Sheep Chase, 2020

Het Noorse kwartet Moon Relay bestaat uit Daniel Meyer Grønvold (Norwegian Noise Orchestra, Now We’ve Got Members, S.L.Y.C., Sinepuxtent) op gitaar, synth en percussie, Håvard Volden (Nude On Sand, The Island Band, Muddersten) op gitaar, synth, tapemachine, cassette, en percussie, Ola Høyer (Cortex, The Heat Death, Honest John, The Way Ahead) op basgitaar, contrabas, percussie en synth en Christian Næss (Beglomeg, Freeshine, Autonomia, Radio 9, Sofi Lofi) op drums, percussie en synth.

Het is een hele rits namen en instrumenten, bedoeld om aan te geven dat we hier met een gezelschap te maken hebben dat zijn invloeden uit verschillende hoeken haalt, qua muziek vele kanten op kan en zich stilistisch nauwelijks beperkt, al maakt Moon Relay wel rockmuziek. Experimentele rock, welteverstaan. Op het vierde album met de onuitspreekbare titel _…-“-…_ wordt dat rockelement juist iets minder ingezet en krijgt de experimentele inslag meer ruimte dan op voorganger IMI.

Waar eerdere albums van Moon Relay bestonden uit losse tracks, daar is op het nieuwe album sprake van een meer conceptuele aanpak, al zijn de verschillende elementen die de muziek van de Noren op de vorige albums zo aantrekkelijk maakte nog steeds aanwezig. Oorspronkelijk is _…-“-…_ op het podium gebracht in samenwerking met de visuele kunstenaars Anthony Barratt en Espen Friberg. Daarna heeft de band het geheel gereconstrueerd en bewerkt, zodat de muziek ook zonder visuele stimulans zijn uitwerking niet mist.

Moon Relay put nog altijd uit genres als krautrock, funk, jazz, noiserock, ambient, drone, hiphop, post-punk en no wave. Uit die genres weet het viertal zijn eigen mix te vervaardigen die niet makkelijk te duiden is. Geen enkel genre overheerst echt en de band blijkt zowel de kracht van herhaling als een hang naar experiment ten toon te spreiden. Het maakt _…-“-…_ tot een soms ietwat vreemd overkomend album, een lang album ook (bijna een uur), waarin de logica op het einde duidelijk wordt en alles op zijn plaats valt.

Het album opent met twee gitaren die constant hetzelfde patroon spelen, waarna eerst elektronische en later ook akoestische percussie wordt toegevoegd. Het stuk kent een spanningsopbouw door het toepassen van simpele methoden als het veranderen van de toonhoogte en het laten toenemen van het volume. Echt spannend wordt het met de filmische ambient/drone van ‘II’. Met een dronende contrabas en synthlagen wordt een vreemde en enigszins onheilspellende sfeer gecreëerd. Pas na vijf minuten wijzigt het parcours. Een paar venijnige gitaar en drums-aanslagen verstoren de gespannen atmosfeer, waarna nieuwe synthklanken bezit nemen van de oppervlakte en de diepte, ondersteund door donkere percussie.

Met luide feedback wordt ‘III’ opgesierd, een hard rockende experimentele instrumentale rocksong die na een paar onstuimige minuten in een strakker en zelfs enigszins aanstekelijk regime terechtkomt, ondertussen toch iets van zijn abstractie behoudend door het repeterende motief. Een funky inslag is te horen in het ritme van ‘IV’, al is er geen funky bas te horen en zorgen de ambientachtige synthlagen ervoor dat van echte funk geen sprake is. Echt experimenteel wordt het in het vijfde stuk, waarin kloppende en tikkende, maar ook schuivende, schurende en schavende percussieklanken de boventoon voeren en zo nu en dan gezelschap krijgen van synths die aan een orgel doen denken. Het korte ‘VI’ voegt elementen uit ‘V’ bij elkaar en lijkt een soort kantelpunt te vormen.

Daarna volgt het snelle en harde dansritme in ‘VII’. Opnieuw is de percussieve inbreng groot, terwijl synthklanken, science fiction-geluiden en vervormde stemmen de dans lijken te willen verstoren. Het ritme is lange tijd onverstoorbaar maar geeft zich uiteindelijk gewonnen. Tegenover het volle geluid van ‘VII’ staat de open benadering van het vredig klinkende ‘VIII’, waarin ook de gitaren terugkeren. ‘IX’ is weer een ritme-gestuurde track, met een hoofdrol voor drums en basgitaar en een met tussenpozen repeterend gitaar- en synthpatroon dat echter aan verandering onderhevig is. Ergens halverwege wordt nieuwe percussie aan het ritme toegevoegd en leidt een gitaar het tweede gedeelte in, waarin gitaar en synth een melodische dimensie aan het geheel toevoegen. Het slotstuk is ritmisch onvast en staat bol van experimentele percussie. Met een paar basic gitaartonen en de blijvend hoekige maar steeds meer vaste vorm aannemende ritmische constructie komt de band uiteindelijk daar uit waar men een klein uur geleden begonnen was, al is het in een andere setting.

Moon Relay doet zijn best om de luisteraar steeds opnieuw op het verkeerde been te zetten. De stukken op _…-“-…_ bieden een grote variëteit aan muzikale invalshoeken en stijlreferenties. Toch is ook sprake van een samenhangend geheel, want de sound is steeds onmiskenbaar Moon Relay. Daarbinnen is de percussieve inslag een constante, evenals de avontuurlijke manier van musiceren. Het is een gewaagde en enerverende muzikale reis.

_…-”-…_ bandcamp