Limited Noise, 2020

De Britse saxofonist en basklarinettist James Allsopp was en/of is te horen in onder meer Sly & The Family Drone, Snack Family, Well Hung Game en World Sanguine Report. In die laatste band, waarvan in juli van dit jaar voor het eerst sinds elf jaar een (sterk) album verscheen, maken ook Alex Bonney en Ruth Goller deel uit. Zij zijn ook te vinden in Allsopps The Golden Age Of Steam, Bonney op elektronica en Goller op bas. Daarnaast maken keyboardist Kit Downes en drummer Tim Giles (ook op elektronica) deel uit van het kwintet waar het hier om gaat. Op het nu verschenen nieuwe album Tomato Brain beperkt Allsopp zich tot tenorsaxofoon en zijn alle muzikanten vocaal te horen.

Ook voor The Golden Age Of Steam geldt dat de nieuwe plaat enige tijd op zich heef laten wachten, acht jaar om precies te zijn. Het is het wachten waard geweest. Het album is onverdeeld in zeven stukken, maar in feite staan er maar twee werken op, want ‘Loftopus’ is een suite in zes in elkaar overlopende delen die zich het best als een geheel laat beluisteren. Het is een donkere, dystopische en zich langzaam ontwikkelende suite die minimaal begint en van daaruit verder uitbouwt.

Elektronische geluiden, zowel percussief als melodisch klinkend, omringen je als luisteraar in het eerste deel, terwijl een van effecten voorziene stem een sinistere rand aan de muziek geeft. Echo en galm zorgen daarnaast voor een unheimisch gevoel. Allsopp meldt zich met zacht en gevoelvol saxspel en ook Gollers spel op de bas is een toonbeeld van subtiliteit. Het beeld van een donkere straat, waarin je je bevindt in het holst van de nacht, blijft intact en de sfeer doet enigszins denken aan een film noir. Die sfeer wordt versterkt in het derde deel, als een keyboardmotief wordt toegevoegd, evenals akoestische percussie. Het spel blijft nog redelijk minimaal, de spanning kruipt onderhuids en je voelt dat er een kentering op komst is.

Die komt er in het vierde deel, als met slagen op een tom een strak ritme wordt neergelegd. Vanaf dat moment wordt het behouden musiceren losgelaten, zonder dat het ten koste gaat van de donkerte die de muziek in zich draagt. De keyboardklanken zweven, het ritme wordt geaccentueerd met akoestische percussie, de elektronica zorgt voor een vreemd randje, de bas is constant in beweging en de saxofoon, voorzien van een lichte galm, klinkt helder en melodieus. In het naadloos aansluitende vijfde deel wordt doorgeschakeld: het volume gaat omhoog, het ritme wordt met steeds vrijer opererende drums uitgebouwd, de keyboards klinken steeds voller, de bas elementairder en de elektronica minder vreemd en meer functioneel. Allsopps saxofoonspel wordt feller en agressiever. Opvallend is ook Downes’ jaren zeventig-geluid op keyboards.

Aan het einde van deel vijf is het strakke ritme verdwenen en ook het laatste deel begint met vrije drumslagen. De stem keert terug en ook de gespannen rust van het begin, zij het dat die op een heel andere manier wordt ingevuld. Deel een en deel zes verhouden zich tot elkaar als die van de plaats delict vóór de misdaad en die van erna. De suite als geheel is in één take opgenomen, waarbij Allsopp slechts een minimaal raamwerk van een compositie heeft gecreëerd, iets wat je je bij beluistering nauwelijks kunt voorstellen, zo ‘af’ klinkt het stuk en zo weloverwogen wordt gemusiceerd.

Na ‘Loftopus’ volgt nog het titelstuk. Dat is een interpretatie van een compositie van de Schotse dichter en muzikant Ivor Cutler (1923-2006). Waar in de suite de compositie van Allsopp een raamwerk vormde voor de uiteindelijke uitvoering, daar zijn hier melodie en tekst van Cutler het uitgangspunt van waaruit de eigen muziek van The Golden Age Of Steam wordt gecreëerd. Die muziek is enigszins vrij van vorm, inclusief elektronische geluiden die de muziek een vreemde wending geven. Allsopp is wederom de fijnbesnaarde solist op saxofoon, maar het is de broeierige atmosfeer als geheel en het contrast dat daarmee wordt gevormd met de gezongen melodie en woorden, die de meeste indruk maakt.

Tomato Brain kan niet worden gezien als de logische opvolger van Welcome To Bat Country uit 2012, daarvoor verschilt de muziek te veel. Het is een op zichzelf staand album waarop het kwintet een donkere sfeer creëert, met een fijn gevoel voor nuance musiceert en weet hoe een stuk op- en af te bouwen. Al spelend ontstaat een muzikale synthese van experimentele elektro-akoestische muziek, jazz en een vleugje neoklassiek die met een opzienbarende beheersing wordt gebracht en waarin tegelijkertijd speelsheid doorklinkt. Het is knap en het is mooi bovendien.

Tomato Brain bandcamp