Not Two, 2020

De Amerikaanse saxofonist Mars Williams is een ruimdenkende muzikant. Hij switcht makkelijk tussen freejazz, hiphop, funk en rock. De lijst van ensembles/bands en samenwerkingen waarin Williams te vinden is, is dan ook indrukwekkend. Onder andere The Psychedelic Furs, Billy Idol, Power Station, Blow Monkeys, Kiki Dee en Billy Squier prijken op zijn lijst van muzikale interacties, maar ook als het om jazz gaat, is de saxofonist niet voor een gat te vangen. Hij werkt net zo makkelijk met een ‘nette’ gitarist als John Scofield als met freejazz-kopstukken uit de Chicago- en New York downtown scene. Zijn uitbundige manier van spelen zorgt voor opwindende saxklanken, maar ook daar beperkt Williams zich niet toe.

Legendarisch zijn de An Ayler Christmas-albums die Williams sinds 2017 elk jaar maakt en waarvan onlangs deel 4 is verschenen. Op deze plek hebben we het echter over Spiracle, verschenen bij het Poolse Not Two Records, waarop de saxofonist de samenwerking aangaat met drummer/percussionist Vasco Trilla. Dat is een veelzijdig en inventief improvisator die met talloze namen uit met name de Europese freejazz- en vrije improvisatiescene werkte. Bij deze percussiemuzikant wemelt het vaak van de spontane muzikale vondsten die de muziek een speels karakter geven.

Op dit album blijkt Trilla een prima sparringpartner voor de Amerikaanse saxofonist, die kennelijk zo onder de indruk is van Trilla’s kunnen dat die volop ruimte krijgt om zijn kunsten te etaleren. Dat gebeurt zeker in de twee langere stukken op het album, ‘Book Lung’ en ‘Valve’, waarin Trilla wel een machine lijkt die niet zozeer op percussie-instrumenten slaat (wat hij natuurlijk wel doet), maar een constante stroom geluid verzorgd die, was er geen tweede muzikant in het spel – op zichzelf al indruk maakt. Williams is overigens niet alleen op saxofoons te horen, maar ook op speelgoed-instrumenten, al blijft die inbreng binnen de perken, zodat het geen spielerei wordt.

In ‘Book Lung’ creëert Trilla met ronddraaiende voorwerpen, belletjes, bekkens die met een strijkstok worden bespeeld, toms en andere percussieve vondsten een speelse ondergrond, waar Williams pas na zo’n drieënhalve minuut behoedzaam wat sopraansaxklanken aan toevoegt. Het stuk ontwikkelt zich langzaam en voorzichtig en kent dan ook een trage spanningsopbouw. Aan het percussieve spel worden wat schurende en schavende geluiden toegevoegd, terwijl Williams zich van zijn lyrische kant laat horen met spel waarin enkele oosterse lijnen zijn te ontdekken. Een bassist of pianist wordt geen moment gemist omdat Trilla’s percussie een heel scala aan muzikale mogelijkheden biedt en de muziek nergens te ‘kaal’ klinkt. Aanvankelijk binnen de context van de stroom geluiden maar later ook zonder die ondergrond, verleggen beide muzikanten het accent steeds meer naar meer robuust en ruw spel: Williams door rauwe klanken te produceren en door zijn sax te laten gieren in snelle notenreeksen, terwijl Trilla met tikken op randen van toms en op bekkens en met gebruik van zijn basdrum stevige accenten legt. Zo is ‘Book Lung’ constant in beweging en gebeurt er steeds iets nieuws, waarbij ook nog eens naar een stevige climax wordt toegewerkt.

Ook in ‘Valve’ wordt de lijn van een percussieve stroom gevolgd, waarbij ronddraaiende bewegingen en het geluid van belletjes het meest opvallen. De toonhoogte daarvan is beduidend hoger dan die van ‘Book Lung’. Met speelgoedklanken worden speelse en zelfs humoristische accenten gelegd, maar ook een serieus te nemen motief. De optimistische klanken van het begin maken langzaam plaats voor grimmiger klanken en voor een toenemende dreiging, dat laatste vooral door de inbreng van cimbalen. De sax van Williams wordt pas na zes minuten in stelling gebracht. De klanken die hij uit het instrument haalt zijn zo hoog dat het wel feedback lijkt. De opgelopen spanning blijft gehandhaafd, zodat Williams kan volstaan met leggen van een paar accenten. Hier geen lyriek, maar een experiment met geluiden die ongemakkelijk mogen klinken. Tegen de tienminutengrens legt Trilla zijn percussiemachine stil en overheersen speelse, anti-lyrische en experimentele fluitklanken en schurende geluiden van onder andere bekkens. Williams’ zachtere kant komt pas in het laatste gedeelte naar voren, als hij overgaat op gevoelvol spel met veel valse lucht.

Behalve de twee lange stukken, staan er drie wat kortere improvisaties (nog altijd minimaal zeven minuten in beslag nemend) op het album en daarin horen we Williams wat langer van een meer uitbundige kant. Van een bescheiden toon kunnen we niet spreken. Vooral slotstuk ‘Hameolymph’ is een stevige portie freejazz waarop de saxofonist op tenorsax voluit gaat. Dat de muziek ver blijft van freejazz-clichés, is mede te danken aan Trilla, die de hem toebedeelde ruimte volop benut met drumwerk waarin hij power aan souplesse koppelt en zodoende flink tegengas biedt aan het saxgeweld van Williams. ‘Srigma’ wordt door de saxofonist ingeleid met een gloedvolle solo. Daarmee gaat hij vrolijk door als Trilla zich rollend en rommelend bij hem voegt. Er zit hoorbaar geen derde muzikant in de weg: beide muzikanten kunnen voluit gaan en stuwen elkaar naar grotere hoogten. ‘Atlas Moth’ is dan weer van de korte speldenprikken; een experimenteel getint stuk waarin met een felle attaque wordt gespeeld. Uiteindelijk weet vooral Williams ook deze improvisatie naar robuust terrein te leiden, maar dan is daar plots het melodieuze percussiespel van Trilla die het stuk een verrassende wending geeft.

En zo leidt deze Amerikaans/Europese samenwerking tot een album met meerdere gezichten, waarbij de typerende kenmerken van beide muzikanten overigens niet verloren gaan. Met zijn tweeën vullen Williams en Trilla met gemak de hele ruimte, of dat nu is in de percussie-gedreven spannende langgerekte stukken of op het robuuste freejazzterrein dat elders wordt betreden. Het experiment wordt niet uit de weg gegaan maar is geen doel op zich. Op Spiracle valt heel veel te halen voor de avontuurlijk ingestelde liefhebber van jazz en vrije improvisatie.

Spiracle bandcamp

Mars Williams website

Vasco Trilla website