Neurosis-gitarist/vocalist Steve Von Till is sinds 2000 ook solo actief, onder zijn eigen naam of onder de noemer Harvestman. Het solowerk van de Amerikaan wijkt behoorlijk af van dat van het vlaggenschip van de post-/sludge metal; het is persoonlijker en ingetogener, waarbij de invloed van zowel ambient/drone als folk zich doet gelden. Soms helt de muziek zelfs enigszins over richting americana.
Het is inmiddels vijf jaar geleden dat Von Tills vorige album onder zijn eigen naam verscheen. A Life Unto Itself was een album met overtuigend gebrachte donkere folk. Drie jaar geleden verscheen het tot nu toe laatste album onder de noemer Harvestman, Music For Megaliths, waarop een zevental op drone gebaseerde tracks waren te horen. Op het nieuwe album No Wilderness Deep Enough is de invloed van ambient en drone nog sterker aanwezig, in zes nummers die een gelijkmatige sfeer ademen.
Want ‘sfeer’ is waar Von Till op zijn nieuwe album op inzet. Met een instrumentarium bestaande uit onder meer piano, synths, cello, tenorhoorn en Franse hoorn, mellotron, moog en vibrafoon creëert de Neurosis-frontman een moody, donkere atmosfeer waarin de zang en de teksten voor een spirituele inslag zorgen. Als tekstschrijver toont Von Till zich een sombermans, maar dan wel een die toch hoop uitstraalt. De sfeer op de plaat is dan ook niet depressief, maar melancholiek. Het is een aangename melancholie waarin je, als je er voor open staat, in kunt gaan hangen.
Dat is niet moeilijk met de fraaie instrumentale invulling waarmee elk van de zes stukken op No Wilderness Deep Enough is behept. De sound is werkelijk wonderschoon en het is aan de muziek af te horen dat Von Till de instrumentatie zorgvuldig heeft gekozen, met een goed gevoel voor dosering. De overall sound klinkt uitgekleed en sober. Er wordt geen noot te veel gespeeld en toch is ook sprake van een rijk geluid. De manier waarop bijvoorbeeld de cello kleurt bij de piano en de mellotron, getuigt van een oor voor muzikale schoonheid.
Voor wie van meditatieve muziek houdt die verder gaat dan louter drones, biedt No Wilderness Deep Enough veel fraais. Aan de esthetische geluidslandschappen leveren cellist Brent Arnold, hoornist Aaron Korn en mellotron- en moog-speler Randall Dunn (tevens producer van het album) een belangrijke bijdrage. Opener ‘Dreams of Trees’ is daarnaast voorzien van percussieve elementen, terwijl verder de piano een hoofdrol vervult. Een gitaar komt er op het hele album niet aan te pas.
De stem van Von Till heeft diepte, ademt emotie en bevat een hese rand. Dat laatste is een element dat ervoor zorgt dat de muziek niet te zoetgevooisd klinkt. Ook enkele goed gedoseerde, meestal elektronische geluiden zorgen voor een scherp randje, niet al te opvallend maar genoeg voor kleine inkepingen in het gladde muzikale oppervlak. De filosofisch getinte overpeinzingen passen uitstekend bij de gedragen klanken.
Toch is er een maar. Hoe mooi de muziek in elk van de zes stukken ook is, het is soms moeilijk om de aandacht erbij te houden. Von Till laveert ergens tussen pure ambient en songs in en de spanningsboog staat daarbij niet altijd strak. Doordat de sombere, donkere sfeer een constante is, is ook sprake van een zekere mate van eenvormigheid. Daar kan de o zo mooie instrumentale invulling niet aan afdoen. De zanglijnen zijn traag, de woorden afgewogen. Op de beste momenten werkt dat betoverend, op andere momenten glijdt het langs je heen.
Overigens is No Wilderness Deep Enough wel een album dat per draaibeurt groeit, wat ook betekent dat de individuele stukken meer gaan leven en hun specifieke kenmerken steeds meer prijsgeven. Toch zou het mooi zijn geweest als Von Till iets meer reliëf in zijn muziek zou aanbrengen, zoals gebeurt in hoogtepunt ‘Indifferent Eyes’, een stuk met een sterke emotionele lading, niet in de laatste plaats door de meerstemmige zang in het laatste gedeelte. Geen voltreffer dus, dit album, maar die conclusie doet aan de pure muzikale schoonheid niet af.
No Wilderness Deep Enough bandcamp