Cruel Nature, 2020
Helge Meyer en René Huthwelker zijn twee exponenten van de Hamburgse experimentele ambient/drone/noise-scene, waarvan nu een nieuw duo-album is verschenen. Samen brachten zij vorig jaar al een tape uit bij het Duitse Otomatik Muziek, getiteld Neuro/BP. Het nieuwe album, Purdue Generator, is opnieuw een tape-uitgave, uitgebracht door het in het Engelse Newcastle upon Tyne gevestigde Cruel Nature Records.
Samen met Alsen Rau (of Scheich In China, echte naam Philipp Meiers) vormt Meyer het duo Ex-Kopf, dat in 2018 een titelloze lp uitbracht. Eerder was hij ook te horen als lid van The 9-24V Group, waarvan in 2013 een album is verschenen op cd-r. Als solo-artiest bracht hij het album Vessel, de ep Black Lung etc (een cassette met behoorlijk heftige noise, 2014) en het album Moderate Exclusions uit. Dat laatste album, ook een cassette, is van juni dit jaar en bevat stoïcijnse muziek, in die zin dat Meyer niet veel meer doet dan het elektronische instrument van keuze aan- en uitzetten. Het resultaat is hypnotiserend.
Huthwelker vormt samen met Andreas Bonkowski het duo Isogram. Daarvan verscheen in 2015 de single I/O. Als solo-artiest bracht hij in 2019 de cassette IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII uit. Het is zijn solodebuut, waarop hij een inzichtelijke verkenning van polyritmische netwerken presenteert, voornamelijk gebaseerd op de analoge synthese van het Buchla-systeem.
Je hebt ambient/drone-muzikanten die kiezen voor de statische variant van het genre: de drones lijken niet of nauwelijks te bewegen en veranderingen vinden plaats in de diepte in plaats van aan het oppervlak. Dat kan een intense luisterervaring opleveren omdat de constante stroom van geluid invloed heeft op je gemoedstoestand. Meyer en Huthwelker bereiken datzelfde resultaat, maar op een andere wijze. Hun muziek heeft geen richting, geen vastomlijnde vorm en geen doel. Zo lijkt het. Ondertussen is die muziek constant in beweging en treedt de gemoedsberoering op door repetitie, door pulsatie en door verandering van timbre.
Het eerste stuk, ‘Oxy’, begint met pulserende elektronische klanken, zoals alle klanken op Purdue Generator elektronisch zijn én klinken. Het repeterende motief zorgt er al snel voor dat je het stuk ingezogen wordt. Een tweede pulsatie treedt op, waardoor een ritmisch patroon ontstaat, waar vervolgens een strakke drone aan wordt toegevoegd. Een puls wordt sterker en vormt de trage hartslag van de muziek, waar Meyer en Huthwelker steeds weer nieuwe elementen aan toevoegen. De muziek houdt ondanks alle nieuwe input iets onverstoorbaars en mechanisch, maar is beslist niet klinisch. Met een variatie aan dynamische effecten, harde drones en hoge en bewegende klanken houdt het duo het stuk levendig en het gevoel intact.
Op de andere kant van de tape staat de track ‘Hundo’. Hier geen constante puls, maar op elkaar inwerkende tonen, drones met soms enigszins dissonante samenklanken. Pulsatie is er overigens wel, maar niet op de voorgrond tredend en niet zo duidelijk als ritmische component fungerend als in ‘Oxy’. De muziek, met name de constante drone, is luid en de bewegingen vinden daarachter plaats. De indringende klanken nestelen zich in je hoofd om daar een prominente plaats in te nemen en gedachten weg te drukken. Het is een aangename sensatie, een die je in het hier en nu plaatst, weg van de dagelijkse beslommeringen.
Het werkt verslavend. Zodra de laatste klanken zijn weggestorven, rest een gevoel van melancholie door de leegte waarin je achterblijft. Gauw opnieuw opzetten is een optie, net als het nadenken over wat de afgelopen 27 minuten is gepasseerd. Meyer en Huthwelker weten met Purdue Generator in ieder geval deze luisteraar even weg te rukken uit de dagelijkse realiteit, niet met sensibele of ontroerende muziek, maar met elektronische klanken die ogenschijnlijk nauwelijks gevoel bevatten maar toch een emotionele lading hebben die sterk op het gemoed werkt. Het is knap werk en bijzonder mooi bovendien.