egOcide Productions, 2020
Ten tijde van een pandemie je nieuwe ep Antibodies dopen: leuk hoor. Maar flauwigheden zijn zaken waar Ruben Braeken en Melle Kromhout, die samen het duo Glice vormen, zich niet mee bezig houden. De twee Amsterdamse herriemakers ondernemen met hun muziek namelijk een serieuze aanval op het afweersysteem van de luisteraar. Je kunt dus maar beter over voldoende antilichamen beschikken. Menigeen zal voortijdig afhaken, maar wie er tegen bestand is, wacht veel moois.
Braeken is gitarist in Katadreuffe, Apneu en Paralympics en Kromhout speelde in Fata ‘el Moustache’ Morgana en heeft zich daarnaast als wetenschapper beziggehouden met promotie-onderzoek naar ruis in geluidsopnamen. Als Glice brengt het tweetal intense noise, waarbij ook ambient en drone stijlkenmerken zijn. Tot nu toe heeft het tweetal zijn noise-exercities zonder kleerscheuren doorstaan, dat wil zeggen dat het duo nog niet op een echt mindere uitgave te betrappen is geweest. Antibodies zorgt niet voor een uitzondering, want wat de Amsterdammers in korte tijd weten neer te zetten maakt net zoveel indruk als een heel album.
Opvallend is dat het duo op hun nieuwe ep voor het kortebaanwerk gaat. De digitale release telt vier tracks waarvan er niet een de zes minuten overschrijdt. Het langzaam opbouwen van een stuk is er dus niet bij, maar Glice heeft meer troefkaarten. De belangrijkste: geluiden bij elkaar plaatsen die een bak herrie opleveren die het liefst op de rand van het verdraagbare vertoeft. De klanken van Kromhout en Braeken klinken regelmatig ongemakkelijk en schurend, maar daar ligt juist de kracht van Glice.
Op Antibodies levert dat vier compromisloze stukken muziek op die afkerig zijn van ritmiek en melodie, een aanslag plegen op je trommelvliezen (en luid afspelen is vereist!) en een uitdaging zijn voor je tolerantie en bevattingsvermogen. Het tweetal streeft echter niet naar een constant overvol geluid, maar varieert in intensiteit en dynamiek. Op deze ep voegt het duo er een horrorachtige sfeer aan toe. ‘Djinn Morrison’ begint nog voorzichtig met schuivende en schurende klanken, voordat angstaanjagende geluiden, waaronder ijselijke elektronische kreten, je de stuipen op het lijf jagen. Vanaf dan is het niet meer mogelijk om achterover in je stoel te leunen, maar sleurt Glice je mee in een helse trip waarin feedback, donkere geluiden en vooral veel lawaaiige elektronische klanken de boventoon voeren. De spanning wordt niet meer losgelaten.
‘Slowly pushing open the lid of a coffin’ luidt de titel van het tweede stuk. Het kost zo te horen enige moeite om dat deksel van de doodskist te krijgen. Het schuurt en schaaft ongemakkelijk en om de dreiging te laten toenemen wordt een zwaardere klank onder de bovenliggende tonen gelegd. In ‘Flood’ worden elektronische klanken als windvlagen door je oren gejaagd, vergezeld van pulserende klanken die uiteraard van het lawaaiige soort zijn. De sfeer is gewelddadig en de titel is raak gekozen: de klanken razen over je heen alsof je in een vloedgolf terechtgekomen bent en ruw landinwaarts wordt gesleurd.
In de veelkleurige afsluiter ‘Captagon’ gaat het duo niet voor de directe slag met de sloophamer. De noise is er steeds, maar in verschillende gradaties en met een wisselende intensiteit, hoewel je als luisteraar nergens echt rust krijgt, ook niet als duidelijk gas wordt teruggenomen en zelfs even wordt stilgehouden. De spanning blijft en bovendien is het de opmaat naar een volgend salvo van harde elektronische klanken. Het is niet voor tere zieltjes, maar de manier waarop Glice zijn noisy geluiden weet te combineren wekt bewondering. Bovendien schuilt achter de onesthetische geluidsmuur grote schoonheid. Voor wie het horen wil, tenminste.
Het plotse einde komt als een schok. De elektronische en elektrisch geladen muziek heeft een verslavend effect, zo blijkt, want het verlangen om langer in de door het duo gecreëerde waanzins-flow te verkeren is groot. Maar ja, het is een ep en die is dus aan de korte kant. Voorlopig moeten we het hiermee doen en dat is beslist geen straf. Het nieuwe album staat in de planning voor 2021. Dat is iets om reikhalzend naar uit te kijken.