Eigen beheer, 2020

Gitarist Tashi Dorji groeide op in Bhutan, maar hij woont al sinds 2000 in de Verenigde Staten, momenteel in Asheville, gelegen in de staat North Carolina. Sinds 2009 heeft Dorji zijn muziek op verschillende labels en in verschillende samenstellingen uitgebracht. Hij werkte onder andere samen met Tyler Damon, Patrick Shiroishi, Michael Zerang, Marisa Anderson, Mette Rasmussen, John Deiterich (Deerhoof), Dave Rempis en Aaron Turner (Sumac, Mamiffer). Dorji maakt deel uit van Kogarashi, Manas en Kuzu.

Dorji is een muzikant die veel verschillende invloeden opgezogen heeft en daardoor een eigen, vrij onorthodoxe stijl heeft ontwikkeld. In een interview verklaarde de gitarist dat hij vooral geïnteresseerd is geraakt in vrije improvisatie door het spel van Derek Bailey. Dat is een invloed die je uit het werk van Dorji kunt halen, maar daar moet je dan wel je best voor doen. Het geluid van de gitarist op elektrische gitaar ligt redelijk ver verwijderd van dat van Bailey. De referentie naar de Britse gitarist zit vooral in de vrije spelopvatting en het gevoel dat alles mogelijk is.

Vorige week bracht Dorji drie digitale uitgaven tegelijkertijd uit. Refusal, Forward en Wildfires laten hem horen in elektrische vrije improvisaties die de wilde experimenteerlust van de man benadrukken. Het is drie keer raak.

Refusal

Als improvisator is Dorji niet bezig met genres of met conventies over hoe muziek moet klinken. Het is alleen hij en zijn gitaar. Wat in hem opkomt, speelt hij, waarbij het onderzoek naar geluiden een grote rol speelt. In het geval van elektronische versterking, is de apparatuur ook een element waar de gitarist rekening mee houdt en die hij ook gebruikt om zijn muziek mede vorm te geven. Op Refusal leidt het tot een tiental luide improvisaties die behoorlijk ruig en noisy uitpakken.

Het geluid dat de gitarist uit zijn instrument haalt, doet denken aan punkrock en metal, veel meer dan aan jazz. De sound is grofkorrelig, ongepolijst en Dorji doet geen poging tot bijschaven. De muziek bevat daardoor een directe en rauwe emotie. De muziek heeft de energie van een rockband en de vrije vorm van freejazz.

De rockinvloed komt sterk naar voren in de eerste improvisatie, waarin met de gitaar een strak percussief ritme wordt gecreëerd, waar met elektrische effecten overheen wordt geïmproviseerd. Ook in de andere stukken spelen distortion en gecontroleerde feedback een belangrijke rol. Het aanslaan van de snaren is regelmatig te horen en soms lijkt een los contact ook een muzikale functie te hebben. Hoe Dorji het allemaal doet, wordt niet verklaard, maar steeds komen nieuwe ideeën bovendrijven in de ruige improvisaties.

In de muziek van de gitarist bestaat ruimte voor melodie en percussie. Dorji speelt geen melodieën, maar waakt ook voor het creëren van harsh noise. Elk stuk heeft een melodisch aspect, ook als de nadruk sterk op het percussieve element ligt. Daarin ligt de grote aantrekkingskracht van de improvisaties van deze muzikant, naast de power die hij op elektrische gitaar ontwikkelt. Gevoel en sound zijn veel belangrijker dan techniek en er is dan ook geen sprake van een geforceerd etaleren van technisch kunnen. Dorji is een met zijn gitaar en in zijn zoektocht naar geluiden wordt het onorthodoxe niet geschuwd.

Die improvisaties op Refusal klokken allemaal onder de vijf minuten, op één uitzondering na. ‘VIII’ duurt ruim negen minuten, maar wie denkt dat daarin zijn of haar oren wat rust krijgen, komt bedrogen uit. ‘VIII’ is het meest luidruchtige stuk op het digitale album. Dorji put zich met gebruikmaking van een hele bak distortion en feedback uit in een gewelddadig stuk muziek dat de trommelvliezen teistert. Een gevoel van esthetiek is niet te ontdekken in het stuk, maar wie er voor open staat wacht een overdonderende muzikale ervaring. Grandioos.

Forward

Forward is de kortste uitgave van de drie en de bijna twaalf minuten durende opener ‘The Next 1000 Days’ neemt de helft van de totale speelduur in beslag. Ten opzichte van Refusal zijn duidelijk verschillen te horen, al blijft Dorji even inventief in de weer en gaat hij ook nu de noise niet uit de weg.

De opener bevat een paar loops, waarmee Dorji lagen aanbrengt waarmee hij een machinaal ritme creëert. Het repeterende patroon werkt als een katalysator voor de improvisatie die de gitarist er bovenop legt. Dat gebeurt aanvankelijk subtiel en spaarzaam, maar gaandeweg worden steeds meer verschillende elementen ingebracht. Ook met het ritme wordt gevarieerd, waardoor een mooie combinatie ontstaat van een steady ritme en een vrije ritmische invulling. Na ruim vijf minuten wordt het ritmische motief losgelaten en lijken de verschillende gitaarpartijen in losse onderdelen uiteen te vallen, waarmee Dorji al rinkelend voortgaat, een enkele zware toon met enige regelmaat toevoegend. De machinale klanken hebben plaatsgemaakt voor klanken vol ingehouden spanning.

De muziek van Dorji kent geen regels en dat geeft hem ook de vrijheid om zijn uitgaven zo samen te stellen als hem goeddunkt. Op Forward kiest de gitarist voor een gevarieerde samenstelling. Zo is ‘Fall’ een korte improvisatie met de nadruk op onevenwichtige feedback en distortion, terwijl in het eerste gedeelte ‘Forward Inferno’ de snaren van de gitaar soms op Jimi Hendrix-achtige wijze worden gegeseld, om vervolgens met zware feedback en distortion het geluidsbeeld te kantelen.

De Jimi Hendrix-invloed is nog duidelijker in ‘Sun Dancers’, waarmee Dorji het korte album op behoorlijk melodieuze wijze afsluit. Die invloed betreft overigens de klank van de gitaar, niet het spel van Dorji. Dat staat op zichzelf. De gitarist bevindt zich in het moment en weet in dit laatste stuk zowel met vingervlug gitaarspel als met tussen helder en overstuurd switchende klanken te overtuigen.

Wildfires

Met ‘Light The Fuse and Run’ opent Dorji Wildfires op furieuze wijze. Het noisy gitaarspel doet je welhaast duizelen en de intensiteit wordt niet losgelaten. Enkele basklanken zijn te horen op de achtergrond. Het eerste stuk zet meteen de toon voor het ten opzichte van Forward veel fellere album, waarin Dorji het toch al niet zachtzinnige Refusal probeert te overtreffen.

Hoe de gitarist binnen zijn luidruchtige improvisaties op zoek is naar nieuwe klanken, is goed te horen in ‘Refuse’, waarin, zonder dat Dorji een concessie doet aan snelheid of intensiteit, hij een scala aan – vaak gemene – geluiden uit zijn versterkte gitaar weet te toveren. Het zijn die vaak korte details die het beluisteren van een solostuk van Dorji zo’n enerverende ervaring maken. Dat de gitarist daar geen trukendoos voor nodig heeft, maar ‘gewoon’ zijn natuurlijke spel speelt, maakt het des te indrukwekkender.

Het felle gitaarspel wordt ook geëtaleerd in het korte en noisy ‘Rising’, waarin de gitarist hoorbaar hard zijn snaren aanslaat. ‘No State’ is met ruim tien minuten het langste stuk op Wildfires. Het is een stuk waarin de handelingssnelheid iets naar beneden is gebracht en waarin de verschillende sonische experimenten wat makkelijker te onderscheiden zijn. Luidruchtig is de muziek nog steeds. Mooi is hoe constant een elektrische ondergrond aanwezig is, waar Dorji zijn vrije spel overheen legt. Ongeveer halverwege vindt de gitarist een fraai motief, wat hij exploreert en voorziet van nieuwe klanken, om daar nieuwe wegen mee in te slaan.

‘Rumble Rumble’ heet het slotstuk, waarin Dorji nog eenmaal fel van leer trekt en met zijn gitaar én de elektrische versterking experimenteert. Met dit sterke staaltje van geluidsonderzoek beëindigt de gitarist het soms agressieve, maar ook gedetailleerde album op fraaie wijze.

Met zowel Refusal als Forward als Wildfires zijn we nog wel even zoet, maar de volgende plaat van Dorji is al aangekondigd. Stateless zal op lp worden uitgebracht en daarop is deze uitzonderlijke muzikant op akoestische gitaar te horen. 25 september is de releasedatum.

Refusal bandcamp

Forward bandcamp

Wildfires bandcamp

Tashi Dorji website