Eigen beheer, 2020
De Fransman Thierry Arnal is een drukke baas als het om muziek gaat. Voorheen was hij al productief in Fragment, N400, HAST en 2W. Daarnaast werkt Arnal onder de naam AMANTRA en eerder ook onder de naam Flex. Onlangs verscheen nog een uitgave onder de noemer TH.A (Eleven Days). De belangrijkste uitlaatklep van de muzikant is echter zijn eenmansproject Scorched Earth Policy Lab (SEPL).
Van dat project zijn alleen al in oktober en november 2020 drie nieuwe uitgaven verschenen en het zijn beslist niet de eerste releases van SEPL in dit kalenderjaar. Hieronder aandacht voor de drie laatste uitgaven, waarbij het gaat om twee albums van SEPL alleen (Timelessness en Inhale/Exhale) en een samenwerking met Near Dark Matter (Brutalism). Na beluistering is duidelijk dat bij Arnal productiviteit niet ten koste gaat van kwaliteit.
Scorched Earth Policy Lab – Timelessness

Timelessness telt zeven stukken van vergelijkbare lengte en allemaal zonder titel. SEPL combineert heldere en vervormde klanken en varieert daarmee. De mogelijkheden zijn eindeloos, maar Arnal gaat voor een min of meer coherent geheel. Of misschien is het beter om te spreken van een muzikaal verhaal, want de werken zijn verschillend maar vormen op een of andere manier toch een eenheid. De stukken zijn allemaal vrij kort, maar lang genoeg om er in op te kunnen gaan. En om je enigszins verloren te laten voelen zodra een stuk is afgelopen. Gelukkig volgt daarna een volgend werk dat de aandacht direct weer naar de muziek toetrekt.
In het tweede stuk is een duidelijke rol weggelegd voor ruis, op de achtergrond weliswaar maar een belangrijke factor vormend in de muziek waarin verschillende bewegingen van verscheidene klanken waarneembaar zijn. Met die bewegingen wordt een spookachtige sfeer geschapen, die echter niet zover gaat dat de muziek echt angst aanjaagt. Het derde werk gaat verder waar het tweede ophield. De aanvankelijk kale sound wordt verrijkt met schijnbaar ongecontroleerd bewegende ruwe geluiden die over de onderliggende drone scheren. Die geluiden nemen gaandeweg noisy vormen aan en creëren een gevoel van een onbestemd gevaar.
In het vierde stuk is de beweging overal: aan de oppervlakte maar ook hoorbaar in de diepte. Er is geen rust, elke nieuwe klank doet ertoe en vormt een nieuwe dimensie toe aan het verontrustende klanklandschap. In het tweede gedeelte resteren de donkere klankwolken en enkele subtiele kraakgeluidjes. De dreiging is groot. Het vijfde stuk zet qua toonhoogte beduidend hoger in en klinkt daardoor ook wat scherper. Vreemde bewegende en lagere tonen worden toegevoegd, visioenen van een vijandig buitenaards wezen creërend. In het daaropvolgende werk wordt met enkele klanken iets van rust gevormd, maar het is een gespannen rust. De trage bewegingen zijn de constante factor en daar bovenop legt Arnal lange klanken, meestal licht pulserend. Het volume van die klanken neemt langzaam toe.
Verrassend zijn de geluiden van een of meerdere gongs in het slotstuk. De lang doorklinkende klanken daarvan worden omringd door andere percussieve klanken, die zelfs tijdelijk op de voorgrond treden, terwijl een lage drone de onderlaag vormt. Het is een fraai slot van een op bijna achteloze wijze intrigerend album.
Scorched Earth Policy Lab – Inhale/Exhale

Van een heel andere orde is Inhale/Exhale, al was het alleen maar omdat het album slechts twee tracks telt. Die duren dan wel zestien respectievelijk zeventien minuten. De muzikale aanpak verschilt ook, want dit album heeft een wat agressiever ondertoon dan Timelessness. Per stuk is er meer tijd om de muziek zich te laten ontvouwen, maar daarvoor neemt SEPL niet uitgebreid de tijd. Vanaf de eerste tonen van ‘Inhale’ wordt je meegenomen door de individuele klanken en door de muziek als geheel.
Sterke troef in de muziek van SEPL (en niet alleen op dit album) is zijn spel met klankkleuren en bewegingen. Steeds weet hij klanken te vinden die duidelijk elektronisch tot stand zijn gekomen maar waarin hij duidelijk gevoel weet te leggen. Dat komt door de manier waarop Arnal de verschillende klanken laat samenvloeien, opvolgen en ook contrasteren. In ‘Inhale’ is de dominante drone constant in beweging en elke klank die daar omheen, doorheen, onderdoor of overheen klinkt, is dat ook. Het pulseren van geluiden suggereert soms een ronddraaiende beweging, alsof de muziek wordt meegezogen in de steeds krachtiger wordende kolk van zijn eigen klanken.
Nieuwe geluiden doemen op waarin de oorspronkelijke drone wordt geabsorbeerd. De muziek wordt steeds intenser. Wiekende geluiden die even aan een overvliegende helikopter doen denken, zijn de enige klanken die aan de kolkende geluidsmassa weten te ontsnappen. De dichtheid van de muziek gaat overigens niet zover dat een brij ontstaat; enige transparantie blijft gehandhaafd en dat is gelet op de intensiteit van het stuk een prestatie te noemen. Uiteindelijk blijven de in het rond wiekende klanken over en het stuk eindigt dan ook droneloos.
‘Exhale’ start juist met een drone, redelijk zacht en constant klinkend. Er lijkt een soort rust over het muzikale landschap te trekken, al zijn donkere klankwolken en bewegingen op de achtergrond te horen. SEPL ontregelt dat muzikale tafereel door een harde en bewegende klank toe te voegen die niet fijn harmonieert met de drone maar die op brute wijze naar de achtergrond drukt. Aan de agressieve klank worden subtiele geluiden toegevoegd, alsof een object met de klank mee resoneert. Sissende klanken doen hun intrede en vanaf dat moment heeft SEPL je als luisteraar gevangen in je web.
Nu wordt duidelijk dat de op het eerste gehoor ongemakkelijk overkomende en botsende geluiden culmineren in een totaalgeluid dat staat als een huis. Daaromheen is het een komen en gaan van rondvliegende klanken, terwijl de doordringende drone steeds intenser wordt, door het veranderen van de toonhoogte, het toevoegen van nieuwe lagen of het wijzigen van de beweging. SEPL bouwt de intensiteit ook weer af, startend vanaf minuut tien en door de rondvliegende klanken steeds meer op de voorgrond te plaatsen ten koste van de dichtheid van de drone.
Tot het helemaal wegsterven van de drone komt het niet, want die geeft zich niet zomaar gewonnen, verandert van vorm en kleur en geeft gaandeweg weer meer tegengas ten opzichte van de vliegende geluiden. Pas op het eind wordt de aanvankelijke rust weer enigszins teruggevonden. Het klopt, maakt het plaatje rond en het betekent het einde van een avontuurlijke muzikale tocht die zeker voor herhaling vatbaar is.
Scorched Earth Policy Lab & Near Dark Matter – Brutalism

Brutalism is een samenwerking van SEPL (Arnal) en Near Dark Matter, de noemer waaronder Pascal Bertier muziek maakt. Waar Inhale/Exhale qua intensiteit een stap verder gaat dan Timelessness, daar doet Brutalism zijn titel eer aan door er nog een smak tegenaan te gooien. Dat wil dan weer niet zeggen dat er geen plaats is voor nuance. Elk van de vier stukken op het album kent een sterke opbouw en dynamiek is een belangrijke factor.
‘Asphalt’ laat direct horen dat het toevoegen van een andere muzikant gevolgen heeft voor de sound. Er zijn twee klankkunstenaars te onderscheiden in het begin, waarbij de vraag is wie voor welke drone verantwoordelijk is. Het spel is direct op de wagen want de gelaagde klanken zorgen voor een indringende luisterervaring. Een snel draaiende beweging en een rechte maar levendige drone worden gecombineerd, waarbij variaties worden aangebracht in kleur en gelaagdheid. Rond de zesde minuut is op die manier een enorme spanning opgebouwd die tot een ontlading moet komen. Het gebeurt niet. In plaats daarvan voeren SEPL en Near Dark Matter de spanning en intensiteit alsmaar verder op, niet uitmondend in een climax maar uiteindelijk wel een soort verzadigingspunt bereikend, een punt waarop de spanning blijft hangen.
Het daaropvolgende ‘Glass’ begint met een dominante puls die de track direct een portie agressie meegeeft. In de klanken die daaromheen worden gelegd horen we een van SEPL’s troeven terug: het combineren van grimmige klanken met heldere tonen. De dominante beweging wordt versterkt en de geluiden eromheen veranderen van vorm en van karakter. Halverwege is het hele stuk van vorm en kleur veranderd en neemt de dreiging verder toe. Er zit een melodisch element in de muziek, wat mooi contrasteert met de massa van klanken die steeds onheilspellender begint te klinken.
Ook in ‘Steel’ doen SEPL en Near Dark Matter vrijwel direct zaken. Geen rustige opbouw, maar direct een meerlagige en vooral ook meerkleurige drone die gaandeweg gezelschap krijgt van steeds meer vreemde klanken en bedrijvige bewegingen die zorgen voor een grote intensiteit. De oorspronkelijk drone blijft door alle drukte heen klinken, als een baken in een oceaan vol kriskras door elkaar bewegende geluiden.
In ‘Concrete’ krijgt de meerlagige drone gezelschap van donkere tonen, een aantal pulserend en een aantal schuivende bewegingen makend. Net als in de andere stukken weten de twee muzikanten door dynamische effecten het volume en de intensiteit op te krikken. Ten opzichte van de andere tracks volgt ‘Concrete’ een vaster muzikaal parcours. Lijkt het, want het is de schijn die bedriegt. De muziek is constant in beweging, op alle fronten en in vrijwel alle lagen en hoewel de vorm deels intact blijft is de klankkleur na een paar minuten behoorlijk gewijzigd. Mooi is hoe de prominente bewegende figuur na bijna zeven minuten een versnelling ondergaat, wat later nogmaals gebeurt.
De muziek van SEPL en Near Dark Matter is luid, intens en herbergt een dosis agressie. De elektronische en toch altijd abstract blijvende muziek bevat de nodige gemoedsbewegingen die op de luisteraar inwerken. Het is een fascinerende luisterervaring.