Hemisphäreの空虚, 2020
De van het Italiaanse eiland Sardinië afkomstige percussionist Giacomo Salis is een muzikant die graag de muzikale dialoog aangaat. Samen met eilandgenoot Paolo Sanna vormt hij al enkele jaren een percussieduo, dat ook weer de samenwerking met andere muzikanten opzoekt. Op het nu verschenen (maar al in 2018 opgenomen) S/. is vormt Salis een duo met de vanuit Cagliari opererende elektronica-muzikant Marco Ferrazza.
Laatstgenoemde heeft op zijn website een zeer lezenswaardig statement staan. Daarin staat onder andere dat Ferrazza’s werk gebaseerd is op een proces van hercodering van concrete klanken door middel van elektronische manipulatie. Dat proces stelt hem in staat in in de wereld in te grijpen door erin te introduceren wat hij van de wereld zelf heeft ontvangen en uitgewerkt (hij noemt dat zijn culturele sfeer) en om een manier van non-verbale communicatie te starten. Het voelt wat oneerbiedig om uit Ferrazza’s zorgvuldig gekozen woorden alleen dit eerste kleine gedeelte te pikken; zie de link naar Ferrazza’s website onder dit stuk.
Samen maken Ferrazza en Salis elektro-akoestische muziek met een gelijke inbreng van de twee elementen. Beide muzikanten zijn onderzoekers van klanken en in die zin altijd bezig met hun geluidsonderzoek. Zo valt ook hun samenwerking te beluisteren: als het exploreren van klanken die ze hebben weten te ontlokken aan percussie en objecten (aan de wereld), al dan niet elektronisch bewerkt. Er lijkt geen sprake te zijn van een vooraf bepaalde rolverdeling en hoewel de geluiden die Ferrazza en Salis maken duidelijk van elkaar zijn te onderscheiden, klinkt toch duidelijk iets door van een gemeenschappelijke aanpak, in elk geval een aanpak die op elkaar aansluit.
Dat levert een spannende muzikale reis op waarin je als luisteraar op kunt gaan in het klankenuniversum van de Italianen, je kunt verbazen over wat je hoort, je afvragen wat je precies hoort en hoe Ferrazza en Salis die klanken hebben ontdekt en gemaakt. Opvallend is hoe de twee klankonderzoekers een uitstekend oor voor klankkleuren hebben. De geluiden passen – soms op wonderlijke wijze – goed bij elkaar en verrijken de sound, het uiteindelijke eindproduct. Zowel het percussieve als het elektronische aspect wordt uitgespeeld, tegelijkertijd en op subtiele en inventieve wijze. Soms vervaagt de grens tussen natuurlijke en bewerkte geluiden, terwijl je toch het individuele karakter van het spel van zowel Ferrazza als Salis blijft horen. Er zitten de nodige tegenstrijdigheden in de muziek, maar juist dat maakt de muziek fascinerend om naar te luisteren.
Het is mooi hoe de akoestische en de elektronische klanken naar elkaar toe kruipen, zich verenigen of om elkaar heen dansen, maar ook hoe de klanken soms uit elkaar drijven of elkaar lijken af te stoten. De muziek als geheel beschouwd, behelst echter meer dan dat. Het lijkt zorgvuldig geconstrueerd maar het klinkt toch niet bedacht. Het is abstracte muziek maar die muziek is ook levend, met een kloppend hart. Je kunt het ook betitelen als geluidskunst, whatever, maar er zit een verhaal in de muziek en wellicht is dat de narratieve structuur waar Ferrazza in zijn statement op doelt. Dat moet je er als luisteraar wel zelf uithalen en eenieder zal er zijn of haar beelden bij hebben. Hoewel de twee muzikanten bedrijvig in de weer zijn, vullen zij niet alles in en laten zij ruimte voor de verbeeldingskracht, het interpretatievermogen van de luisteraar.
Met ongeveer zevenentwintig minuten op de teller, is S/. een kort album en nadat de laatste tonen geklonken hebben, is er verlangen naar meer. Wellicht dat dit tweetal in de toekomst vaker van zich laat horen. Als dat net zo’n buitengewone muziek oplevert als op deze uitgave, dan is dat alleen maar toe te juichen.