Fort Evil Fruit, 2020

Een van de meest veelzijdige en ruimdenkende saxofonisten is een Amerikaan met Japanse roots die opereert vanuit Los Angeles. Patrick Shiroishi is dit jaar zelfs bijzonder productief als het gaat om het uitbrengen van nieuwe muziek. Nog geen vier maanden geleden besteedde Opduvel aandacht aan vijf releases die in korte tijd het licht hadden gezien en sindsdien is alweer het nodige op geluidsdrager uitgebracht. Het wordt onmogelijk om alles te bespreken, maar het onlangs verschenen Flock kan beslist niet worden genegeerd.

Op deze door een Iers label uitgebrachte tape werkt Shiroishi samen met Eldar Tagi. Dat is een onafhankelijk componist (van elektronische muziek), geluidskunstenaar en improvisator die eveneens in die grote stad aan de Amerikaanse westkust vertoeft. Noise, chaos en feedback zijn belangrijke elementen die in Tagi’s composities en geluidsinstallaties vaak worden vervlochten met soundscapes van natuurlijke omgevingen. Samen met beeldend kunstenaar Lena Pozdnyakova vormt hij het multidisciplinaire duo the2vvo, dat vaak de gecompliceerde dynamiek tussen objecten, ruimtes en geluid verkent met opnames, akoestische sculpturen en audiovisuele live performances.

Wat we horen op Flock betreft de eerste samenwerking van Shiroishi en Tagi. Eerstgenoemde beperkt zich op dit album tot de altsaxofoon, waar de tweede verantwoordelijk is voor elektronica, objecten en de productie. Het voornaamste instrument betreft de modulaire synthesizer-opstelling die door Tagi is gecreëerd en waarmee hij het geluid van de altsax van Shiroishi bewerkt. Tagi haalt daarnaast ook de objecten die hij gebruikt door de elektronische mangel, zodanig dat de versterkte geluiden vaak niet meer tot de oorspronkelijke voorwerpen te herleiden zijn. In samenwerking met Shiroishi ontstaat een combinatie van vrije improvisatie en elektronische muziek die je als luisteraar flink in verwarring kan brengen.

‘Cohesion’ laat goed horen hoe de sax van Shiroishi live wordt gemanipuleerd door Tagi. Hij geeft de saxofonist als het ware zijn klanken terug maar dan elektronisch bewerkt. Zo ontstaat een multidynamische muziek die in eerste instantie een wat chaotische indruk maakt maar waarin – bij herhaalde beluistering – steeds meer de logica duidelijk wordt. Het saxspel klinkt nerveus en hetzelfde geldt voor veel elektronische klanken, maar er is ook een zware toon in de diepte die een kalme onderlaag vormt. Drones zijn afwisselend zacht, ruisend en agressief en door het volume dreigend te laten toenemen weet Tagi veel spanning te creëren. Een andere move van de elektronica-muzikant is het laten zakken van het tempo, terwijl ondertussen verschillende geluiden om je oren vliegen. Dit is geen muziek waarbij je rustig in je stoel blijft zitten; je schuift over het zitvlak en buigt naar voren om niets te hoeven missen.

‘Herebefore’ volgt een wat rustiger parcours, maar de rust is schijn. Shiroishi’s spel is omgeven met een lichte galm en de elektronica vormt een zachte ondergrond. Opnieuw wordt het saxofoonspel ‘teruggegeven’, waardoor je meerdere saxen tegelijk hoort. Het worden er zelfs steeds meer, maar een orkest van saxofoons wordt het niet, daarvoor is het spel te individueel en dat blijft zelfs opvallen als je de altsax vele malen tegelijk hoort. Tagi is a-ritmisch percussief in de weer met objecten en de verschillende saxofoonlagen krijgen gezelschap van elektronische klanken. De suspense schuilt in de onvoorspelbaarheid van de muziek. Het kan alle kanten op behalve recht vooruit. Ondertussen blijft de kalme onderlaag intact.

Onconventionele blaastechnieken, waarin ook Shiroishi’s stem doorklinkt, zijn te horen in ‘Unvoiced and Undone’. De kreten klinken gepijnigd en de sax klinkt vegend en zuigend, waarbij zo nu en dan een toon aan het instrument ontsnapt. Tagi zet dit spel in een bad van elektronica dat zowel een drone als nerveuze klanken bevat. De drone wordt dominant en verandert van vorm en klankkleur. De sax van Shiroishi klinkt achter die geluidswand, waarbij hij opnieuw meerdere keren tegelijkertijd hoorbaar is. Verrassend is de melodie van Shiroishi, samen met de klanken van een getokkeld snaarinstrument (zo klinkt het althans), waardoor het stuk ergens halverwege een compleet nieuwe dimensie krijgt en ineens opvallend toegankelijk klinkt, terwijl daaromheen gebeurt van alles gebeurt dat als weerbarstig kan worden betiteld.

‘Fragments of I’ is het laatste stuk op het album. Zachte maar intrigerende elektronica en een steeds luider wordende pregnante drone worden gecombineerd. Die ondergrond is op zich al adembenemend, dus Shiroishi voegt er slechts spaarzame klanken aan toe, waar Tagi uiteraard mee aan de haal gaat en het spel tot meerdere klanken opwaardeert. De drone blijft, de geluiden er omheen en doorheen veranderen van vorm, van kleur, van lengte, van toon en van ritme. Het volume blijft beperkt en de spanning kruipt onderhuids.

Flock bevat vier niet op elkaar lijkende stukken, variërend van chaotische escapades tot gespannen rust. Hoe vooral Tagi het allemaal doet, is een raadsel maar de manier waarop hij Shiroishi’s saxspel weet te dupliceren, manipuleren en controleren wekt verwondering en bewondering. Je moet houden van het experiment om de muziek te kunnen waarderen, maar voor wie dat doet valt hier heel veel te halen. Shiroishi en Tagi vormen een bijzonder duo dat hopelijk vaker van zich laat horen.

Flock bandcamp

Patrick Shiroishi website

the2vvo website