enkele stukken), maar met hetzelfde gemak zetten de twee muzikanten je een paar bloedserieuze klanken voor, of stellen ze je tolerantie op de proef met dissonante strijkersklanken of staccato vocale kreten. Alles kan, alles mag en ondertussen vergeet het duo niet dat zo’n album ook een bepaalde flow moet hebben. Dat betekent dat ondanks alle technische hoogstandjes, onconventionele ideeën en uitvoeringen en de hoge mate van afwisseling, de twee muzikanten als duo een eigen muzikaal vocabulaire hebben waardoor toch sprake is van een behoorlijk coherent album.
Met de slechts drie instrumenten (viool, cello, stem) weten Stewart en Kohl een heel scala aan geluiden voort te brengen die zowel technisch knap zijn als emotioneel geladen. Daarnaast laat het duo omgevingsgeluiden toe op de achtergrond. Met hun twee strijkinstrumenten weten ze in ‘Open Winded’ een behoorlijk volle sound neer te zetten. Het stuk is sowieso een van de hoogtepunten op het album: de viool en cello kleuren prachtig bij elkaar, harmoniëren fraai of schuren langs en over het randje van dissonantie. Mooi zijn ook de stuiterende strijkersklanken en de bijpassende korte vocale klanken in ‘”The “Electric” Slide”‘, evenals het repeterende motief dat erop volgt.
Clean spel op de cello en viool wordt afgewisseld met minder voor de hand liggende klanken. Het krast soms en dat geeft een lekker rauw randje aan de muziek. In ‘Scrimble-Scramble’ leidt dat tot een robuuste improvisatie die schuurt en wringt en daaraan aantrekkingskracht ontleent. Maar in hetzelfde stuk bevindt zich een klassiek getint ‘net’ gedeelte, dat echter vakkundig om zeep wordt geholpen met een crescendo van dissonante en harde klanken. Ook ‘Screaming Tea’ werkt op fraaie wijze naar een climax toe, eentje waarin het tweetal heerlijk ruw en ongeremd voor de dag komt, inclusief gillende maar loepzuivere vocalen.
De instrumenten lijken soms te worden mishandeld, maar alle experimenten en onorthodoxe vondsten worden nergens een gimmick. ‘Shattered Shell’, bijvoorbeeld, staat bol van de onconventionele geluiden die de twee op een of andere manier uit hun instrumenten toveren, maar alles heeft een functie, past in het stuk en ook op het album als geheel. Het is ook knap hoe Stewart en Kohl ook in dit stuk avant-gardistische gekte in een fractie van een seconde weten om te buigen naar clean en subtiel spel.
‘Rich, Sticky, Sweet’ is de titel van een van de stukken, maar het is ook een mooi speelse omschrijving van de muziek van Stewart en Kohl, waarin pure schoonheid, ongemakkelijke samenklanken, een uitmuntende techniek en een grote gevoelswaarde samengaan in vrij korte, behapbare stukken. Die vol zitten met muzikale details, dat wel. De bibberende vocalen in ‘Rich, Sticky, Sweet’ zijn een voorbeeld van de ‘lelijkheid’ die niet uit de weg wordt gegaan en die uiteindelijk bijdraagt aan de experimentele schoonheid van de muziek. Met ‘Song For Soft-Serve’ sluiten Stewart en Kohl het album op beeldschone wijze af. Recipe For a Boiled Egg is een artistiek juweeltje.
Recipe For a Boiled Egg bandcamp