Subroutine, 2020
Vier jaar geleden is het alweer dat This Will Never Happen To Us verscheen, het laatste album van de Amsterdamse indierockband Apneu. Het werd dus wel tijd voor een nieuwe plaat. Die is er nu, getiteld Silvester, net als de voorganger uitgebracht door Subroutine Records. Wat dat betreft niets nieuws onder de zon.
Dat is er wel wat betreft de opnamestudio en producer. De plaat is opgenomen in de studio van Ralv Milberg in het Duitse Stuttgart. Milberg speelt in de band Jauche maar is vooral bekend van zijn werk als producer van de laatste drie albums van Die Nerven. Of het geheel de verdienste is van de Duitser, is de vraag, maar feit is dat Apneu voller en steviger klinkt dan voorheen. Dat is een goede zaak, want de aanstekelijke indierock heeft meer zeggingskracht door het wat zwaardere geluid.
Een andere ontwikkeling is dat een portie melancholie is geslopen in de muziek van de band. Apneu maakte al eerder een ontwikkeling door van een bandje met ongecompliceerde en korte indierocksongs naar een band met meer vernuftig uitgewerkte nummers. Die ontwikkeling zet zich nu door. Als je het nieuwe album vergelijkt met het debuut Boy Problems uit 2011, dan heeft de band duidelijk aan bekwaamheid gewonnen. Je zou kunnen zeggen dat Apneu volwassen is geworden, als dat niet zo’n dooddoener zou zijn en zelfs een negatieve bijklank kan hebben. Bovendien levert het viertal nog steeds redelijk korte, optimistisch klinkende en goed in het gehoor liggende songs af, alleen vormen ze nu niet meer een vanzelfsprekende meerderheid.
Op Silvester klinkt de band zelfs op zijn sterkst in de meer serieuze en enigszins gedragen songs als ‘Devon Sang’ en ‘Sign Scrambler, Sign Seer’. De eerstgenoemde song is een melancholiek pareltje met een verrassende opbouw, waarin na een stevig begin gas teruggenomen wordt en dat langere tijd wordt volgehouden. De repeterende melodie is memorabel en de spanning ingehouden. Prachtig, en dat geldt ook voor ‘Sign Scrambler, Sign Seer’, een bijna-ballad met een emotionele impact. ‘All These Sounds Rewind’ kent een mooi contrast tussen opzwepende gitaarrock en de somber getoonzette zanglijnen van Erik Schumacher. Melancholie klinkt ook door in afsluiter ’20’, zelfs als het tempo omhoogschiet en een mooie middenweg tussen indierock en noiserock wordt gevonden.
Grootste troef van de band op het nieuwe album is echter het noisy randje dat een flink aantal van de songs heeft. Dat komt voor een groot deel op het conto van gitarist Ruben Braeken, die schittert met fantasierijke riffs en licks maar vooral ook in het maken van gitaarkabaal, met als gevolg een toenemende scherpte. Aan een rustige passage aan het begin van ‘Chuck Beverly’, voegt de gitarist gierende noise toe, niet opzichtig op de voorgrond maar wel duidelijk aanwezig, en zijn gestoorde gitaarspel in ’20’ is ronduit fantastisch. In het energieke ‘Sugar Rush’ gaat de hele band de noiserock-kant op. De beide gitaren zijn melodieus in de weer in ‘Stay Stupid’, een uptempo en opwindende indierocker.
De krachtige bassound verdient ook bespreking en dat zal ook het werk van producer Milberg zijn geweest. De baslijnen van Joeri Joustra komen een stuk harder door dan op de voorgaande platen en dragen bij aan de stevige sound. Je hoort bovendien goed, bijna tot in detail, hoe belangrijk de ritmesectie is voor het geluid van de band. Al in opener ‘This Love Is Better For You’ wordt dat duidelijk: basic drumspel van Nora Uitterlinden met functionele breaks en een baslijn die veel meer dan een ondersteuning is. In ‘Porcelain’ en ‘All These Sounds Rewind’ wordt dat nog meer duidelijk, als Joustra de song op stevige wijze opent en qua sound en spel richting noiserock beweegt. Ook melodieus doet de bassist een duit in het het zakje, getuige de aanstekelijke lijn in ‘Chuck Beverly’.
Er is dus wat veranderd bij Apneu, maar ook weer niet. De band blijft aanstekelijke indierock maken, maar heeft aan diepgang gewonnen. De Amsterdammers hebben niet zozeer een ander muzikaal jasje aan, maar het kledingstuk wordt wat anders gedragen. Het staat ze prima. Tel daar het sterke songmateriaal bij op, en we kunnen spreken van opperbest indierockalbum.